Duitsland heeft geen plaats meer voor radicale salafisten
“Collaborateurs met vijanden die onze vrijheid en veiligheid belagen, moeten worden bestreden, ook als ze zich beperken tot woorden”, sloot ik samenvattend een essaytje af waarmee meteen een stuk van het Vlaamse debat in de zomermaanden werd gestoffeerd. Het loopt trouwens uit tot vandaag, doorgaans weliswaar zonder echt op mijn uitdaging in te gaan. “De Roover wil de vrije meningsuiting inperken en dat gaat veel te ver”, kunnen veel van de reacties worden geresumeerd. Ik zou zowat gepleit hebben voor het onderuithalen van de beginselen van de westerse beschaving en het opdoeken van de fundamentele mensenrechten, als je sommigen mocht geloven, zelfs mensen van wie men mag aannemen dat ze kunnen lezen als ze dat willen. Bijzonder simplistisch, want de vrije meningsuiting is ook vandaag niet absoluut – zoals trouwens artikel 10/2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens aangeeft - en de vraag hoe we omgaan met sympathisanten van het islamfundamentalisme gaat natuurlijk veel verder dan dat.
Het debat – waarvoor ik pleitte in mijn tekst die dan ook om die reden bewust geen concrete voorstellen bevatte - kreeg door de al te gemakkelijke verenging tot “aantasting van de absolute vrije meningsuiting” spijtig genoeg niet de breedte die ze verdient. Ook hier bleek misplaatste politieke correctheid de vijand van een creatieve zoektocht naar betere oplossingen voor een probleem (zie eerste zin van deze tekst) dat niemand kan ontkennen.
Terwijl het maatschappelijke debat bij ons dus grotendeels verzandde in simplismen, bleef de realiteit niet stil staan. De Kamer van Volksvertegenwoordigers had de strafbaarheid voor steun aan terrorisme al voor het reces verstrengd en na de zomer zette de regering bijvoorbeeld een haatprediker het land uit. Daar kan men strikt genomen een aantasting in zien van dat absolute recht op vrije meningsuiting. Prediken blijft tenslotte een mening uiten. Een oproep tot geweld is strafbaar maar hoe groot is het verschil tussen “alle christenen moeten dood” en “ik vind dat alle christenen dood moeten”? De regering bleef dus gelukkig niet hangen bij de gratuite tegenwerpingen. De N-VA evenmin en ze nam in haar veiligheidsplan Niveau V volgende doelstelling op: “Via een interpretatieve wet kunnen we het verheerlijken van terreur – op basis van verscheidene, met elkaar overeenstemmende tekenen – uitdrukkelijk straffen.”
Paul Van Tigchelt, de baas van OCAD, de dienst die de terreurdreiging in ons land bepaalt, wees er voorbije weekeinde in De Standaard op dat we ons best goed voorbereiden op de terugkomst van IS-strijders. Dan moet worden ingezet op twee factoren van radicalisering, “vervreemding van de maatschappij en indoctrinatie”. Dat laatste beperkt zich meestal tot woorden wat ook volgens de OCAD-baas geen reden is om er blind voor te blijven.
"Duitsland is een weerbare democratie. Voor radicale, geweldbereide islamisten is er geen plaats in onze samenleving."
In het buitenland staan de gedachten niet stil. De gematigde Alain Juppé, die voor centrumrechts wil kandideren om de Franse president Hollande op te volgen, zegt in een vraaggesprek met De Tijd: “Alle uitingen van radicalisering moeten worden bestreden: indoctrinatie in gevangenissen, propaganda op internet, jihadoproepen in islamitische moskeeën. Ik wil dat die moskeeën worden gesloten en dat haatimams worden uitgezet.” Ahmed Marcouch, moslim en volksvertegenwoordiger in Nederland voor de sociaaldemocratische PvdA, bepleit een verbod op salafistische verenigingen. Hij noemt het salafisme “een kweekvijver voor radicalisering en gewelddadig jihadisme”. Onder meer zijn PvdA, de liberale VVD, Wilders’ PVV, de christendemocraten van het CDA en de protestanten van ChristenUnie en SGP keurden in het parlement een motie goed die het kabinet oproept om het Openbaar Ministerie te laten onderzoeken of dergelijke organisaties verboden kunnen worden. Het debat loopt in die landen alleszins taboeloos voort.
Volgens de Duitse minister van binnenlandse zaken Thomas De Maizière is er in zijn land “für radikale Islamisten kein Platz”. De Maizière gaat verder: “Duitsland is een weerbare democratie. Voor radicale, geweldbereide islamisten is er geen plaats in onze samenleving. (…) Een systematische verzwakking van onze grondwaarden is onverenigbaar met beweerde vrijheid van godsdienst.” De minister deed die verklaring gisteren naar aanleiding van het verbieden van de vereniging ‘De Ware Religie’ (DWR) waarmee de Duitse rechtstaat duidelijk maakt dat het misbruik van een religie door personen die terroristische organisaties steunen onaanvaardbaar is.
DWR werd in 2005 in Keulen opgericht en organiseerde aanvankelijk voordrachten en seminaries over het thema ‘Islam’. Later kreeg DWR bekendheid met het gratis verdelen van 3,5 miljoen Korans in voetgangerszones van binnensteden. Op een bepaald ogenblik besloot de Duitse staatsveiligheid DWR te gaan volgen. Dat gebeurde niet omwille van die Koran-actie, die uiteraard past binnen de normale grenzen van de vrije meningsuiting. De staatsveiligheid stelde echter vast dat de ‘islam-infostanden’ door salafisten gebruikt worden om contacten te leggen die verder leiden naar radicalisering van hun ‘klanten’. DWR wordt verweten tegen de grondwettelijke basisordening van Duitsland te ageren en te werven voor Islamitische Staat.
De Maizière maakte duidelijk dat zijn verbod niet het propageren van het moslimgeloof betreft. “Verboden wordt het misbruik van een religie door personen die, onder het voorwendsel zich te beroepen op de islam, extremistische ideologieën propageren en terroristische organisaties ondersteunen.” De Maizière zegt een duidelijk strategie te volgen: “De boodschap aan de radicaal-islamistische scène is eenduidig: wij dulden in onze voetgangerszone geen fanatici die proberen jonge mensen te radicaliseren en in de jihad te sturen. (…) Met het verbod op DWR is landswijd een wezenlijke radicaliseringsfactor uitgewist”, meent de minister.
De 52-jarige Ibrahim Abou-Nagie staat bekend als kopman van DWR. Hij werd al geregeld opgepakt maar slechts één keer veroordeeld en dat wegens… sociale fraude omdat hij onterecht 53 000 euro aan sociale uitkeringen incasseerde. In zijn toespraken trekt Abou-Nagie van leer tegen het ‘amorele’ westerse leven dat de ‘bevelen van Satan uitvoert’. De sharia moet worden ingevoerd en boven de wet geplaatst; homoseksualiteit hoort bestraft met de doodstraf en hij verheerlijkt het martelaarsdom: “Moge Allah ons allen als martelaars laten sterven”.
Propaganda voor moslimextremisme gelijk stellen aan vrijheid van meningsuiting, vindt alvast de Duitse minister van binnenlandse zaken net iets te naïef. Het debat is boeiend en gelukkig hebben we voldoende buitenland om het te voeden.
Hier geplaatst op 16 november 2016.
Foto: Razzia van de Duitse politie bij ‘Die wahre Religion’
TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.
- Login om te reageren