De vijand draagt geen uniform
Tunesië, Lyon, Koeweit en Egypte; de terreur sloeg de voorbije weken weer bikkelhard toe, doodde tientallen onschuldige slachtoffers en trok een spoor van angst bij miljoenen anderen. Een afgesneden hoofd of kogels op een toeristenstrand, het kruipt ons diep onder de huid (dieper dan een aanslag op een sjiitische moskee trouwens).
Er zijn uiteraard ook winnaars en dat zijn de handelaars in angst. De terreuraanslagen boden aan de liefhebbers van het genre de kans om de bokken nog eens van de geiten te scheiden. Dat doen mensen van nature graag, zo’n indeling in de onzen en de hunnen. Drs. P., sedert kort wijlen, stelde het in zijn lied Keplinke Pling als volgt: ‘Ons werelddeel beleeft vandaag; Naar ik verneem een Hunnenplaag; De onzen stellen zich teweer; De Hunnen winnen keer op keer’. Hij verklaart hier op zijn onnavolgbare wijze de diepmenselijke angst voor de ‘Hunnen’; die winnen naar het gevoel namelijk keer op keer.
Op 7 mei bracht Jef Lambrecht in het Vlaams Parlement een doordachte analyse van de toestand in het Midden-Oosten. De gewezen VRT-journalist vertelde daar een anekdote die zich onlangs afspeelde aan een Borgerhoutse tramhalte. Een dame sprak hem over haar familie die liefst vier Syriëstrijders telt, waarvan twee waren omgekomen. Ze vertelde te hopen dat hetzelfde lot ook de twee andere neven zou treffen, want die waren ‘angstaanjagend veranderd’. Jef Lambrecht, geen xenofobe bange wezel, stelt vast: ‘de vijand is binnen de muren’.
Hij gebruikt een militair jargon want er is een oorlog gaande. Als je oorlog voert, is er een vijand en als je wil winnen, moet je die vijand ook herkennen. Het internationaal oorlogsrecht vereist dat soldaten in eigen uniform getooid opereren. De vijanden waarover Jef Lambrecht het heeft, laten zich weinig gelegen aan dat internationaal oorlogsrecht en mijden uniformen, te weten kledij die hen nauwkeurig onderscheidt van alle anderen. Mensen willen evenwel dat een vijand herkenbaar van leer trekt.
Is deze oorlog niet het resultaat van onze zelfverklaarde nederlaag?
‘We’ – ik bedoel de autochtone inboorling - lopen zo al niet over van zelfvertrouwen. ‘We’ wekken niet echt de indruk heel erg te geloven in de aantrekkingskracht van ons model. ‘We’ krijgen dat ‘ons model’ niet eens juist beschreven en velen lijken er rotsvast van overtuigd dat het niet zal standhouden tegen de vijand. Het gevoel tegen een onherkenbare vijand te strijden, dreigt ons dan helemaal naar een collectieve depressie te leiden.
Handelaars in gemakkelijke waarheden ruiken hier hun kans. Wie de indruk verkocht krijgt de vijand wel haarfijn te kunnen identificeren, vindt gewillig gehoor want belooft houvast. Draagt de vijand een hoofddoek of lange kledij? Eet hij/zij halal? Of volgt de vijand trouw de ramadan die nu volop bezig is? Het is erg aantrekkelijk om dat te geloven. Dan weten we tenminste tegen wie we strijden.
Maar de man die dood en vernieling zaaide op dat strand in Tunesië liep in short. De slachtoffers van de gruwelijke aanslag in Koeweit droegen lange rokken en dito baarden, aten halal en volgden de ramadan. In Syrië worden gelovigen vermoord door een seculier regime. De fabriek waar de moord in Lyon werd gepleegd was eigendom van Amerikanen, sloot onlangs een contract met Saoudi-Arabië en zou ook iets te maken hebben gehad met Iran. Voor sommigen drie goede redenen om ten strijde te trekken. Wie vandaag van rapmuziek houdt, kan morgen gewelddadige religieuze fundamentalist geworden zijn.
Bondgenoten in de strijd
De vijand, dat is toch IS, de Islamitische Staat? Maar als de vijanden van IS de kapitalistische Verenigde Staten, wahabistische Saoudi-Arabië, terrorisische Hamas, zionistische Israel, sjiitische Iran, soenitische al-Nusra, imperialistische Europa, seculiere Tunesië, militaristische Egypte of het dictatoriale Syrië van Assad heten, zijn die dan elkaars bondgenoot in de strijd?
Wie enige kennis van zaken heeft, weet dat de simplistische beelden niet kloppen en al zeker niet in het Midden-Oosten. Maar kennis van zaken hindert bij het trekken van klare krijtlijnen tussen vriend en vijand. Het is geen sterk verhaal om te zeggen dat de vijand geen uniform draagt en dus moeilijk traceerbaar of zelfs grotendeels onzichtbaar is. Dat erkennen lijkt op zwakte en zwakte verkoopt niet. Zwakte maakt bange mensen opstandig.
Uiteraard worden van de islamgemeenschappen die hier wonen antwoorden gevraagd op terechte bekommernissen die bij niet- of anders-gelovigen leven. Wegkijken is ook voor wie zich beroept op de Koran geen optie meer. Dat verbloemen helpt de zaak echt geen stap vooruit. Een groeiende groep lucide moslims beseft dat ook en werkt daar aan. En ja, de vijand in deze oorlog volgt de ramadan. Maar het is kromme logica daaruit te besluiten dat al wie de ramadan volgt ook per definitie de vijand zou zijn.
Het aantal slachtoffers kan niet verklaren waarom Lyon, Tunesië, Koeweit en Egypte weer zoveel opzien hebben gebaard. Want dan zouden bijvoorbeeld vet eten, toerisme of autoverkeer, die veel meer slachtoffers eisen, meer angst moeten oproepen. Misschien verliezen we een andere, ergere vijand uit het oog. Die verstopt zich gewoon in onszelf.
Omdat we bij gebrek aan spankracht – de vijand in onszelf - alleen nog geloven in de eigen nederlaag hebben we een oorlog nodig. Normaal volgt een nederlaag uit een oorlog. Gebeurt vandaag niet het omgekeerde en is deze oorlog niet het resultaat van onze zelfverklaarde nederlaag? Als we die vijand in onszelf kunnen verslaan, dan verschrompelen de overwinningskansen van die andere vijand tot hun ware proporties. Die zijn in feite verwaarloosbaar klein want IS en al waar die afkorting voor staat, is dan natuurlijk totaal kansloos bij ons. Spijtig genoeg draagt zeker de vijand in ons geen uniform.
Hier gepubliceerd op 5 juli 2015.
Foto: De dader van de aanslag in het Tunesische Sousse, sympathiek glimlachend in neutrale witte t-shirt.
TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.
- Login om te reageren