De verkiezingsvrije zone

De verkiezingsvrije zone

Zondagslectuur

‘Hoe N-VA het middenveld probeert te temmen’, kopt een drie bladzijden lange analyse in De Morgen over de omgang van mijn partij met het zogenaamde middenveld. Het vormde een deel van mijn zondags leesvoer en schreeuwde om aanvulling omdat hét kernprobleem in het stuk niet wordt aangeraakt.

Het artikel opent met de pas door Unia ontslagen juriste Rachida Lamrabet, “de recentste veldslag die N-VA won in haar strijd met het – volgens haar – linkse middenveld”. Lamrabet heet “een slachtoffer in de perceptie-oorlog van N-VA”. Niet het eerste trouwens, want de krant noemt ook Dyab Abou Jahjah en Youssef Kobo. Die drie werden in feite achtereenvolgens door Unia, De Standaard en de CD&V de wacht aangezegd, drie organen die niet bekend staan als slaafse volgers van oekazen vanuit het hoofdkwartier van de N-VA. Blijkbaar was de kritiek aan die drie adressen niet eens zo verkeerd als de respectievelijke werkgevers later zelf ook vaststelden dat de betrokkenen om diverse redenen niet (meer) op hun plaats zaten. Spreken van slachtoffers van een perceptie-oorlog van de N-VA is dan ook zwaar overtrokken. Maar het helpt wel om het verhaal in de sfeer te duwen van de grote boze partij die andersdenkenden, durvende maar zwakke enkelingen, wil muilkorven. Strooi met termen als ‘aanvallen’, ‘temmen’, ‘veldslag’, ‘front openen’, ‘veldheer’ – we zijn dan pas drie paragrafen ver in het artikel – en de toon is stevig gezet.

 

De klemtoon in de analyse van De Morgen ligt op het feit dat middenveldorganisaties in doorsnee links zouden zijn en dat is spek dat de N-V-bek niet lust: “Want het is één zaak om de socialisten de politieke macht af te nemen, maar nog een andere om links uit de sociale en culturele sector te krijgen. Daar moet een einde komen aan de dominantie van het progressief, post-’68-establishment (of de poco’s, zoals zij ze noemen).”

 

De krant citeert echter ook woordvoerder Joachim Pohlmann: “Ik respecteer en waardeer mijn tegenstanders. Ik ben het alleen met hen oneens.” Dat vele middenveldorganisaties links zouden zijn, is dan ook niet de kern van het probleem. Dichter bij de essentie komt de zin die uit een anonieme mond wordt geciteerd: “Wij willen geen organisaties die klaagbarakken zijn en die via subsidies de situatie bestendigen van kansarmen.” Die keuze voor het stimuleren van zelfredzaamheid is inderdaad fundamenteel en botst uiteraard met de permanente zoektocht bij de linkerzijde (dixit weer Pohlmann) naar slachtoffers die moeten ondersteund worden.

 

Spijtig genoeg mist De Morgen niettegenstaande de bestede drie bladzijden naar mijn mening een cruciaal aspect in de houding van de N-VA tegenover het middenveld. Het begrip middenveld verdient trouwens enige verduidelijking want er valt wel erg veel onder dat containerbegrip. Waar burgers zich spontaan organiseren om dingen samen te doen, vormen zij het ondernemende, creatieve, levende Vlaanderen. Zij doen samen aan sport, aan cultuur, organiseren buurtfeesten, de jaarlijkse quiz en uitstappen naar musea, zetten lokale biomarkten op, lezen samen boeken, stippelen de beurtrol uit voor het transport van de buurtkinderen naar de sportclub op woensdagmiddag, starten tijdschriften of onlinebladen, enzovoort, enzoverder. Burgers kunnen zich ook verenigen in actiegroepen om zich samen uit te spreken over een specifiek dossier of gewoon om helemaal aan politiek te doen; partijen noemen we de clubs uit die laatste categorie.

 


Het middenveld van mensen die de hand aan de ploeg slaan, kleinschalig dikwijls, vormt juist de concrete invulling van dat door ons gekoesterde idee van zelfredzaamheid en vrij ingevulde solidariteit.


 

Dat middenveld ligt ons Vlaams-nationalisten uiteraard zeer na aan het hart. De N-VA wordt wel eens een partij voor ondernemers genoemd. Terecht, voor zo ver die term niet wordt verengd tot de economische versie daarvan. Allen uit dit middenveld zijn ondernemers in de brede betekenis van het woord. Mensen die de hand aan de ploeg slaan, kleinschalig dikwijls, vormen juist de concrete invulling van dat door ons gekoesterde idee van zelfredzaamheid en vrij ingevulde solidariteit.

 

Vakbonden, werkgeversorganisaties, artsenbonden en ziekenfondsen vallen daar ook onder, althans in hun oorspronkelijke roeping. Zij behoren echter ook, en zelfs meer, tot dat andere fenomeen dat met de term middenveld wordt aangeduid. We hebben het dan over organisaties en structuren die formeel ingebed werden in het overheidsapparaat en daar ook veel middelen en macht uit putten. Vakbonden en werkgeversorganisaties die het sociaal overleg voeren, ziekenfondsen en artsenbonden die mee de wettelijke ziekteverzekering leiden, de Unia’s van deze wereld die toezien op het naleven van wetgeving en dus een soort alternatieve parketten vormen; het zijn voorbeelden van dat andere middenveld, het verstaatste middenveld zeg maar, waar wel degelijk ernstige bedenkingen bij te formuleren zijn. Hun actieterrein situeert zich naast verkozen instellingen als parlement of gemeenteraad en zij kunnen dan ook niet door kiezers tot de orde geroepen worden. Deze organisaties, hoewel zeer machtig en bepalend voor veel beleid, opereren in een verkiezingsvrije zone.

 

De burgers hebben geen greep op dit middenveld en ook volksvertegenwoordigers of ministers worden geacht hier niet te zeer op de vingers te kijken. Nieuwe maatschappelijke stromingen kunnen politiek weliswaar doorbreken via verkiezingen maar dat verstaatste middenveld blijft daar grotendeels immuun voor aangezien het zich onttrekt aan de plicht om op democratische wijze legitimiteit te verwerven. Zo vormt dat verstaatste middenveld een alternatieve macht die zich weinig moet verantwoorden en vandaar dat onze achterdocht meer dan terecht is.

 

De term middenveld klinkt aantrekkelijk omdat we dan snel denken aan die spontane, organische samenwerking waar zo veel Vlamingen actief aan deelnemen. Het verstaatste middenveld verschuilt zich graag achter dat sympathieke beeld van ondernemende en geëngageerde burgers. We zouden dat verstaatste middenveld dan ook gewoon voor de duidelijkheid best weer de naam geven die het zo lang had: de zuilen, in oude en nieuwere versies. Het begrip verzuiling valt echter niet één keer in de drie bladzijden lange analyse van De Morgen. Wordt die term vermeden omdat hij het frame van golliath N-VA tegen de moedige davids zou doorkruisen?

 

Door zich kritisch op te stellen tegenover dat verstaatste middenveld plaatst de N-VA zich gewoon in de oude Vlaams-nationale traditie van verzet tegen de verzuilde samenleving, ook als die zuilen in nieuwe jasjes gehuld gaan. En laat het echte middenveld ondertussen gewoon ook het levende middenveld blijven dat Vlaanderen elke dag opnieuw vorm geeft, een linkse of een meer rechtse vorm naar de wens van die ondernemende burgers die er deel van willen uitmaken.

 


 

Hier geplaatst op 9 april 2017. 

 

Foto: Zuilen uit een ver verleden

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.

 

LEESTIP: Belangstelling voor de selectie van mijn schrijfsels uit 2016? Stort 19,95 euro (verzending inbegrepen) op rekeningnummer BE52 4143 3177 6109 met vermelding van uw volledige adres en binnenkort liggen 226 blz. De Roover in uw bus

 

Labels