De boodschap van Sayed
Deze week had ik het genoegen aan tafel te mogen zitten met een Afghaan, werkzaam voor de regering van dat land en in Europa rondtoerend om de Afghaanse zaak te bepleiten. Voor mij zat een goed opgeleide dertiger, keurig in het pak gestoken, knappe vent (voor zover ik daarover kan oordelen). ‘Born in 1980’ leert me zijn biografie. De Taliban heerste in zijn land van 1996 tot 2001. Hij was toen 16 tot 21 jaar. De verscheurende beelden van de film ‘Osama’ komen me weer voor de geest. Deze man leefde als adolescent onder dat terreurregime.
Het is natuurlijk ook een teken van hoop dat Sayed – zo heet hij - nu hier in Brussel in uitstekend Engels uiteenzet hoe er gewerkt wordt aan de heropbouw van dat land dat bij ons nog altijd vooral angst, terreur en religieuze verstarring oproept. Maar wie Khaled Hosseini’s De Vliegeraar las, weet dat Afghanistan vóór de Taliban en de Russische inval ook al op zoek was naar verlichting. De wereldgeschiedenis kent niet één richting; noch naar welstand en openheid, noch naar obscurantisme en verval. Zelfs Afghanistan is niet hopeloos.
Zijn boodschap kan gemakkelijk samengevat worden: zorg er voor dat de normalisering in Afghanistan verder ondersteund wordt door de internationale gemeenschap, want zonder hoop op een zinvolle toekomst zullen steeds meer Afghaanse mensen het tranendal verlaten dat zij ‘thuis’ moeten noemen. In augustus kwam 9,3% van de asielaanvragers in België uit Afghanistan. We houden er daarbij best rekening mee dat Afghanistan vandaag meer dan 30 000 000 inwoners telt, een ruim reservoir waarmee vele vluchtelingenboten kunnen worden gevuld. Hij beseft hoe zeer de vluchtelingencrisis er hier inhakt en weet zijn argumenten te kiezen. Terecht, want Sayed heeft natuurlijk gelijk.
De uitdagingen zijn niet gering. Alleen al de demografische tabellen spreken boekdelen. De leeftijdsgroep 0-14 jaar omvat 42% van de Afghaanse bevolking. In ons land is dat amper 16%. Van 15-24 jaar: 22% (12% België). Met andere woorden: twee op drie mensen daar is nog geen 25 jaar oud (bij ons iets meer dan één op vier). De 55-plussers komen aan 6,5% van de Afghaanse bevolking, bij ons zijn ze met 31%. Ik vermoed dat het Afghaanse parlement niet echt bezig is met een pensioenhervorming omwille van de last van de vergrijzing.
De vluchtelingencrisis leidt natuurlijk ook tot een enorme talentenlek voor de landen van vertrek
Sayed wees er me op dat de vluchtelingen uit Afghanistan vooral uit de groep 15 tot 25-jarigen komen. Toen pauzeerde hij even en gooide een argument op tafel dat bij onze te zelden te horen is. ‘Wij hebben twintig jaar in die mensen geïnvesteerd, via school en opleiding, en dan zijn ze weg bij ons. Als jullie hen een jaar of twee taallessen geven en inburgeringscursussen – zo noemde hij het niet want het Vlaamse jargon is hem vreemd – dan kunnen ze bij jullie renderen.’ De kijk vanuit de overzijde, als het ware. Die vluchtelingencrisis leidt natuurlijk ook tot een enorme talentenlek voor de landen van vertrek, drukte hij me op het hart. Want, ging Sayed verder, ‘degenen die de tocht naar Europa aanvatten en er ook in slagen, zijn dikwijls de meest ondernemende, niet degenen die geneigd zijn bij de pakken te blijven neerzitten’.
Ik nipte aan mijn glas wijn - hij hield het bij plat water – en beloofde hem zijn verhaal bij ons bekend te maken, want het biedt weer stof tot nadenken. Bij deze.
Gepubliceerd op 24 september 2015.
Foto: Afghanistan via Google Images
TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.
- Login om te reageren