Ampelmännchen

Ampelmännchen

 

Het gebeurt niet zo dikwijls en vandaar dat ik het graag extra onder uw aller aandacht breng. De Morgen schreef dit weekeinde: “De N-VA-fractieleider <dat ben ik dus-pdr> heeft eenvoudigweg gelijk.” Voila, en daarmee zou ik deze zondagsmijmering gelukzalig kunnen afsluiten.

 

Maar waarover gaat het? “Het ontbreken van een gepaste wettelijke basis voor uitzonderingsmaatregelen in tijden van (langdurige) nood, is een constitutionele aberratie.” De Morgen gaat er, kwaliteitskrant zijnde, van uit dat haar lezers voldoende thuis zijn in de optica om te weten dat met aberratie een lensfout bedoeld wordt. Maak er in deze maar een “grondwettelijke abnormaliteit” van. Bart Eeckhout, auteur van het artikel, sneert naar de traagheid van minister Annelies Verlinden (CD&V) bij het juridische orde op zaken zetten en stelt vast: “het is een van de grootste manco’s uit het eerste kwartaal van de regering-De Croo”.

Zo is dat natuurlijk. De overheid rommelt er zo maar wat op los. Halfweg de eindejaarsvakantie krijgen reizigers te horen dat ze bij thuiskomst in quarantaine moeten. Dat hadden ze wellicht liever iets vroeger vernomen. Op de luchthavens wordt vervolgens amper gecontroleerd maar het toppunt is: wat zou er ook gecontroleerd moeten worden? De naleving van een regeringsmededeling op televisie zonder juridische onderbouwing? Bananenrepublieken hebben tenminste nog bananen.

De logica van de kop in Het Laatste Nieuws ‘Als de overheid niet wil dat we reizen, moeten ze het maar verbieden’ wil ik nog wel een beetje snappen, meer alvast dan de grammaticale ervan. Als het niet verboden is, moet je de mensen ook niet straffen als ze het wel doen. Een overheid die het eigen gedrag van burgers niet beoordeelt maar sanctioneert op basis van het vermoede gedrag van de groep waartoe een burger behoort, is de trappers kwijt. Stel je voor: om 8 uur maandagochtend klinkt op de autoradio dat de sleutel van de chauffeurs voor vier uur in beslag zal worden genomen aan de afritten. “Tja, er gebeuren ongevallen, zelfs dodelijke, en dikwijls na een nachtje stappen. Aangezien we er niet in slagen de roekeloze chauffeurs afzonderlijk aan te pakken, grabbelen we iedereen bij het nekvel.” Getekend: overheid anno 2021.

Die HLN-kop zorgde echter ook voor een gulp opspelend maagzuur. Je zou er ook in kunnen lezen dat de mensen vinden dat ze de overheid laten bepalen waar de scheidingslijn goed/kwaad ligt. Dat doet de staat inderdaad op bepaalde vlakken maar is daarmee ons eigen vermogen tot moreel oordelen lamgelegd? Je hoort ze al te dikwijls, redeneringen als “wat de overheid niet verbiedt, is toegestaan en dus doe ik dat”. Rillingen krijg ik daar van. Nadat we de pastoor hebben weggeduwd om te zeggen wat wel en niet mag, zou de overheid in diens plaats treden?

Als corona iets leerde, hoop ik in al mijn naïviteit, heeft dan toch wel dat je de overheid weliswaar niet kan missen maar vooral ook altijd heel erg kritisch in de gaten moet houden. Mensen met macht horen gewantrouwd te worden. Politici streven naar macht en hebben van nature de neiging hun eigen belang (wat niet helemaal hetzelfde is als eigenbelang) zo veel mogelijk op te pompen. Wanneer het publiek voor oplossingen naar de staat kijkt als instituut, kijkt het naar de politicus als persoon en voelt die zich belangrijk. “Hebt u een probleem?”, loopt een politicus dan ook graag rondvragend over de markt, om daarna te verzekeren dat geopperde probleem wel even voor de hulpeloze burger op te lossen.

Het kenmerkt niet alleen politici. Zou ik me vergissen met het vermoeden dat er wellicht hier en daar een viroloog rondloopt die het zeer zal betreuren wanneer de Covid-bedreiging de kop wordt ingedrukt, waardoor ook de virologen uit het middelpunt van de aandacht verdwijnen?

Soms voel ik me in dat politieke milieu als een vermomde indringer in vijandelijk gebied, door een stroom van ‘aangereikte oplossingen’ wadend op zoek naar het rioolgat waar die – wellicht goed bedoelde – regelvloed uit gutst, in de hoop daar een prop in te kunnen wringen. Dat gevoel werd sterker in deze corona-tijden waarin het afgodenbeeld van ‘vadertje staat’ weer vuriger aanbeden werd en geëerd middels nieuwe offergaven (die de vorm aannemen van belastingen).

Nog enkele dagen scheiden ons van het drie koningenfeest. Vanuit het oosten brachten die wierook, mirre en goud, wellicht in de hoop dat Marie en Jozef, misschien zelfs de herders, aan hen zouden denken bij de volgende verkiezingen. Dat de burgers in het oosten extra belastingen moesten betalen om die wierook, dat mirre en goud te financieren, zal ze daar in de stal (g)een zorg geweest zijn. Zouden ze 6 januari in het oosten ook vieren? Misschien toch wel, ter herinnering aan die heerlijke periode dat hun koningen hen gerust lieten omdat ze een ster achterna reden.

Laten we even uw mate van vertrouwen in de overheid testen, via volgend experiment. Kindje A, Adelbert bijvoorbeeld, (9 jaar oud) staat voor het rode verkeerslicht. A(delbert) kijkt naar links, dan naar rechts, dan weer naar links, ziet op de lange rechte weg geen auto’s of ander gevaarlijk verkeer en steekt over, het rood gekleurde ventje, in Duitsland zo lief maar niet genderneutraal Ampelmännchen genoemd, straal negerend. (Sedert november 2004 bestaat Ampelmann ook in vrouwelijke vorm.)

Kindje B, Bertold bijvoorbeeld, (ook 9 jaar jong) komt even later aan diezelfde oversteekplaats. Het licht springt voor voetgangers op groen en B(ertoldeke) spurt, verder naar niets meer omkijkend, naar de overzijde. Welk kind is het beste opgevoed?

Fijne zondag allemaal.

(Allez vooruit, omdat u het wil weten. Volgens mij is kind A het best opgevoed. Adelbertje besteedt de eigen veiligheid niet blindelings uit aan een overheidsmachine die geen rekening houdt met chauffeurs die het rode licht negeren maar neemt zelf de verantwoordelijkheid om het risico bij het oversteken zo klein mogelijk te maken. Voila, ik heb gekozen…)

 

Zondagsmijmering verschenen op mijn Facebookpagina op 3 januari 2021.

Foto: De Ampelmännchen uit de DDR kregen na de val van de muur een haast iconische betekenis.