2016: beter dan beweerd, minder dan gehoopt

2016: beter dan beweerd, minder dan gehoopt

Nu de eerste week van het nieuwe jaar er op zit, wordt het de hoogste tijd om mijn terugblik op 2016 af te ronden met dit tweede deel (zie deel 1) zodat we ook gewoon aan 2017 kunnen beginnen. Over communautaire stilstanden en begrotingstekorten bijvoorbeeld en over de N-VA die, volgens critici, niets veranderde maar wel alles op zijn kop zette.

 

Let op, zeker wie wel eens kennis neemt van mijn teksten of tussenkomsten, ik val hieronder wel eens in herhaling. Logisch want de tegenstanders vallen ook voortdurend in herhaling en vandaar… Maar nog snel wat hier volgt voor we echt aan 2017 beginnen.

 

Laten we het inderdaad ook over de communautaire stilstand hebben. Die bleef in 2016 wat hij was want er doken geen onverwachte bondgenoten op om de noodzakelijke staatsomvorming door te voeren. Dat heb je als je de kalashnikovaanpak afwijst en voor de parlementaire democratie kiest, zoals de N-VA; je hebt dan meerderheden nodig. Maar misschien gloort er wat licht aan het eind van de lange Belgische tunnel. Er ligt een inzicht te rijpen.

 

Toch eerst nog snel opmerken dat we in 2016 wel een afscheiding mochten beleven, weliswaar in onze eigen fractie. Twee collega’s vertrokken onder het motto ‘wat met 33 kamerleden niet lukt kunnen we misschien eens met 2 proberen’. De tegenstanders van de N-VA wreven zich in de handen en rekenen op een nieuwe objectieve bondgenoot in hun strijd tegen de ‘stille revolutie’.

 

Ze bestaan zeker nog wel, de bijeenkomsten van Vlaamsgezinden die zich buigen over de vraag wat te verkiezen valt: machteloze zuiverheid of zuivere machteloosheid? Maar mijn talrijke tochten langs Vlaamse zalen en zaaltjes leerden me in 2016 dat steeds meer Vlaams-nationalisten die oude kramp, dikwijls wortelend in persoonlijke rancunes, ontgroeid zijn en beseffen dat politiek een dubieus en bijwijlen zelfs vuil spel is met onzekere afloop. De drang slogans vijf keer per dag ritueel af te dreunen, is soms moeilijk te onderdrukken, want dat lucht zo op. Heldhaftig oogt opereren in de politieke realiteit alvast niet.  

 

Met een stevige dosis zin voor sarcasme kunnen we echter besluiten dat 2016 één van de betere communautaire jaren werd, wegens geen nieuwe halfslachtige staatsmisvormingsoperatie van het genre dat we kennen. Het verblijf in de Belgische salons overtuigt nog meer dat onze – ongetwijfeld goedbedoelende – staatshervormers toch een onwaarschijnlijk zootje in elkaar gestoten hebben. Dat besef groeide het voorbije jaar ook in bredere kring, want daar ligt de voedingsbodem van de oprispingen van herfederalisering bij Open VLD en CD&V. En zo komen we bij dat beloofde licht aan het eind van die tunnel.

 


Het ongemak van deze hopeloos ingewikkelde Belgische structuur leidt een groeide groep mensen naar de echte cruciale vraag: welk niveau moet er (grotendeels) uit, het Belgische of het Vlaamse?


 

Natuurlijk bieden hun pleidooien voor halfslachtig geschuifel in de ene of de andere richting geen soelaas want niet kiezen, blijft verliezen. Maar we raken stilaan wel de kernvaststelling. Federalisme biedt een perfecte oplossing voor problemen die we in België niet kennen, te weten groot grondgebied of veel inwoners. Het ongemak van deze hopeloos ingewikkelde Belgische structuur leidt een groeide groep mensen naar de echte cruciale vraag: welk niveau moet er (grotendeels) uit, het Belgische of het Vlaamse? Warrige tussenoplossingen verloren in 2016 weer, terecht, veel van hun aantrekkelijkheid.

 

En dan was er het sociaaleconomische jaar 2016 met het gat in de begroting dat alle andere nieuws over het regeringsbeleid soms leek op te slorpen. Gelukkig kunnen we rekenen op de vakbonden en de ziekenfondsen die bij het begin van het jaar aan het publiek duidelijk maakten wat die ‘stille revolutie’ onder dit regeringsbeleid zoal inhoudt. Tot nu vulde de staatskas de tekorten in de sociale zekerheid automatisch via de zogenaamde evenwichtsdotatie, lees blanco cheque. In 2014 ging dat over 6,2 miljard, in 2016 tikte die rekening ook nog af op 2,7 miljard.

 

Op 28 oktober besliste de regering daar komaf mee te maken. Eerst moet geloofwaardig geantwoord worden op een reeks vragen zoals ‘werden er maatregelen getroffen tegen sociale fraude’, ‘zijn de door de regering besliste maatregelen uitgevoerd’, ‘waar komt het tekort vandaan’, ‘blijven de sociale akkoorden budgetneutraal’, …? Als de vakbonden en ziekenfondsen niet moord en brand waren beginnen schreeuwen, dan was die belangrijke hervorming uit het najaar amper opgepikt.

 

Het is wat met die critici van de regering in het algemeen en van de N-VA in het bijzonder. Wat we doen, zou enerzijds gewoon koek van het oude deeg zijn maar tegelijkertijd zijn we volop doende alle sociale verworvenheden te ontmantelen. Hopelijk komt de oppositie er in 2017 eindelijk achter: doen we te veel of doen we te weinig?

 

Een objectieve waarnemer zou denken dat deze regering lekker kan uitpakken: meer nieuwe jobs dan jaren het geval is geweest, halvering van de vergrijzingskost, verlaging van de personenbelastingen, terugschroeven van het overheidsbeslag, hervorming van de vastgeroeste arbeidsmarkt, hervorming van de financiering van de sociale zekerheid, recordaantal starters, terugval faillissementen, kwartaal na kwartaal daling van de werkloosheidscijfers, meer besteedbaar inkomen, … Het dreigt allemaal overschaduwd te worden door dat tekort in de begroting. Een woordje hierover is op zijn plaats maar daar komt een beetje cijferwerk bij kijken. Ik beloof me niet te bedienen van infografieken.

 

We blijven dus bij die belangrijke verwezenlijkingen toch, voorlopig naar we hopen, hangen rond die magische 3% begrotingstekort en dat is uiteraard te veel. Een snelle zoektocht naar de schuldige zet de schijnwerper snel op… jawel, minister van financiën Johan Van Overtveldt. Vanuit een bepaald oogpunt bekeken is hij ook echt de schuldige. Niet dat hij zijn werk niet zou doen, te weten geld in het overheidslaadje brengen. In het zogenaamde stabiliteitspact met de Europese Unie beloofde de regering 50,8% van het bbp (bruto binnenlands product, wat we per jaar samen aan waarde scheppen) binnen te halen voor de overheid en bij de controle van eind 2016 bleek dat de teller eindigde op 50,8%. Goed gewerkt van de minister van financiën.

 

De uitgaven lagen met 53,8% inderdaad 3% hoger en jawel, daar had Van Overtveldt uiteraard iets aan kunnen doen door de belastingen met 3% van het bbp te verhogen ofte zo’n slordige 12 miljard meer uit de zakken van de burgers te kloppen. Dat begrotingsprobleem oplossen aan de inkomstenzijde mag zeker ambitieus heten want dan schieten we qua belastingheffing zelfs Frankrijk voorbij. Onze ambitie is dat echter absoluut niet. Die weg heeft Van Overtveldt dan ook geweigerd in te slaan, wat hem doet afsteken tegen Di Rupo die graag aan de fiscale hendel trok. Niet dat de PS’er het tekort daarmee te lijf ging, want hij zette even graag de uitgavensluis open.

 


Aan Crombez’ interview ontbrak alleen nog de belofte van de gebraden kippen die iedereen binnenkort in de mond zullen vliegen. Of mag de PVDA, binnen de Volksfrontgedachte, dat luik van de linkse hervormingsagenda communiceren?


 

Dat is het bedje waar John Crombez weer graag in kruipt met zijn voorstellen tot ‘grote schoonmaak’. Aan zijn interview dit weekeinde voor Het Laatste Nieuws ontbrak alleen nog de belofte van de gebraden kippen die iedereen binnenkort in de mond zullen vliegen. Klein communicatiefoutje, of mag de PVDA, binnen de Volksfrontgedachte, dat luik van de linkse hervormingsagenda communiceren?

 

Het begin van een jaar is ook de tijd van dromen en wensen. Mogen we in die sfeer enkele vergelijkingen maken? Combineer de Belgische inkomsten met de Nederlandse uitgaven (verhoudingsgewijs), dan eindigen we niet met een tekort van 3% maar boeken we een overschot van 5,8%. Omgekeerd, met de Nederlandse inkomsten en de Belgische uitgaven zakken we naar een tekort van 10,7%. We hebben het wel degelijk over Nederland, dat land aan onze noordergrens waar de havelozen in de goot liggen te creperen, de regering onlangs besliste de soepbedeling stop te zetten en gepensioneerden in tochtige houten barakken naast het kerkhof bijeengedreven bidden dat de dood hen snel uit hun lijden komt verlossen.

 

Of deze om het af te leren: in vergelijking met de gemiddelde EU-lidstaat geeft België 6,6% van het bbp meer uit, wat neerkomt op 27 miljard. Belgenland int 6%, of zowat 25 miljard, meer inkomsten van de burger dan dat EU28-gemiddelde. Wie zei daar ook alweer dat het begrotingsprobleem aan de inkomstenzijde ligt?

 

Vandaar onze koppig volgehouden stelling dat het uiteraard aan de uitgavenzijde zal moeten gebeuren. Daar liep het in 2016, we blijven mild, niet zoals gewenst. De begroting 2017 oogt gelukkig ambitieuzer. ‘Een kwestie van politieke moed’, vatten pers- en andere commentatoren het probleem graag samen. Klopt, moed moet. Vervolgens ontbreekt het die pers- en andere commentatoren echter te dikwijls aan de basismoed om de vinger op de wonde te leggen en aan te geven welke partijen en sociale organisaties de aanbevelingen van IMF, OESO, EU, Nationale Bank en tutti quanti wél en wie ze niet durft omzetten in beleid. Aan de N-VA zal het alvast niet liggen.

 

Het blijft hoedanook een goede raad de illusie te laten varen dat we het varkentje binnen deze staatsstructuur helemaal gewassen krijgen. Ieders recht om te kiezen voor een onontwarbaar ingewikkeld staatsmodel maar het prijskaartje voor ‘België’ is uiteraard fors. En daarmee is de cirkel van dit artikel alvast rond.

 

Beste wensen voor 2017!

 

Lees ook deel 1: Bien étonnés de se trouver ensemble in 2016

 


 

 

Hier geplaatst op 8 januari 2017. 

 

Foto: Uit ‘ In vrijheid herboren. Katholiek Nederland 1853-1953', (1953) – L.J. Rogier, N. de Rooy

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.

Labels