Zondagsmijmering: ‘Veel geluk met uw bril’

Zondagsmijmering: ‘Veel geluk met uw bril’

Wie niet graag leest, weze bij deze gewaarschuwd. Stop er nu mee want ik zal u niet verhelen dat de inleiding op wat ik wil gezegd hebben niet kort zal uitvallen. Mochten deze zondagsmijmeringen niet graag te buiten gaan aan buitensporig letterverbruik zou een handvol woorden volstaan om te zeggen wat gezegd wil worden. Maar de ruimte tussen hemel en aarde biedt meer dan doelmatigheid. Wie het daarmee eens is, leze verder. De anderen kiezen nu alternatief vertier.
 

Laten wij - de resterenden - ons bootje nu toch maar van de oever wegduwen.

Na bezoek aan een oogarts bleek verder uitstellen van de aankoop ener nieuwe bril geen optie meer. Aangezien ik het heir der bifocaal wenste te verlaten, drong zich de aankoop op van liefst drie brillen; één voor verzicht, een zonnebril op sterkte én een leesbril.

Daartoe wendde ik me tot een echte opticien, te weten een brillenverkoper die niet opereert onder een keten-naam. Wel bekwam me die keuze want de vriendelijke neringdoener raadde me aan voor de leesbrilglazen het oude montuur te recycleren en ook mijn in gebruik zijnde zonnebril via wissel der glazen weer passend te maken voor de nieuwe toestand mijner zicht. Kortom, ik diende slechts één nieuw montuur aan te schaffen. Gehuldigd zij hier de dienstverlening van de vakman die meer wil zijn dan een verkoper.

Sedertdien behoor ik tot het mensentype, u kent ze ongetwijfeld, dat de omgeving voortdurend belast met de vraag wie de leesbril weet liggen. Wellicht onderschatte ik toch het gemak van zo’n bifocaal glas. Je hele bril vergeten, daarvoor behoedt de wazige blik die het ontbreken ervan onmiskenbaar maakt. De leesbril vergeten, dat overkwam me intussen al meermaals want blijkt nog niet bij het dichttrekken der voordeur maar pas veel later, wanneer dient gelezen te worden.

De remedie spreekt voor zich. Leesbrillen op meerdere veel gefrequenteerde plaatsen, zoals ‘het werk’, beschikbaar stellen. Aangezien mijn beide ogen niet in dezelfde mate mankeren, bleek de aankoop van zo’n kruidvat-leesbrilletje geen optie.

Voor twee extra leesbrillen toog ik dan toch maar naar zo’n filiaal van een keten alwaar voor de prijs van de duurste beide stuks kunnen verworven worden.

Ik wil u niet verder vermoeien met mijn wedervaren bij die aankoop maar enkele dagen geleden bereikte mij het bericht dat beide leesbrillen op ophaling lagen te wachten en dus toog ik gisteren heenwaarts.

Een jongedame merkte mijn verschijning aan de toonbank op, naderde en vroeg of ze me kon helpen, daarmee onthullend bij het bedrijf te horen. Haar Nederlands was niet onberispelijk, in die zin dat het meteen bleek dat haar moeder haar ooit - gezien haar pril ogende verschijning, niet eens zo lang geleden - de eerste woordjes in een andere taal aanleerde. Geen onberispelijk Nederlands, evenwel uitermate vriendelijk uitgesproken en bijzonder charmant klinkend bovendien.

Wie een andere moedertaal hebbend mijn spraak heeft geleerd en gebruikt, kan op mijn warme vooringenomenheid rekenen. Taal- of uitspraakfoutjes vergeef ik dan volgaarne.

U kan zich de afhandeling van dergelijke overdracht wel voorstellen, dus dat banale gebeuren hoeft hier niet beschreven te worden.

Na de afrekening klonk het in niet-moedertaalnederlands ‘veel geluk met uw bril mijnheer’. De brede glimlach kreeg ik er gratis bij en mocht iemand er op gelet hebben, had die kunnen waarnemen dat ik, het geluk koesterend haar getroffen te hebben, de winkel lichtvoetiger verliet dan ik die eerder had betreden, nochtans een weinig zwaarder beladen met twee nieuwe leesbrillen.

Deze jongedame slaagde er dus mooi in voldoende Nederlands te leren om een klant naar diens volle tevredenheid te bedienen. Ik vermoed nochtans dat haar brillenketen bij rekrutering geen filologisch doctoraat als voorwaarde tot indienstneming hanteert.
Universiteiten bezigen vermoedelijk hogere standaarden bij het samenstellen van hun academisch schare.

En toch meenden Vlaamse rectoren enkele weken geleden dat het niet langer gepast zou zijn te verwachten van hooggeleerde dames en heren, de bureelmuren getooid met ontzagwekkende bullen getuigend van hun wetenschappelijke uitmuntendheid, dat ze zich in het Nederlands kunnen uitdrukken. Eén der gehanteerde argumenten luidde dat onze taal best wel moeilijk te bemeesteren zou zijn. En zeggen dat ze beweren kwaliteitsvolle proffen aan te willen trekken.

Het is slechts een vermoeden maar die allercharmantste jongedame aan die brillentoonbank is wellicht even weinig ingewijd in de geheimen van de kwantumfysica als haar klant met vreemde hoedje die gisteren twee leesbrillen bij haar betrok. Toch deed zij wél de inspanning de taal te leren van de streek waar ze zich nuttig maakt.

Ik merk het gewoon even op en wens u alweer het genot van een heerlijke zondag.

Facebook, 1 oktober 2023