Zondagsmijmering: Over idealisme
De flukse eeuweling schreef vorig jaar nog een 576 dikke knaap over leiderschap en bezocht in juli van dit jaar de Chinese hoofdstad alwaar hij ontvangen werd door de opperste leider Xi Jinping.
Kissinger heette een realist te zijn en zocht gaten waar anderen een dikke, volle muur vermoedden. Uitgesproken anti-communist zijnde zocht hij bijvoorbeeld toenadering tot de Sovjet-Unie en China en dat waren ze dus nog niet vergeten daar in Beijing.
Kissinger dacht na over de wereld zoals die was en hersenspinsels over hoe de wereld zou moeten zijn zonder rekening te houden met de toestand zoals die daadwerkelijk bestaat, beschouwde hij als zinloos en zelfs gevaarlijk idealistisch gedaas.
Daarom ook wekte Kissinger zo veel weerstand op. Idealisten, dat zijn toch de lieve mensen, degenen die het goed voor hebben, die een droom nastreven? De wereld zou toch mooier zijn als de idealisten het voor het zeggen zouden hebben?
Tja, ooit zorgde ik voor een aan een elektroshock verwante reactie in een fijnbesnaard en hoogontwikkeld gezelschap met de waarschuwing op te letten voor idealisten.
Wellicht voerde een groeiend gevoel van irritatie voor de huichelarij die ik meende te ontwaren in het lopende en ver van de echte wereld verstoken gebazel mij naar het procedé van de provocatie. De met champagnebubbels doordrenkte gesprekken gingen over wereldvrede, kosmopolitisme en tolerantie, met veel minachting voor het benepen klootjesvolk, waarop de aandacht verschoof naar de niet te miskennen kwaliteiten van het nieuwste sterrenrestaurant dat één der aanwezigen had ontdekt.
Vulgariteit en lichtzinnig populisme zijn ergerlijk maar niet half zo als de verwaande blasé van wie zich verheven voelt boven het gepeupel. Dus keilde ik graag, zelf ook al enkele romers achterovergeslagen hebbende, die steen in deze poel gevuld met opgeblazen en vol zelfgenoegzaamheid kwakende kikkers.
“Een idealist heeft toch alles over voor het goede”, reageerde een dame die uit alles liet uitschijnen erg veel over te hebben voor het materieel goede leven.
Ik, nippend aan het volgende glas, corrigeerde haar. “Een idealist is tot alles bereid om het vermeende ideaal te realiseren.”
En wat daar gevaarlijk aan is? Het ideaal bestaat niet in dit ondermaanse. Wie het wil invoeren, botst met de mens zoals die nu eenmaal bestaat in de beperktheid die de soort kenmerkt en moet dan ook de revolutie prediken die nietsontziend breekt met wat in de weg staat.
De niet begrijpende receptieblikken motiveerden me om het pedaaltje nog wat verder in te drukken. De bolsjewieken waren idealisten, Robespierre en zijn Jakobijnen ook. Wie het oneens was, moest als vijand van het Ideaal bevriezen in Siberië of plat op de buik onder de guillotine gaan liggen. Spijtig natuurlijk maar mag een mensenleven het Ideaal in de weg staan?
Wie ook een echte idealist was? Hitler natuurlijk. Een wereld zonder joden, dat was het ideaal. En daarvoor had zijn club alles over.
Is het daarom dat de telg uit de joodse familie Kissinger die nazi-Duitsland ontvluchtte in de jaren ‘30 zijn leven lang achterdochtig bleef voor idealisten?
Geniet van een fijne zondag, ook al is die niet ideaal.
(Foto: poets, wederom poets. Robespierre mocht zelf plaatsnemen op zijn uitverkoren meubilair.)
- Login om te reageren