Zondagsmijmering: Over Fjodor?

Zondagsmijmering: Over Fjodor?

U leest het goed, er staat een vraagteken achter Fjodor. Doorgaans heeft uw dienaar bij de aanvang van een mijmering slechts een vaag vermoeden waarheen de bijdrage hem, en dus u als lezer, zal voeren. Dit keer is het me zelf onklaar waar het zal beginnen. Misschien bij Fjodor. We zien wel.

Vormt deze aanval van inspiratieloosheid de uitgelezen - ‘was je maar al uitgeschreven’, zegt grijnzend die plaaggeest die mijn linkerschouder bewoont en de vinger graag in de wonde peutert - dus de uitgelezen gelegenheid om wat dunnetjes de nooit voltooide droom van Gustave Flaubert waar te maken, te weten een roman te schrijven die nergens over gaat, hier dan in de vorm van een zondagsmijmering zonder onderwerp? Ach, de fijne stylist Flaubert zelfs maar durven vernoemen in een eigen schrijfwerk lijkt me ijdel, laat staan de ambitie uitspreken ook maar één voetafdruk van hem tot eigen maat te maken.

Uiteraard, ik hoor het de trouwe volgers denken, borrelt er toch voortdurend bezieling op bij het wedervaren onzer jongste spruit, wiens zachte gepruttel in de box achter mij leert dat hij zich nu mengende is in de strijd tussen waken en slapen. Moge hij deze slag verliezen zodat ik niet gestuit word in de vaart dezer bespiegelingen (ook al mag van vaart amper sprake zijn).

Wel, om verder te gaan…

Verschoning voor de onderbreking veroorzaakt door de poging de jonggeborene middels het ter fopping aangeschafte speen weer tot slaapmodus te verleiden. Aangezien mama intussen overnam, kan ik me nu ten volle op deze schrijfoefening werpen.

Die spruit biedt dus voortdurend inspiratie, doch er dient vermeden dat hij deze rubriek gaan monopoliseren en dus weersta ik de aanvechting.

Fjodor dan maar.

Bedoelde Fjodor huwde met een veel jongere vrouw; voor mij al voldoende reden om hem goedgunstig te bejegenen. Zij, Anna Grigorjevna, stelde haar herinneringen aan hun samenzijn vele jaren na zijn overlijden te boek en die getuigenis klapte ik zonet dicht.

We hebben het natuurlijk over Fjodor Michajlovitsj Dostojevski en eega A.G. Dostojevskaja. De handeling speelt naar tijd in de tweede helft van de negentiende eeuw en naar ruimte in het tsaristische Rusland waar het lijfeigenschap net werd afgeschaft.

Niet meteen een omgeving die één of één past bij deze waarin wij ons leven vieren - al wekken sommigen, niet gehinderd door zin voor verhoudingen, graag de indruk dat elke besparende hervorming ons weer naar het lijfeigenschap voert - en toch leren deze herinneringen hoe gelijkend mensen toen en daar versus nu en hier blijken te zijn.

Afgunst tussen de literatoren - alsof het over vandaag gaat -, de scherpe politieke tegenstellingen - ook in het tsaristische Rusland leefden vele tegenstrijdige meningen -, de kleinmenselijke kanten van de grote schrijver - zijn jaloezie, zijn gemoedswisselingen, zijn gokverslaving, zijn haast kinderlijke hang naar erkenning -, het profitariaat in de periodes van succes - waartegen hij geen weerstand wist te bieden - maar ook de diepe liefde tussen beide echtelingen.

Het verleden wordt wel eens voorgesteld als een andere planeet. Niet dus. We zijn zo veel minder veranderd dan we onszelf wijsmaken. De aangrijpende passages die de vaderliefde beschrijven van de auteur van De idioot, Misdaad en straf, De broers Karamazinov en zo veel meer, tekenen een zeer bezorgde vader die gaarne de nodige tijdsspannes uittrok om zich te vermeien met het nageslacht.

Zij blijkt, in haar eigen weergave natuurlijk, een bekommerde, verliefde vrouw te zijn die de touwtjes in handen nam wanneer het er op aan kwam. Kortom, een goed koppel, zoals we ze vandaag ook nog wel tegenkomen.

Plus ça change, plus c’est la même chose.

Het vraagteken mag nu wegvallen, Flauberts ambitie blijft evenwel onvervuld.

Facebook, 20 juli 2025