Zondagsmijmering: Over de wereld tussen voetganger en twintigtonner

Zondagsmijmering: Over de wereld tussen voetganger en twintigtonner

Het heerlijke zonnetje gisteren joeg me op mijn stalen ros. Ooit fietste ik graag en veel, vervolgens zakte het pedaleren steeds verder richting ‘niets’ maar enkele weken geleden schafte ik me een sportfiets aan, bij De Wielredders, tweedehands dus. Dat leek me gek genoeg. Mijn zin voor realisme weerhoudt me er overigens van het woord ‘koersfiets’ te bezigen. Koersen zit er niet meer in; de tijd dat ik droomde in de fietssporen van Roger De Vlaeminck te treden, liggen ver achter mij. Af en toe ontmoet ik Rik Van Linden en verheug me er over dat de Wilrijkse spurtbom mijn doen nu volgt, zoals ik het zijne, zo veel jaren geleden. Maar zijn belangstelling betreft niet wat ik op het zadel presteer.

De drukte van de voorbije maanden boden spinnen de opportuniteit de spaken van mijn fiets te integreren in hun kunstzinnig gevlochten webben en die kans hebben ze elk met hun acht poten gegrepen. Maar gisteren gingen de spieren nog eens los, tot groot spinnenspijt.

Je bekijkt de verkeerswereld anders op twee dan op vier wielen, ervoer ik eertijds menigmaal. Volgens fietsers rijden auto’s onverantwoord gevaarlijk, chauffeurs verwijten fietsers onverantwoord bruut door de straten te racen.
Maar zo eenvoudig ligt het vandaag niet meer. Tussen voetganger en twintigtonner zaten vroeger fietsen, brommers, motto’s, auto’s en bestelwagens, pakweg een afgebakende categorie of vijf, trottinettes en de latere snorfietsen niet inbegrepen. Daarmee had je het gehad. Net als de wereld en het leven stak het verkeerswezen eenvoudig en overzichtelijk in elkaar.

Niet langer zo vandaag. Het geordende leven op de weg maakte plaats voor een chaos van elkaar overlappende hybride tuigen. Het is al onduidelijke kruisingen, verkeersbastaards wat de klok slaat.

Kreunend maar toch een naar mijn oordeel redelijk tempo onderhoudend pedaleerde ik mezelf en het rijwiel de viaduct over het Albertkanaal op maar leek plots stil te staan in vergelijking met wat, net voor de top, van achter mijn rug voorbijvloog, mijn illusies omtrent het tempo dat ik vermocht te ontwikkelen aan flarden rijdend. Het betrof ook een tweewieler, zo bleek, maar van het type speedpedelec. Een fiets? Een bromfiets? Alleszins een valsspeler, oordeelde ik streng.

Waarbij hoort de ‘gewone’ elektrische fiets, zelfs bij nog over alle lichaamskrachten beschikkende jongeren steeds gewilder, al was het om zich zonder al te veel inspanningen naar de fitness te begeven, alweer het de bedoeling is al tillend, buigend, springend plassen zweet uit de poriën te werken? Fiets? Snorfiets?

Ook een step - trottinette gebruiken we niet meer - steekt me wat verder trouwens niettegenstaande het weer ijskoud voorbij.

Vorige zondag kruiste ik - per wagen - een stoet motto’s, de meeste op twee wielen, sommigen de orde der dingen uitdagend zowaar op drie. Dat iconische Italiaanse driewielbestelwagentje, de Piaggio Ape, vriend van melkboeren en andere aan huis leverende kleinburgerlijke neringdoenden, lijkt school te maken in kringen van stoere motards.

Ook bakfietsen staan in talloze formaten in de aanbieding. Als kinderwagen, hondenkar - maar dan met de hond als passagier - of boodschappentrolley. Ook pakjesdiensten schakelen in de stad graag over op bestelfietsen, die heel dicht gaan aanleunen bij die sympathieke Piaggio Ape.

Donderdagavond trok een karavaan rolschaatsers als skeelerend - zo heet dat - door de stad. Rolschaatsen doen we al langer in onze vrije tijd. Het werd intussen een volwaardig transportmiddel, de schaatser al dan niet als voetganger te beschouwen. Schaatsen kan ook op een plank en zo’n skateboard is buiten een ‘ramp’ evenzeer bruikbaar om zich sneller dan te voet van plaats A naar B te begeven.

Wie zich vandaag op de weg wil begeven, worstelt met serieuze keuzestress om het meest geëigende vehikel uit te kiezen. Betreffende één aangelegenheid maakt wat gekozen wordt geen verschil; dat je de andere weggebruikers zal storen mag bij elk transportmiddel als een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid beschouwd worden.

De keurige, orde scheppende afbakening voet-, fietspad en rijweg gaat uit van de eertijds strikte indeling van wat zich in het verkeer voortbewoog. Ze past nog amper in het huidige hybride verkeerswezen, waar steeds meer niet is waar het op lijkt.

Indelingen? Die staan haaks op een tijd waarin hokjesdenken als een betreurenswaardig mankement wordt beschouwd.

Facebook, 21 juli 2024

Labels