Zondagsmijmering: Over de lat van een oude socialist

Zondagsmijmering: Over de lat van een oude socialist

Vorige week leek het even dat ik uit de kast kwam, als anarchist maar de nuance die daarbij vermeld werd, moge volstaan hebben, zo mag ik hopen, om mijn geloofwaardigheid voor volkomen uitholling te behoeden.

Ook vandaag speel ik met vuur want dit keer komt het socialisme aan de orde in de persoon van een socialist die als jongeling het, jawel, anarchisme zeer genegen was.

De kwestie vindt haar oorsprong in het feit dat schrijver dezer lijnen in Brussel enkele tweedehandsboekhandels frequenteert, aldaar uiteraard genoopt vooral te putten uit een aanbod gesteld in de taal van Molière.

De in dit verhaal betrokken zaak heeft ook een bescheiden assortiment ‘vreemde talen’ in de aanbieding, waaronder ons moers’ spraak. Op die weinige planken Nederlandse occasies pronkte het zesdelige verzameld werk van August Vermeylen, te verwerven voor de somma van 35 euro, wat een bescheiden bedrag mag heten voor een pakket dat een slordige 3600 bedrukte vellen dunpapier omvat. Om wijlen nonkel Frans te citeren, voor dat bedrag - in casu 1 cent per pagina - kunt ge het niet zelf schrijven en dus ging ik over tot aanschaf.

De kans dat ik deze 3600 zijden allemaal tot mij neem, acht ik gering, tenware mij het eeuwige leven beschoren zou zijn. Niets moet uitgesloten worden maar daar op rekenen ware vermetel en dus stortte ik me spoorslag op de eerste bundel die ik intussen toch reeds half doorploegde. Die 35 euro’s zijn nu dus reeds beter besteed dan in het geval van bijzetting op het spaarboekje het geval zou geweest zijn.

De kenners van het genre kunnen volgende regels ongelezen laten maar een kleine voorstelling van de heer August Vermeylen (1872-1945) is mogelijk niet voor iedereen overbodig. Die Vermeylen kreeg zijn straatnaam op Linkeroever niet zomaar in de schoot gesmeten.

Geboren te Brussel in een eenvoudig Vlaams gezin waar de omgangstaal het sappige Brusselse dialect was - “maar… ‘s Zondags converseerde de vader met zijn kinderen in het Frans!” zoals de korte inleidende biografie niet nalaat te vermelden - groeide de schrandere knaap uit tot één van Vlaanderen leidende intellectuelen. Mede-oprichter van het literaire genootschap Van Nu en Straks, als actief maar kritisch flamingant bron van de beroemde passus “Om iets te zijn moet men Vlaming zijn, Vlaming om Europeeër te worden” alsmede auteur van een ‘Kritiek op de (in zijn ogen te romantische) Vlaamse Beweging’ en in 1930 eerste rector van de eindelijk vernederlandste Gentse universiteit, vermeldt zijn palmares als enkele uit vele hoogtepunten.

In zijn onstuimige jongelingenjaren dweepte Gust met Elisée Reclus, als vooraanstaand geograaf en leidend anarchist een meer dan boeiende figuur. Bezadigder geworden schoof Vermeylen later door naar het socialisme, wat er toe leidde dat hij voor de BSP een senatorzetel zou bezetten.

In de inleidende Beknopte Levensschets van dat ‘Verzameld Werk’ noteren twee samenstellers dat hij “veel te naïef was (in de betekenis van oprecht) om aan den dagelijksen politieken strijd actief deel te nemen”. Het verzameld werk zag het licht bij Manteau in 1952 toen oprechtheid blijkbaar reeds haaks werd gesitueerd op de doening van een politicus.

Vermeylen moet een begenadigd maar strenge professor geweest zijn. Een getuigenis wil ik u niet onthouden: “Men verkocht hem geen knollen voor citroenen”, noteert oud-student Fr. de Backer die aanvult: “Hij was streng, veel-eisend, hij wilde het beste, en lof was schaars. Streng was hij ook op de examens. (…) De zwakken en dommen vielen af. De intelligente werkers wensten misschien onbewust lof, of veel meer lof.”

Men merkt dat noch Vermeylen, noch levensschetser de Backer tot een recente lichting behoren maar tot deze die nog meende dat zwak- of domheid redenen vormen om minstens de helft van de in geding zijnde punten in te houden. En toch: “Allen, ten laatste, vergaven hem. (…) Allen eerbiedigden en beminden hem.”

De tekst werd geschreven naar aanleiding van Vermeylens verscheiden en die omstandigheid moet in rekening gebracht worden bij het inschatten van de juiste betekenis dezer woorden.

Het zal duidelijk zijn; we hebben hier te doen met een gelovige, niet langer in de Openbaring die zijn moeder, zoals de meesten toen in Vlaanderen, zo stevig in de greep had, maar wel in het belang van de algemene volksverheffing, ook en vooral voor wie van eenvoudige komaf was. Zo waren de socialisten, toen die stroming nog niet behept was met de ‘soft bigotry of low expectations’, het neerwerpen der te slechten lat voor zogezegd achtergestelden.

Wie achterstand had, mocht de ambitie niet temperen maar diende die voor socialisten als Vermeylen door verhoogde inzet weg te werken. De andere oplossing, de lat laten zakken zodat iedereen er overheen kan, ware Vermeylen een gruwelijke gedachte die niet eens in zijn brein zou opgekomen zijn.

Van volksverheffing tot tempering van de maatstaf; ziedaar de tragedie van de stroming der progressieven in vier woorden samengevat.

Geniet van uw zondag.

(Foto: Vermeylen getekend door Felix Timmermans)

Facebook, 2 juli 2023

Labels