Zondagsmijmering: Over de bierviltopstand

Zondagsmijmering: Over de bierviltopstand

Ik meldde u vorige week deze mijmering, evenals die van toen, te zullen wijden aan het campagnefenomeen ‘marktbezoek’. Deze belofte zal u hiernavolgend niet letterlijk, edoch zeker wel naar de geest gestand zien doen.

Deze nu net aangebroken zondag zal uw dienaar grotendeels verwijlend op markten doorbrengen, heel vermoedelijk genoodzaakt daarbij regenweer te trotseren. Het wil niet vlotten met die lente, als willen de weergoden middels het hakkelende seizoensgerommel aangeven dat Vivaldi’s eertijds zeer gerespecteerde roep als beschadigd dient beschouwd. De lente blijkt in de Dorpstraat geen lente meer, zoals blauw in de Wetstraat niet meer op blauw lijkt.

Gisteren stond de Antwerpse vogelmarkt niet op het programma, edoch, door omstandigheden voortvloeiend uit het feit dat aan uw dienaar geen rigide plannenmaker verloren ging, hebben onze schreden ons toch derwaarts gevoerd.

Verder leidde onze tocht langs, de druilerigheid ten spijt, behoorlijk gevulde terrassen. Die vallen weliswaar niet letterlijk onder het concept ‘markt’ maar ze betreffen toch openbaar vertier en als dusdanig faal ik niet helemaal in het nakomen der gedane belofte.

Die terrassentocht stond in het teken van het herstel der flexijobs, door de ooit als blauwe partij opgerichte vereniging in de lopende campagne bizar genoeg zo centraal geplaatst als liberale verwezenlijking, terwijl het net de regering onder lijding (geen tikfout) hunner opperhoofd is die de horeca midscheeps trof door beperkingen in te voeren op de toepassing daarvan in estaminees, tapperijen, spijshuizen, taveernes en andere huizen waar de bourgondische Vlaming zichzelf gaarne laat vergasten op versnaperingen, in vaste als in liquide vorm.

Het gevolg laat zich raden. De zich ter ontspanning tot de vertrouwde herberg wendende Vlaming ziet zich geconfronteerd met de bede des uitbaters de op het terras gewenste verfrissing eigenhandig te gaan afhalen aan de toog, een ingreep ingegeven door een nijpend gebrek aan bedienend personeel.

Het kan trouwens erger. Mogelijk vindt de na gedane arbeid naar vriendschap en gerstenat hunkerende hardwerkende Vlaming de deur zijner kroeg gesloten omdat de van hulp verstoken kastelein zich van vermoeidheid genoodzaakt zag de handdoek naast de wasbak te smijten en zijn etablissement voor betreding af te sluiten.

Geen treffer raakt Vlaanderen voller in de ziel dan de benepen restrictie op flexijobs die De Croo en Co meenden het horeca-bedrijf te moeten opleggen.

Vandaar de expeditie langs terrassen die ik met de mijnen onderneem ter verspreiding van de gerechtvaardigde eis tot herstel van de flexiregeling voor de ons zo na aan het hart liggende horecasector, weliswaar tegen de prijs het pure marktwerk een weinig te moeten verwaarlozen.

De Croo, terrassend Vlaanderen spreekt duidelijke taal: gun hen het onbekommerde genot om in vriendenschaar verenigd een pint of garnaalkroket aan tafel geserveerd te krijgen zoals die dat gewend zijn.

Betreft het hier het laatst resterende mankement dat te delgen valt? Neen, driewerf neen, wel in tegendeel, maar als symbool voor het falen van degenen die zich zo overmoedig de erfenis van de Italiaanse barokcomponist hebben toegeëigend en vervolgens besmeurd, kan het tellen. Vandaar onze oproep tot een bierviltopstand die gisteren, zo mochten we ervaren, allerminst in dovemansoren viel. We stonden pal, schouder-aan-schouder!

Geniet van uw al dan niet druilerige zondag.

Facebook, 26 mei 2024

Labels