Zondagsmijmering: Over de babywinkel
Of 32 jaar geleden ook dergelijk bezoek mijn deel was, herinner ik me niet. Bij geboortes brachten mensen toen toch vooral naar eigen keus geschenken met onpraktische onevenwichten in de prille uitzet tot gevolg. Of, zo mogelijk nog meer besproken, gleden er stukken in de kinderlade die, ik wik de woorden, ietwat haaks stonden op de esthetische voorkeuren van de ouders (lees ‘van de moeder’) en bijgevolg nooit meer uit die lade kwamen tenzij als geschenk voor een later geborene. Dat als euvel gekwalificeerd effect gaat er dan wel van uit dat moederssmaak samenvalt met die van het ukje waarover het eigenlijk behoort te gaan maar diens wezenlijke inbreng is aanvankelijk zeer bescheiden en beperkt zich tot huilbuitjes die wijzen op honger of afscheiding van excrementjes.
Geboortenlijsten heten doeltreffend en verzekeren de uitbouw van een consistente startuitrusting. Ze doen wel inboeten aan persoonlijke inbreng van de gever maar mijn verzet tegen geschenkenlijstjes staakte ik reeds decennia geleden; ongaarne trouwens.
Mocht er ook 32 jaar geleden zo’n babywinkelbezoek hebben plaatsgevonden, dan maakte dat te weinig indruk om er nu nog reminicenties aan over te houden. Ook geen trauma’s dus. Het geheugen kneep een oogje dicht en keek de andere kant op, een talent waarover mijn memorie uitgebreid beschikt trouwens.
Voorbije week was het (mogelijk weer) zo ver.
Als er één plek bestaat waar de plaats van de man onbetwist is, dan wel de kinderwinkel.
Op plaats één meent de trotse moeder te staan. Ze dwaalt. De verkoopster leidt de missie. Het gaat trouwens uitsluitend - mogelijke uitzonderingen bevestigen de regels - over vrouwen die hun bolbuikige sexegenoten in deze queeste bege-leiden. Van genderevenwicht laat staan quota is in deze branche geen sprake en niemand die er over peinst daarvan wel een thema te maken middels opgewonden opiniestukken.
Wat een beroep ook, dat van ‘verkoopster in een babywinkel’. Een kastelein die een alcoholist nog een pint wil aansmeren staat voor een neteligere opdracht.
Die verkoopster leidt dus de tocht door de rekken maar wel op een wijze dat de aanstaande moeder, tweede in de pikorde op grote afstand van de eerste, de indruk behoudt soeverein over de operatie te heersen, terwijl ze in feite als was in de warme handen van de vriendelijke winkeldame gekneed wordt.
Wat een vakkennis etaleert deze laatste. Ze dirigeert de klanten naar wat zij wil verkopen, probeert het minste teken van instemming uit te lokken en bevestigt dat vervolgens alsof ze zelf niet anders kan dan akkoord te gaan, als was het de ouder die tegen het commercieel belang van de zaak in een keuze heeft gemaakt waar de verkoopster zelf nooit eerder op gekomen zou zijn.
Op drie staat de rayonverantwoordelijke die bij twijfel wordt geraadpleegd om een rechtvaardige rechter gelijk wijs oordeel te verschaffen.
En dan, pas dan, staat op vier de sedert de verwekking aardig in de hiërarchie weggeschoven vader (in de veronderstelling dat geen nobele onbekende mede-zwangere passeert want dan schuift vader naar plaats vijf).
Die krijgt wel de onmogelijke opdracht, bij binnentreden nog eens nadrukkelijk door de moeder in het oor gefluisterd, er voor te zorgen dat alles binnen de perken blijft. Evenwel, amper de drempel overschreden metamorfoseert de opdrachtgeefster tot de grootste hinderpaal in het volvoeren van het karwei. Geef ook toe, wat staat die behoeder van de maat ter beschikking om op te tornen tegen de door het span verkoopster-moeder gewekte indruk dat net dit, weliswaar naar zijn gevoel lichtelijk overprijsde artikel zal beslissen of de komende spruit op een gelukkig leven vooruit mag zien dan wel veroordeeld wordt tot een bestaan vol kommer en kwel?
Neen, het gaat verder dan veroordeeld worden tot overbodigheid. Tersluiks gaat de fuik open. ‘Dit is wel mooi. Wat denk jij?’ Door ervaring wijs geworden, beseft de vader dat de dobbelsteen al stabiel in de bak ligt en weerstand bijgevolg zinloos is, en dus knikt hij amper waarneembaar. ‘Je vindt het ook leuk hé. We nemen het’, klinkt het prompt. En daarmee staan ook vaders vingerafdrukken definitief onder het eigenlijk buiten hem getroffen besluit. Hij kan, nu medeplichtig, geen kant meer uit.
Meer uitleg is hier overbodig. U kan het gevolg van dit uren durende bezoek raden.
En mijn hart? Wat dacht u? Haar hand streelde bij het vertrek nog eens over haar buik en ze keek me tevreden aan. Mijn hart dus? Dat was inmiddels gesmolten.
Fijne zondag en geniet van het ontluiken van de lente
Foto: voor het rollend materieel werd mijn expertise wel ingeroepen
Facebook, 16 maart 2025
- Login om te reageren