Zondagse mijmering: Paradijs Cinema

Zondagse mijmering: Paradijs Cinema

Zit u in het Barbie-kamp of mogen we u rekenen bij de Oppenheimers-club? Barbie of Oppie, vluchten kan niet, de keuze dringt zich onweerstaanbaar op, op straffe van maatschappelijke isolatie. Althans zo wil de barnumpromotie ons doen geloven.

Knap toch hoe een vanuit praktisch oogpunt versleten fenomeen als het bioscoopbezoek - talrijk zijn de bezitters van gigantische, volledige kamerwanden bedekkende televisieschermen, talrijker nog de abonnees van aanbieders van een uitgebreid filmpalet - zich toch weet te handhaven, het Zeeuwse motto om te worstelen en weer boven te komen getrouw, en er zowaar weer in slaagt menig gezin of vriendenbende voor schier existentiële keuzes te plaatsen.

De hier bijgevoegde foto wekt een andere indruk maar, we onttrokken ons niet aan de alomtegenwoordige greep, wij kozen voor Oppenheimer. Op onze tram zaalwaarts zaten onder meer drie duidelijk bij elkaar horende adolescenten van ontluikend vrouwelijk kunne die blijkens hun nauwlettend samengestelde uitmonstering vastbesloten waren de andere optie te lichten. Een van hen legde de vriendinnen een tempo op dat een opwinding verried, verre voorbij de mate die meer pragmatisch ingestelden zich kunnen voorstellen.

In het zalencomplex scheidden de bokken zich van de geiten, de ene groep naar de andere zich afscheidende een laatste blik van onbegrip werpend en vervolgens aandachtig monsterend hoe de eigen gelederen waren samengesteld. Je probeert aan de hand van de verschijningsvorm dezer die voor dezelfde film opteerden vast te stellen of je al dan niet de juiste keuze hebt gemaakt. In dit concrete geval kon op basis daarvan geen beslissend oordeel geveld worden en dienden we de film zelf als scheidsrechter te laten fungeren.

Jaren geleden besloten mijn ouders - nochtans notoire cinemafoben en dus tot zodanige verbazing van eenieder uit hun omgeving dat de term ‘oud zot’ viel - in de cinema op de Grotesteenweg in Berchem naar De Witte te gaan kijken. Ze bleken de enige twee te zijn die net die middag daartoe hadden besloten. De tent sloot niet lang daarna logischerwijs definitief de deuren, voorafgegaan door menige dorpsbioscoop en snel gevolgd door de rest. Het fenomeen bleek rijp voor begraving.

Niet dus. Plattebeeldschermen thuis, streamz, disney, netflix en consoorten: de onbeperkte keuzevrijheid kan het genot van de zaal toch niet helemaal verdringen, vandaar de taaie weerstand die het bioscoopfenomeen biedt tegen het ogenschijnlijk onvermijdelijke. Hier en daar duiken zelfs weer lokale filmzaaltjes op, voor de fijnproevers die zich niet laten verleiden door de publiciteittsunami voor de blockbusters waarvoor wij eergisteren dus, bij wijze van grote uitzondering en om nog eens gezellig een cinemaake te doen samen, gezwicht zijn.

Gezellig, romantisch, te grote pot popcorn - in haar geval de zoute versie zowaar gecombineerd met m&mmekes - of - in mijn geval - te grote zaak schepsnoep, het blijft een bijzondere aantrekkingskracht behouden.

(Over dat schepsnoep gesproken. Soms staat er zo’n kraam in treinstations en mijn weerstand wil dan wel eens breken. Buitenmaatse plastieken buidels en scheppen waarmee kopermijnen kunnen worden ontgonnen, leiden er onweerstaanbaar toe dat je voor veel te veel geld veel te veel coladrop, zure beertjes en zwarte nestels in de zak laat glijden maar de vaste belofte aan jezelf bij het opduiken van de eerste maagkrampen om nooit meer te zwichten voor deze verlokking heeft, dat besef je meteen al te goed, geen enkele betekenis.)

Geen slecht woord over de Oppenheimer-prent, geen van de 180 minuten verveelden me. Knappe prestaties alom en blij een kleine bijdrage geleverd te hebben om het instandhouden van een schone traditie.

Wil je evenwel de echte bioscoopliefde voelen, de onweerstaanbare charme van de pellicule, ga dan ook zoek naar Tornatores Cinema Paradiso en geniet van een weergaloze prent die doet smelten.

Facebook, 23 juli 2023

Labels