Zondagse mijmering: Over mannekesplak

Zondagse mijmering: Over mannekesplak

Al wandelend met Tuur aan het andere eind van de les, onduidelijk wie door wie via die band werd geleid, kruisten we een koppel zich door niets bijzonders in de kijker fietsend, noch door het allerklassiekste rijwiel dat ze bereden, noch door zomerse short en bijhorende hemdje waarin ze getooid waren, noch door haartooi. Toch nam ik hen waar, bewuster dan de bomenrij of weideafrastering waarlangs of de grassprietjes waarover ze pedaleerden.

Iets aan hen trok mijn aandacht, met name hun tatoeage.

Het zal u verbazen dat een armbeschildering mijn aandacht wist te trekken, als betrof het een zich uitzonderlijk voordoend fenomeen. Zomerse tijden maken wat dat betreft wijzer.

De schaarse vestimentaire bedekking waartoe uitbundige zonneschijn uitnodigt, onthult aardig wat inktpatronen aangebracht op armen, kuiten, ruggen of enkels; een niet uitputtende opsomming aangezien zelfs in de heetste zomermomenten bepaalde lichaamsdelen aan het zicht onttrokken blijven, althans in de plaatsen waar ik me begeef.

Ooit, ik spreek over mijn al te lang vervlogen jeugdjaren, was het fenomeen bijlange niet zo wijd verbreid. Tattoo’s tooiden ledematen van figuren van te mijden allooi, zo werd ons als middenklassertjes ingeprent. Voor beschilderingen op zeelui bestond wel begrip. Een anker op geoefende bovenarm of borst, illustreerde passend het gebruik van betrokkene om de zeven wereldzeeën te bevaren. Zelfs een bel in ‘s zeemans oorlel werd als passend beschouwd, een papagaai op de schouder als warmhartig. Wie het matrozenambt uitoefende, werden voorrechten vergund want tenslotte zorgde in die nog duidelijke tijden vader voor het brood op de plank maar de matroos voor zout en peper in de door moeder bereide soep. Hou de matroos dus te vriend en mijdt hommeles met dat gild.

Verder stootten tattoos op grote afkeuring bij brave lieden. In mijn dreumesjaren kocht ik al wel eens een snoepje bij Jan Ei die een winkel dreef in een hoekpand en zowat alles maar naar mijn herinnering toch vooral snoep, desgewenst per stuk te betrekken, in de aanbieding had (ik vernam pas veel later dat Ei niet zijn familienaam was maar wel het product dat hem in de buurt de reputatie van levensredder bezorgde.) Toen ik eens terugkwam bij grootmoeder, Jan Ei’s zaak bevond zich op haar hoek, met als oogst een pakje kauwgom bevattende kauwgom en een kartonnetje met opdruk die overgebracht kon worden op een kindervelletje mits de betrokken plaats met speeksel te bevochtigen en het blaadje er omgekeerd op te drukken, kroop er enige paniek in het gemoed mijner verwekkers. Zo’n tijdelijk girafje als mannekesplak op mijn voorarm leek op zich geen verschrikking, het kon evenwel de sluipende voorbode zijn ener verglijding voorwelke ze hun zoon tot elke prijs wilden behoeden.

Om maar even de eertijdse verdachte status van tattoos te illustreren.

Intussen lopen arbeider, student en burgerman, van welk kunne ook, ongegeneerd te pronken met subtiele dan wel buitensporige lichaamsbeschilderingen. Geen van de tallozen die ik deze zomer ‘bewerkt’ zag rondlopen, wekte de indruk als scheepsmaatje de kost te verdienen. Het gebruik heeft het landrotdom stevig in de greep gekregen.

Vanwaar die drang om zich op te smukken met onuitwisbare sieraden? Halsketting, ring, armbandje, valse wimpers, nagellak, haartooi of -kleur, snor of baard; ze hebben allemaal tot doel de drager ervan te verfraaien maar blijven aanpasbaar aan moment en gemoedsgesteltenis. Vandaar dat deze vormen van opsmuk beter lijken te passen in deze tijden van fluïditeit. Alles vloeit, wisten de Grieken al, en dat gevloei nam bepaald niet af. Niets lijkt vandaag nog zeker. Relatie, woonplaats, baan, gender, vriendschapskring, plichten en verboden: wat gisteren was, geldt vandaag niet meer en morgen zal het, zo vermoeden we, weer anders zijn.

En dan duiken die onuitwisbare tattoos op. Totaal tegen de tijdsgeest in laten mensen zich voor eeuwig* brandmerken!

Dat was wat mij bij beide fietsers opviel. Niet zozeer dat ze getatoeëerd waren, hoewel behorend tot die brave klasse die er tot voor kort niet over zou peinzen zich te laten be-inkten, wekte mijn opmerkzaamheid, wel dat beider bovenarm een opvallend identieke beschildering liet zien. Zij toonden zeer uitdrukkelijk bij elkaar te horen. Een trouwring vermag deze verbondenheid niet eens even geprofileerd uit te drukken. Ten eerste wil die wel eens lijken op het modelletje dat een ander koppel koos, wat het inwisselbaar maakt en dus verwarring omtrent de samenstelling van het stel kan veroorzaken. Daarnaast is een trouwring afhaalbaar. Een gemeenschappelijke tattoo straalt in die zin meer trouw uit dan zo’n gouden ringetje.

Tatoeages die verwijzen naar kind, bomma of lief, verloren vriend, geliefde club of hobby, zouden ze getuigen, een vast baken zijnde, van heimwee naar enige vastheid in het leven die zo dikwijls ontbreekt in onze vloeibare tijden?

Die gedachte, nooit eerder dan bij het passeren van aan het begin genoemd koppel bij mij opgedoken, leek me een mijmering waard.

Prettige zondag.

Facebook, 17 september 2023

* Ook hier staat de technologie niet stil, wat de strekking mijner tekst relativeert. Een ultrakorte zoektocht op google levert dit op: “Wil je een tattoo of tatoeage laten verwijderen in de provincie Antwerpen? Dan zit je goed bij <naam bedrijf>. Je tattoo weghalen verloopt hygiënisch in onze steriele praktijk. We maken gebruik van een hoogtechnologische laser. Deze techniek zorgt ervoor dat je geen brandwonden krijgt en onze laser laat ook geen vervelende littekens achter. In vergelijking met andere, oudere lasers werkt die van ons efficiënter en sneller, waardoor dit kosten kan uitsparen voor jou. Je zal bijvoorbeeld minder sessies moeten boeken voor het weghalen van een grotere tattoo.” Tja, echt niets is nog echt zeker.

Labels