Zondagse mijmering: Over het Iphone-wapen

Zondagse mijmering: Over het Iphone-wapen

Oorlog is vreselijk. Die deur moet niet ingetrapt want mag geacht worden voortdurend open te staan. Als historische herinnering nog iets betekent zou dat zeker in Vlaanderen het geval moeten zijn.

Een rondrit door de Westhoek doet die verschrikking onder de huid kruipen middels rijen en rijen en rijen smetvrij witte kruisjes, hier en daar onderbroken door een davidster.

Ik pik er bij zo’n bezoek graag, nu ja ‘graag’, eentje uit. William Jones, Stillwater Oklahoma, 1897-1917. Opgegroeid op een boerderij wellicht, gehuld in zo’n jeanssalopette en met branie een strootje kauwend, geleund over een hek cowgirls nafluitend, vol potentie, stel ik me voor.

Dan de dag waarop de postman, eigenlijk altijd heraut van slecht nieuws daar in de midwest waar ze elkaar geen brieven sturen tenware ellende moet gemeld worden, de oproep om in dienst te gaan aflevert. Dit keer goed nieuws. Eindelijk breekt de sleur, het avontuur lonkt, groot stuk wereld zien, bij terugkomst zwaar scoren bij de cowgirls. William herleest de brief opgewonden, zijn moeder wrijft met de schortpunt even over het oog.

De reiszak over de schouder, naar de verre kust, per boot naar de verdere kust, ingezet in een dorpje dat ze daar Passendale noemen. ‘Hoe vertaal je dat in het Engels?’, vroeg de nieuwsgierige William. ‘Hell’ zo bleek snel. Nooit geen cowgirls meer. Alleen de ultieme vergetelheid onder het zerkje met opschrift “Here rests in honored glory, an American Soldier known but to God" bleef hem bespaard.

Soldatenkerkhoven, een beeld van Käthe Kollwitz, het doet toch nadenken op zo’n miezerige tussendag tijdens de vakantie aan de Vlaamse kust of op de jaarlijkse daguitstap van de heemkundige kring. Gebeeldhouwde aangrijping. Steen dat niet op een koude steen valt. Maar straks, als de zon weer doorbreekt, terug op de strandstoel of een Westvleteren bestellen op een terras, “nu we hier toch zijn”.

Wat dan te zeggen over de dagelijkse vloedgolf aan gefilmde gruwel die ons nu treft, als ware het een salvo uit de afvuurpijp van een mortier? Kinderlijkjes, jonge meisjes onteerd en vermoord, stromend bloed uit verminkte ledematen. Als beeldhouwwerken over gesneuvelde soldaten kunnen doen huiveren, wat vermogen dergelijke video’s dan?

Beelden. Ze maken een wereld van verschil. De oorlog in Yemen kostte tot nu rechtstreeks en onrechtstreeks 370000 mensen het leven, in meerderheid burgerslachtoffers. De grootste humanitaire crisis lees ik in een ambtelijk opgesteld rapport van de Verenigde Naties. Maar geen dagelijkse stroom aan video’s, dus geen reacties op twitter, geen betogingen in onze steden, geen resoluties. Niet gevat door een mobieltje en dus blijft de onbekende Yemeniet onbemind, onbetreurd, ongezien.

“ (X) hebben van deze korte oorlog ernstig te lijden gehad, vooral van de hevige bombardementen van de (XX) om de aanvoerlijnen van de tegenstanders af te snijden. Hele dorpen werden van de aardbodem weggeblazen, wijken in de belangrijkste steden werden in puin gelegd. Er vielen talloze burgerslachtoffers en er ontstond grote schaarste, niet alleen aan voedsel en medicijnen maar aan allerlei voor het dagelijkse leven onmisbare goederen. De ellende was ongekend. (XXX) soldaten verklaarden later dat ze nog nooit een land hadden gezien dat er zo desolaat en mistroostig bij lag.”

Ik stootte eergisteren op deze passage in een boek over de geschiedenis van Sicilië. Lees voor X ‘Sicilianen’, voor XX ‘geallieerden’ en ‘XXX’ Amerikaanse. Het gaat over operatie Husky ter bevrijding van Sicilië van fascisten en nazi’s, een cruciale stap in de opbouw naar de geallieerde zegetocht.

Hoe zou de Tweede Wereldoorlog afgelopen zijn, mochten ze toen over Iphones beschikt hebben?

Het is een mijmering, geen pretentieuze aanzet tot oplossing.

Facebook, 5 november 2023

Labels