Zondagse mijmering: Over bakkers
Mijn wat laattijdige komst hoor ik binnen afzienbare tijd te compenseren met het offreren ener volgend, dan voor mij niet en dus voor de gebruikers weer wel, gratis vat. Nu nog een goede gelegenheid vinden. Zal wel lukken en de voorstellen bereiken me voorzeker via diverse kanalen.
Goed, de weergoden maakten het die maandagavond mogelijk het gerstenat op straat te nuttigen. Babbeltje hier, schouderklop daar en toen sprak een studente me aan - wordt de term ‘por’ nog gebezigd? - met de mededeling dat ze elke zondag mijn mijmeringen leest. Het besef dat wat ik nu via mijn vingers uit mijn breintje laat rollen seffens - nu dus in uw concreet geval - via de ogen in andere breinen binnendringt, is op zich geen nieuws maar deze concrete illustratie verblijdde mijn hart toch zeer. Ik groet haar bij deze hartelijk, en u uiteraard niet minder. Het spoorde me alleszins aan ook vandaag wat te mijmeren want deed me weer beseffen welk een heerlijk voorrecht het is gewillige oren dan wel ogen te treffen bij het gesproken, respectievelijk geschreven woord.
Zondag is pistolekes-, koffiekoeken- en tigerkesdag. Wanneer de tijd me vergund wordt, bak ik mijn brood graag zelf maar een zondagochtend verdient toch wel vakwerk op het ontbijtbord. Terwijl ‘die van ons’ zich boven nog mooier maakt dan ze al is, pleeg ik in zondagochtendtempo bakkerwaarts te sleffen en na aanschaf van het bestelde, grabbel ik uiteraard De Zondag mee.
Vanochtend deed zich het uitzonderlijke feit voor mijn huisgenote bij de bakker te ontmoeten, weze het in gedrukte versie op de vooroagina van de bakkerskrant. Ze is weer van leer getrokken. ‘Franketik’ zette ze ooit op haar twitterprofiel. Er bestaan minder treffende omschrijvingen van mijn ontbijtgenote. U leze haar ook digitaal gratis beschikbare exploot gewoon even rustig maar dat kan ik al wel zeggen, het gaat bijvoorbeeld over conservatisme.
Ik noem me al zowat heel mijn intussen toch al lange leven zo. Toegegeven, dat daardoor her en der in kringen wier opvattingen mij zeer tegen staan verontwaardiging wordt opgewekt, beschouw ik zeker niet als de minste kwaliteit van de term. Anderzijds, het kan zo veel betekenen dat het soms ook niks meer betekent.
Voorbije week stootte ik op een facebookprofiel op weer een poging tot afbakening van het begrip. Het ging wat heen en weer tot de zinssnede ‘De moderniseringswaan of neofilie onttoveren’ me trof.
Neofilie - heerlijk toch maar dat geldt ook voor moderniseringswaan. De auteur van de zin wist klaarblijkelijk niet te kiezen tussen beide en koos dus niet. Ik begrijp hem helemaal dat de lezer niet één van beide wilde ontzeggen.
Vooral de combinatie met het werkwoord ‘onttoveren’ tilt de passus verre boven het niveau van de banale vaststelling. Onttoveren, dat is toch de specialiteit van progressieven en bij deze wordt het kanon gewoon richting hun eigen gelederen gekeerd. Daar til ik mijn hoedje graag even voor op.
Het is zondagochtend en dan mag er wat gespeeld worden. Een poging mijnerzijds: “De conservatief is ook degene die begrepen heeft dat de progressief vandaag vurig bepleit wat die morgen, indien verworven, bekampt als zijnde laakbaar omdat hij vooruitgang (onmeetbaar wanneer er geen doel bepaald wordt) verwart met verandering.“
Beschouw het als een poging tot onttoveren van de neofilie, ook wel eens moderniseringswaan genoemd, bij het genot van een heerlijke kop zondagochtendkoffie.
En wat ook zo conservatief is? Brood bakken. Dat gaat in wezen over zelfbestuur in het spoor van wat zowat de oudste traditie moet zijn. Wat uit de oven komt, ruikt heerlijk, smaakt fantastisch en dat des te meer als het gebroken wordt.
Een mens zou haast denken dat er een christendemocraat in mij schuilt. Of toch gewoon iemand die met grote belangstelling leest wat zijn franketik allemaal de wereld in gooit en suggereert om het brood vandaag toch maar bij de bakker te gaan halen?
Facebook, 9 oktober 2022
- Login om te reageren