Zondagse mijmering: Over assurantiën onder meer

Zondagse mijmering: Over assurantiën onder meer

Op de achtergrond klinkt een requiem van Niccolo Jommelli want op de Nederlandse Radio4 is zondag zondag en dus spelen ze daar op de zevende dag van 9 tot 10 muziek ‘tussen hemel en aarde’. Een veelbelovend zonnetje beschijnt de druppeltjes op de vijgeblaadjes, krassende kauwen en roekoeënde duiven duelleren vanuit een boom met Jommelli, een andere gevleugelde vist een prooi uit een bloempot en gaat die in de dakgoot onderzoeken, ik pluk een rijpe framboos, de buurman hoest, de kerkklokken beginnen te luiden. Als rust roest, dan bevind ik mij temidden een schroothoop oud ijzer.

Volgens mijn weerbericht zal die veelbelovende zon trouwens de gestelde verwachtingen beschamen. Naar verwachting laat ze ons seffens in de steek en kruipt ze weg achter een wolkenparavan. De eerste sluiers aan het zwerk waarschuwen dat de weerapp wellicht superieur is aan de hoop op een normale juliweerzondag.

Het weze zo, ik laat er de ochtendgelukzaligheid niet door aantasten en laat mijn gedachten gaan over de vraag ‘Wat heeft een mens aan luxe nodig?’ Een stuk zeep, tandpasta en voldoende WC-papier is niet alles maar toch al veel. Zo’n ‘het papier is op’-moment is dusdanig ellendig dat het niet voorkomen ervan een mens gelukkig moet stemmen. Dat papier speelt een cruciale bijrol in de film van het leven en het is goed zich daar bewust van te zijn.

Wat ook een luxe is: een antwoord krijgen op een gerede vraag. U las hier eerder over mijn vermiste aangetekend schrijven. De klantendienst van b-Post zou me terug contacteren. Niet dus, ik heb na dagen wachten maar zelf terug contact opgenomen om dan te vernemen dat het stuk als verloren dient beschouwd te worden. Daar moet je zelf achteraan blijkbaar.

Intussen reageerde een verhuurder van bestelwagens op mijn ingevulde bestelbon dat ik binnen 24 uur bescheid zou krijgen. Het is het laatste wat ik van die firma vernam en de aanleiding waarvoor ik een bestelwagen benodigde, ligt alweer achter de rug.

Mijn bankapp kan een probleempje niet regelen. Een diginaut zou ik mezelf niet noemen, dus wellicht demonstreer ik slechts mijn eigen beperktheid door de hulpdesk te contacteren. Niet want ook de dame aan de andere zijde komt er niet uit, erkende ze ootmoedig nadat ze me een kwartier lang aan de draadloze lijn had gehouden, de wachttijd weliswaar veraangenaamd door een vlotte deun die zowaar mijn niet bestaande dansbenen bijna in beweging bracht. Haar supercompetente collega zou me bellen “maar misschien niet meer vandaag”. Blijkbaar bedoelde ze “niet meer deze week”.

Een betalingsprobleempje met de verzekeringen? Los ik mooi zelf online op. Oei, wanneer ik ‘facturen’ aanklik, verschijnt de mededeling dat ik daar binnen afzienbare tijd mijn facturen zal kunnen raadplegen. Ben ik verzekerd bij Compagnie Assurantiën, Discontering en Beleening der Stad Atlantis? Enfin, een elektronisch formulier - dat hebben ze wel - ingevuld met de simpele vraag: “hoe zit het?” We zijn een week later. Wellicht ligt de vraag op de stapel die de jongste bediende nog moet overtypen.

Dat was het? Neen. De afbraak van het huis naast het mijne zorgde voor extra tochtgaten in daarvóór middels een volle muur mooi van de buitenwereld afgesloten slaapkamers. De bouwheer erkent in een mail in antwoord op de bezorgd bezorgde foto’s dit effect als zijnde niet in overeenstemming met de afspraken. Werkt daar een Brit gespecialiseerd in de schone kunst der understatement? Enfin, ik zou dra gecontacteerd worden om eens te overleggen over een oplossing.

Drie weken later… nog niks. De steunbalk waarop het dak rust, lijkt het bestand als wankel te beoordelen.

De verzekering, zegt u? Jaja, ik ben in contact met de Compagnie Assurantiën enzovoort. Daar werkt trouwens iemand die mij goed kent want op mijn keurig bericht dat melding maakt van het mij overkomen sinister kreeg ik wel prompt antwoord, kameraadschappelijk beginnend met ‘Beste Peter’. Dagenlang heb ik mijn tanend geheugen geteisterd om uit te vlooien waar ik die vertrouwelijkheid aan heb verdiend. Ik zou mijn correspondent natuurlijk ook gewoon kunnen negeren. Dat lijkt steeds meer het gebruik.

Intussen neemt de sluiervorming toe, de klok van 10 heeft geslagen, mijn buurman kreeg intussen zijn dochter over de vloer en die gevederde vriend blijft geestdriftig de dakgoot schoonmaken. Ik hoop dat al die niet reagerende correspondenten een even vredevolle zondagochtend beleven. En u ook.

Noot: mocht het vogeltje deze tekst lezen: Dat ‘vriend’ is bij wijze van spreken. Ik denk niet dat we elkaar al eerder ontmoet hebben, dus breek er uw vogelkopje niet over. Wel bedankt voor de schoonmaakbeurt. De dakgoot was er aan toe. Weest dus altijd welkom en dan wordt dat ‘vriend’ misschien weldra meer dan een manier van spreken.

Noot na de noot: Bestaat toeval? Een vijftal uren nadat ik deze tekst schreef, hoor ik in de wagen op Klara het Miserere mei Deus van de ‘haast vergeten’ … Niccolo Jommelli. Haast vergeten maar wel de vedette van deze zondag. 😉

Deze zondagse mijmering verscheen op Facebook op 4 juli 2021.

Labels