Zondagse mijmering: Hoeveel slechte mensen zouden er zijn?

Zondagse mijmering: Hoeveel slechte mensen zouden er zijn?

‘Hola, De Roover, ‘t is zondag hé’, hoor ik u tot hier zuchten terwijl u al na de eerste zin zin hebt om af te haken.

Wacht even, misschien krijgt het hier nog een opbeurende draai. Laat ik bijvoorbeeld meteen zeggen dat er, volgens mij en ook een beetje om uw zondagse luim niet verder in het gedrang te brengen, geen echt, door en door slechte mensen bestaan.

Denk aan de concentratiekampbewaker die ‘s avonds op zijn piano Bach speelt of ‘aporte’ gaat spelen met zijn trouwe viervoeter. Wie ontroerd wordt door Bach of blij kan worden van een hond die een weggesmeten stuk hout gaat halen en weer keurig voor de voeten des werpers smijt, is niet door en door slecht al doet het beroep in dit geval toch wel het allerergste vermoeden.

Indien ik met die vaststelling uw zondag alweer wat heb ontzien, voegt de realist in mij er wel aan toe dat een door en door goede mens ook tot een uitermate zeldzaam mensentype behoort en wellicht zo zeldzaam voorkomt omdat die slecht uitgerust is om te overleven.

Mensen doen goede en slechte dingen, dat dan weer wel en in grote getale. Het is niemand minder dan mijn teergeliefde die mij onbedoeld op dit mijmerpad zette met een sociaal media-bericht, luidend als volgt: “Er zijn zoveel mensen die onze stad mee proper maken, veel meer dan er vetzakken zijn. Gelukkig maar. 💖” en begeleid door een foto van haar en de burgemeester van de koekenstad, samen alaam bedoeld voor het opzuigen van zwerfvuil voortrekkend.

Daarmee stappen we van filosofische bespiegelingen waarbij Kant, Bentham, Rawls of Aristoteles als wegwijzer kunnen worden ingezet over naar oorzaken van dagdagelijkse kommer en wel ongeveer ieders straat teisterende kwel.

Zwerfvuil dus. Wie een blik, sigarettenpeuk of chipszakje nadat het dienst verleende op de dichtstbijzijnde stoeptegel keilt, is daarom nog geen doorslecht sujet - ik ben mild want het is zondag - maar doet iets slecht, als u het mij vraagt zelfs iets onbegrijpelijk slecht.

Ik ben geen engeltje, zeil mijn levensboot wel eens langs kusten die wellicht beter gemeden worden, sprak ooit woorden die ik onuitgesproken had moeten laten, oordeel soms onoordeelkundig en dus onrechtvaardig, leef de Tien Geboden eerder terughoudend na, ben op menig ondeugd betrapbaar en speel geen Bach; ik weet het en erken mijn tekortkomingen maar een blik of plastieken zakje op straat smijten: NOOIT, JAMAIS, NEVER, NIE, e così via.

In deze aangelegenheden behoor ik uitdrukkelijk niet tot de eerder genoemde categorie der ‘vetzakken’ maar bij deze der ‘stadproperhouders’.

Proper maken, is nog een stap verder dan proper houden. Gisteren nog smeet ik een op straat rondslingerend stuk papier in de vuilnisbak. Dat doe ik wel meer maar consequent zwerfvuil oprapend door de stad struinend, zo zal u me te zelden tegenkomen.

Overdreef mijn teergeliefde in haar voluntarisme? Verloor ze door helse pijnen - ze brak onlangs haar elleboogske ocharme - gekweld haar zin voor de realiteit? Kan niet, want deze jongen speelt al een hele week Flor Nightingale wat een grote balsem op haar wonde mag heten. Ze heeft natuurlijk gewoon gelijk met dergelijke oproep en daarmee scherpte ze mijn aandacht voor het probleem nog verder aan. Ik hoop van u hetzelfde.

Maar er is iets wat doet vermoeden dat de stoute mensen, de ‘vetzakken’ dus in deze aangelegenheid, met veel meer lijken te zijn dan ook daadwerkelijk het geval is. Stel u voor dat 90% - wat zeg ik, maak er 95% van of zelfs 99% - de straat niet beschouwt als open stortplaats, dan volstaan die 10% ‘vetzakken’, of 5% en wellicht zelfs 1% om er een complete puinhoop van te maken.

Als 1% gewelddadig rondloopt, zijn de straten onveilig; rijdt 2% dronken met de auto, dan is de weg voor iedereen een gevaar; vuilbekt 10% op sociale media, dan wordt dat een virtueel riool; enkele tientallen hooligans maken tienduizenden voetballiefhebbers verdacht. Er zijn statistisch niet veel scheeflopers nodig om de boel te verknallen. Dertig jaar onderwijs helpt om dat mechanisme te doorzien.

Dat feit laat allerhande besluiten toe. Laat me deze suggereren omdat het zondag is: de wereld is niet zo slecht als hij er uit ziet.

Hét nieuws dat bij mij deze week bijvoorbeeld een opgewekt fluitdeuntje uitlokte, kwam van een 83-jarige Frans-Canadees. U moet daarbij weten dat ik een groene jongen ben. Neen, geen jongen van Groen. Noem me om alle misverstanden te vermijden maar een groene conservatief.

Het concept van Yvon Chouinard grijpt me naar dat behoudsgezinde hart. Zijn merk Patagonia maakt buitenkledij dat levenslang moet kunnen meegaan. Is er slijtage te merken? Jas binnenbrengen en na reparatie weer dragen. (Ik heb wel eens de neiging gewone kledij te gebruiken als was het van Patagonia-kwaliteit en dat zie je er soms aan maar dat doet nu even niet terzake.)

Duurzaamheid, geen wispelturig modegedrag, tijdloosheid: ik ben, mezelf tot het gild der bewaarders rekenend, helemaal voor. Het zal trouwens wel zijn zeker, zoals jaloezigaards niet nalaten op te merken, dat Patagonia er met dat imago in slaagt duur gerief te slijten, maar het zijn jaloezigaards die Chouinard zijn succes misgunnen die dat dan venijnig opmerken.

Een collega met al wat jaren op de teller vertelde me onlangs dat hij jaren geleden drie paar schoenen op maat bestelde, hem geleverd tegen een pittig prijskaartje maar die hij vandaag - afwisselend, drukte hij me op het hart toen ik naar zijn voeten keek - wel nog steeds draagt, drie decennia lang reeds. Chapeau toch, zo’n schoenen.

Chouinard, om daar weer aan te sluiten, is 83 en heeft dus wellicht geen drie decennia meer voor de boeg. Mogelijk is kledij uit de Zeeman voor hem intussen van levenslange kwaliteit.

Dus ging Chouinard, schatrijk geworden met zijn onverslijtbare merchandise, eens nadenken over de toekomst van zijn jaarlijks zo’n slordige 100 miljoen winst opleverende nering. De zakenman die zich zo niet wil noemen besliste om zijn tent niet te verkopen - wie weet wat de volgende met het merk gaat uitspoken - maar de aandelen er van te schenken aan een non-profitorganisatie die daarmee de klimaatverandering moet helpen bestrijden.

Of hij veel impact zal hebben op die klimaatverandering kan betwijfeld worden maar dat is niet eens de kwestie. Het nieuws dat die oude, puissant rijke trekkingkledijverkoper kiest om de boel te schenken aan een ‘goede zaak’, vertederde mijn groen-conservatieve inborst. Dat hij het niet doet omdat de overheid hem daartoe verplicht nog meer trouwens.

Wat zegt u? Niet moeilijk met zo veel poen? Dan vergist u zich zeer want deze wijsheid leerde ik van ons moeder: ‘duivelszak is nooit gevuld’.

Chouinard schudt de zijne nu leeg. Moge de vaststelling dat niet alles kommer en kwel is uw zondag wat opfleuren.

(Foto: Merk de peuk op, amper 10 cm van de vuilnisbak. 🤷🏻‍♂️)

Deze zondagse mijmering verscheen op Facebook op 18 september 2022. 

Labels