Zondagse mijmering: Het laatste avondmaal
Mijn inleidende zin verwijst naar een gebeurtenis die onlangs plaatsvond en die omstandigheid hoort juister als ‘een laatste avondmaal’ aangeduid te worden, met onbepaald lidwoord en zonder hoofdletters. (U merkt dat de mare over de sterk tanende leesvaardigheid niet in dovemansoren viel. Ik acht het mijn burgerplicht dit zware euvel mee te bestrijden, waartoe deze rubriek mij een uitgelezen vehikel toeschijnt.)
Kort de voorgeschiedenis samengevat: mijn zoon vernam dat het klooster der Witte Paters weldra van eigenaar zou wisselen en de bibliotheek dientengevolge leeggehaald diende te worden. Hij vermoedde dat zijn oudeheer er groot belang in zou stellen in die vrijkomende boekenverzameling een greep te wagen, met die gissing blijk gevend van een juiste inschatting ener zwakheid zijns vaders.
Goed, wij togen kloosterbibliotheekwaarts met een gretigheid die in de geschiedenis slechts zijn gelijke herkent in deze die de sprinkhanen kenmerkte toen zij zich zwermgewijs op de Egyptische oogst stortten. U merkt dat ons verwijlen in die ruimte de herinnering aan de gewijde geschiedenis weer wakker riep.
Na het bergen van de buit in ons karretje, togen we naar de eetzaal alwaar, jawel, een laatste avondmaal werd verorberd. Vier paters zouden ‘s anderendaags het klooster inruilen voor een kamer in een woonzorgcentrum, waarna nog een handvol confraters resten. Zij wachten op vrijgekomen bedden, teneinde de ontruiming van hun vaderhuis te voltooien. Aan de tafel zat een tiental oud-missionarissen, de jongste een vroege tachtiger, de oudste 98. We wezen het gastvrij aangeboden glas wijn niet af.
Rond die tafel geschaard zat een schat aan verhalen, aan rijke Vlaamse geschiedenis met al die zonen die zich lieten uitzenden, geloof en beschaving ten bate. We keken in de getaande gelaten van een stuk kolonialisme.
Verre van mij om hier de verdediging op te nemen van het project de zaken elders even te gaan regelen naar onze inzichten. Daartoe ben ik als Vlaamsnationalist de zelfbestuuridee uiteraard te zeer toegedaan.
De ogen sluiten voor wantoestanden is een feilen maar alle verleende diepmenselijke hulpvaardigheid negeren, is dat niet minder. Hier zaten mannen die hun leven beschikbaar stelden voor een goede zaak, als verpleger, onderwijzer, bouwheer, zieleherder en jawel, natuurlijk, ook als avontuurzoeker. Ze hadden kunnen kiezen voor een wat gelijkmatiger levenspad als onderpastoor in een parochie in de noorderkempen maar de roep van de brousse was sterker.
Deze laatste getuigen knikkebolden berustend voor de kaasschotel, in de gangen hingen rijen foto’s van confraters die de last van de ouderdom ontliepen door vroeger te sterven. Sommige in gewelddadige omstandigheden, soms slachtoffer van opgezweepte tomeloosheid.
Neen, deze tafel verenigde geen heiligen. Duivels evenmin. Sommigen straalden enige strengheid uit, bij anderen maskeerden de diepe rimpels de guitigheid niet, de ene vroeg luidruchtig naar de vleesplank, de buurman wachtte ingetogen zijn beurt af. Het zal ginder niet anders geweest zijn. Het zijn net mensen eigenlijk maar wel mensen die een missie hadden. Hun klooster gaat dicht. Moge het toch niet de laatste Vlamingen met een missie zijn.
Facebook, 21 mei 2023
- Login om te reageren