Zondagse mijmering: Geen tijd genoeg
Dat proces verloopt voor mij uitermate spannend want ik weet wel waar ik begin en meestal waar ik ongeveer wil eindigen maar nooit, voor het zo ver is, op welk punt ik geen nieuwe hoofdletter laat volgen.
Deze lange inleiding dient om extra tijd te kopen bij het doorhakken van de waarover-heb-ik-het-vandaagknoop. Ik twijfel, het weer is er niet naar om te tikken wat ik me voorneem.
De zon straalt, ze trakteert ons op uitgelezen Ronde van Vlaanderen-weer. Ik heb met Wout Van Aert gemeen dat ik er dit keer ook niet bij ben. Het zal de pret niet drukken. (Mijn afwezigheid, bedoel ik.)
Het mooie weer op de dag van Vlaanderens mooiste maakt waarover ik het wil hebben nog confronterender, vandaar mijn aarzeling. ‘La via è bella’ is extra schrijnend wegens de humor waardoor de tragedie nog meer profiel krijgt en dieper gaat snijden. Die veel belovende binnenvallende zonnestraal maakt mijmeren over Koen daarom alleen maar moeilijker. Niks beloftevol meer want van hem namen we gisteren in het crematorium afscheid. Gelukkig was Koen geen wielerfanaat, dat valt dan toch al mee.
Ik ga Koens levensverhaal hier niet navertellen. Wie hem niet kende, heeft er niks aan; wie hem kende, evenmin want kent dat verhaal.
Die ene anekdote wring ik er toch even tussen want we - Koen, Raf en ik - schreven mee wereldgeschiedenis. Zonder ons was het wellicht ook gelukt maar wij waren toch maar mooi paraat in 1990 bij in het ontmantelen van de Berlijnse Muur. Het in elkaar stuikende communisme een neus zettend, vervingen we de sikkel door een beitel, reden oostwaarts en hamerden er lustig mee op los om de doorgang tussen West- en Oost-Berlijn te vergroten. Veertig centimeter prikkeldraad en een brokstuk Muur gingen mee als souvenir. We droegen als het ware ons steentje bij door er wat steentjes weg te halen.
De foto’s van die daad van helden-op-sokken maken nu melancholisch. De 32 jaar die er op volgden, dreven ons uit elkaar. Zonder goede reden rees een muur tussen ons op. Geen muur van ruzie, geen muur van onbegrip, geen muur van onwil maar de muur van het leven.
Wanneer zo veel jaren later bleek dat we elkaar stomweg gemist hadden in Edinburgh - we zaten zowat naast elkaar op een terrasje in de die dag met hetzelfde blakende maar frisse zonnetje overgoten Victoriaanse wijk van de Schotse hoofdstad - vonden we dat spijtig maar niet onoverkomelijk. We zouden dat natuurlijk goed maken. Je kwam trouwens ooit terug naar de Scheldestad. Tijd genoeg om de banden dan weer aan te halen.
En toen de stap naar Antwerpen geformaliseerd werd, viel het gezondheidsverdict. De uitkomst ervan rustte gisteren in een urne op een mini-katafalk.
Tijd genoeg? Klopt, tijd genoeg nu om me voor de kop te slaan omdat we ons door die onbetrouwbare tijd lieten verrassen, jij zelfs met één r.
De aula zat afgeladen vol, wat best opmerkelijk is voor iemand die ruim een decennium in Londen woonde. Ook verslapte banden blijven nog bindkracht overhouden, genoeg althans om toch maar naar de uitvaart te gaan op zaterdagochtend. De vorige herdenking was pas afgelopen, de eerste treurenden voor de volgende reden niet veel later al de parking op. De ene stoet vertrok, de volgende stond klaar. De tweede schoof zwijgend binnen, de eerste verliet het gebouw al babbelend. Want doodgaan is normaal, doodnormaal.
En toch blijven verassingen ons verrassen. Want we hebben nog tijd genoeg hé, niet? Niet.
Het is zondag. Laten we tijd maken.
Verschenen op Facebook op 3 april 2022.
- Login om te reageren