Zondagse mijmering: Flieterfoto's

Zondagse mijmering: Flieterfoto's

Het kostte ons een uurtje slaap - tenware u, als vooruitziende burger, gisterenavond uw lendenen zestig minuten eerder aan de slaapstede hebt toevertrouwd of daarin vanochtend zo’n tijdseenheid langer hebt verwijld, in welk geval het hier besproken maneuvre met de klok niet zozeer uw slapende, dan wel wakende tijd eenmalig heeft ingeperkt - maar beschouw het verzetten van de klok vannacht als een investering. In ruil krijgt u maandenlang, elke avond, één, hopelijk dikwijls zonovergoten, extra uur, potentieel vol van vertier en genot, aangeboden. Dat oppeppend perspectief kunnen we in deze troebele tijden wel gebruiken.

Over troebele tijden gesproken. Vorige zevende dag kruiste ik de degens in het opnameveld van televisiecamera’s met collega’s Almaci en Lachaert. Nu, zeven maal vierentwintig min één uren later, heeft de ene ontslag genomen als voorzitter en zakte de club van de andere in de peiling onder de 10%-grens die de streep trekt tussen de politieke partijen die zich toch nog op enige relevantie bij de kiezer kunnen beroepen en de kneusjes. Bij een volgende debat-gelegenheid zijn mijn opponenten goed beraden zich op het ergste voor te bereiden. Ik stel namelijk slechts vast.

Mevrouw Almaci becommentarieerde haar vertrek onder meer met de vaststelling dat ze op sociale media nog goorder reacties te verteren krijgt dan usance op die platformen, wegens allochtoon en vrouw. Nu komt het mij voor dat er ook andere, meer doorslaggevende redenen meespeelden waarom ze het groene hoofdkwartier ter beschikking stelde van anderen en, naar verhoopt door aanhangers van haar gedachtengoed, beteren. Bovendien is het me niet duidelijk in welke mate de bewering ook strookt met een objectieve vaststelling der feiten. Ook de categorie der geprivilegieerde blanke boomers wordt meer dan sporadisch geconfronteerd met sociale media-reacties die bezwaarlijk te catalogiseren zijn onder het hoofd ‘fijnzinnig’. Geen weet hebbende van zich daarmee bezighoudend vergelijkend onderzoek, komt het me niet toe daar een volgorde in te vermoeden.

Evenwel, ook wanneer mevrouw Almaci niet extra gepeperd zou worden bejegend door tegenstanders en slechts onbehouwen commentaar krijgt toegesmeten in doses vergelijkbaar met wat bijvoorbeeld uw dienaar moet verduren, dan nog moge van een onoorbare toestand gewaagd worden.

Ik verklaar mij nader. Mevrouw Almaci is een vrouw. Verre van mij om over het zwakke geslacht te repoen maar de neiging om wat milder te reageren op dames dan op heren, lijkt me niet afkeurenswaardig. Nu mag die vanuit mijn standpunt andere helft van de mensheid wel eens het voorwerp zijn van onwelvoeglijke commentaar komende van mensen horend tot mijn helft, wanneer de verteller van een gore grap of anekdote die bepaalde onderdelen van de besproken dame onvoordelig belicht daarmee de lachers uit het gezelschap op de hand probeert te krijgen. Dergelijke aangebakken scherts heeft bestaansrecht en verdient enige ruimte tot ontplooiing maar in een beschaafde samenleving pas het die af te bakenen, bijvoorbeeld in de vorm van een cafétoog.

Sociale media horen tot de publieke ruimte en het geeft pas daar enige terughoudendheid in de bejegening van anderen aan de dag te leggen, in het bijzonder waar het dames betreft durf ik daar dus aan toevoegen. Noem dit praat uit gedateerde gedragsregels van kleinburgerlijke snit, men kan er net zo goed een tijdloze gouden regel in zien die de kwaliteit van het maatschappelijke verkeer ten goede komt.

De gelegenheid biedt zich hier aan om er volgende bedenking aan vast te knopen. Het argument dat gedrag dat niet bij strafwet beteugeld wordt dientengevolge aanvaardbaar moet geacht worden, dient met kracht tegengesproken. Neen, de strafwet omvat niet het hele terrein van maatschappelijke omgang en gelukkig maar.

Op bezoek bij mensen het gemak verkiezen om aan tafel te blijven zitten boven de inspanning om bij hoog water het toilet op te zoeken en dus tijdens het verorberen van de dame blanche de eigen broek vol te plassen, botst met geen enkele strafbepaling voor zover de stoelbekleding niet beschadigd wordt. Toch hoort het niet. Alleen de grenzen van het strafrecht aanvaarden als afbakening van betamelijk gedrag stimuleert uiteraard tot ongebreideld uitdijen van dat strafrecht en parallel daarmee inkrimping van het vrije ruimte voor het eigen oordeelsvermogen.

Willen we bijvoorbeeld strafrecht ter beteugeling van het ostentatief broekplassen tijdens een vriendenmaal, een gedrag dat breed als ongepast wordt beschouwd?

Hoe bepalen we dan ‘ostentatief’? Geldt het verbod ook wanneer de dader de sporen poogt te verbergen? Wanneer spreken we van broekplassen? Valt nadruppelen daar ook onder? Wat wordt bedoeld met vriendenmaal? Geldt het verbod alleen buitenshuis? Ook op familiefeestjes? Hoe kan het bewijs van het vergrijp worden geleverd? Hoe het onderscheid maken tussen ongegeneerd broekplassen en het omstoten van een glas water? Er gaapt een brede kloof tussen beide fenomenen maar het effect lijkt, althans visueel, op elkaar als… jawel, twee druppels water. Ik kan me de behandeling van dergelijk wetsontwerp voorstellen en de begeleidende hoorzittingen zouden voor de liefhebbers van het genre ongetwijfeld zijn om duimen en vingers bij af te likken, wat van het beoogde vergrijp niet kan gezegd worden.

Laten we dus het bewust broekplassen bij een vriendenmaal geen plaats geven in het strafwetboek maar toch actief aan de kaak stellen wanneer het zich voordoet, waarbij ik er in deze zelfs toe neig het fenomeen met evenveel kracht te veroordelen indien voorkomend bij vrouwen als bij mannen. Het fluwelen handschoen der mannelijke courtoisie dient niet in alle omstandigheden aangetrokken te worden.

Ik zoek spijkers bij laag water, aangezien het genoemde fenomeen zich niet significant voordoet? Hoedt u voor het idee dat wat nu niet veelvuldig gebeurt niet snel kan uitgroeien tot een breed gebruik.

Dit brengt mij, bij wijze van besluit dezer mijmering, tot een slotbeschouwing bij het naar verluidt effectief steeds wilder om zich heen grijpende fenomeen van het versturen van opnames die het eigen geslachtsorgaan bevatten, ook wel dickpic, flieterfoto, paalprent, leutershot of snikkelkiekje te noemen.

Er bestaan diverse technieken om iemand het hof te maken, de ene al doeltreffender dan de andere. Hierboven genoemde aanpak heeft tenminste één belangrijke voordeel in vergelijking met de meer klassieke verleidingstrucs. De ontvangende dame die hiervoor overstag gaat, lijkt me indien gemikt wordt op de uitbouw van een evenwichtige relatie, absoluut te mijden. Wis elk spoor naar de betrokkene prompt en onherroepelijk.

Reageert ze evenwel met een van walging doortrokken weigering om verder nog ooit enig contact te wensen met de verzender, dan mag die de kans hoog achten daarmee die dame gevonden te hebben die tegemoet zou hebben kunnen komen aan de ware amoureuze verlangens die elkeen koestert én ze meteen ook definitief kwijtgespeeld te zijn. Het ware leven is dikwijls zo’n betere scherprechter dan deze die daartoe door het strafrecht wordt aangewezen.

(Ik verkoos als prent toch liever geen foto die bovenstaande tekst illustreert. Een collega bezorgde me wel deze foto, getrokken in de Allerheiligenkapel in Diest, waarbij enige gelijkenis met uw dienaar haar was opgevallen. Fijne zondag!)

Deze zondagse mijmering verscheen op Facebook op 27 april 2022. 

Labels