Zondagse mijmering: De gelijke strijd tegen corona en centrale verwarming
Deze raadgevingen stimuleren een gedrag dat zonder enige twijfel doeltreffend kan zijn bij de bestrijding van het virus maar het lijkt ook de teengroei te stimuleren. Opgesloten in digitale echokamers leren gevaccineerden van elkaar dat niet-gevaccineerden de boel, letterlijk, verzieken en niet-gevaccineerden zitten elkaar in hun ivoren torentjes op te naaien dat duivelse krachten vuiligheid in de aderen willen drijven. Elkaar in een bruine kroeg eens goed van antwoord dienen en na het nodige gerstennat lallend in de wederzijdse armen vallen, het komt er te weinig van, wegens ongezond.
“Want we hebben allemaal onderschat hoe belangrijk het is om eens een babbeltje te kunnen doen met collega’s, om fijne vrijetijdsbestedingen te hebben buitenshuis, om te kunnen ventileren”, stelt filosoof Ignace Devisch dit weekeinde vast in Het Nieuwsblad vast. Ik ben het geregeld oneens met hem maar val hem bij deze, na gebruik van twee zondagochtendkoffies, virtueel in de armen.
Weet u wat nog zo’n vijand van sociale contacten blijkt te zijn? Ik zal het u gewoon rechtuit en onomzwachteld in het gezicht zwieren: de centrale verwarming. Enkele paragrafen uitleg:
Tijdens de herfstvakantie bezochten wij de Aran-eilanden voor de Ierse kust alwaar trouwens, gewoon ter info, op het kleinste van de drie, Inis Oírr, niet ver van een tot bezienswaardigheid uitgegroeid scheepswrak een vuurtoren andere schepen het lot wil helpen besparen ook als toeristische attractie te eindigen.
‘s Anderendaags, alweer voet gezet hebbend op het vasteland en rondneuzend in Charlie Byrne’s bookshop in Galway, stootten onze naar aantrekkelijk leeswerk speurende ogen op een geel gekaft en wellicht daarom tussen de talloze ruggen opvallend niemendalletje. In 1907 schreef ene J.M. Synge ‘The Aran Islands’ en in het gezegende jaar 1962 gaf Oxford University Press het schrijfstuk, begeleid door vier toneelstukken en ingeleid door een kenner, weer uit. Ene Mary Dolay schreef haar naam in sierlijke letters op het eerste blad maar had Mary genoeg van het boekje of is Mary overleden en gooiden haar onverschillige erfgenamen haar bibliotheek op de tweedehandsmarkt, ik kan er u niets zinvols over meedelen. Maar het lag dus op een van Charlie Byrne’s boekenplanken op iemand te wachten die er 8€ voor wilde neerleggen. Het was liefde op het eerste zicht en ik ben die nu aan het consumeren, ver weg van die Aran-eilanden.
De protestantse Ier Synge bezocht die, toen op ruim drie uur varen van de westkust gelegen maar intussen dankzij technologische vooruitgang zowat tweeënhalf uren dichter bij het vasteland geschoven, rond de wisseling van de 19e en 20e eeuw vijf keer en vertrouwde zijn belevenissen toe aan het papier.
De boomloze, windrijke, kaal geheuvelde, ergens door een verstrooide Schepper op de Atlantische oceaan verloren gelegde eilandjes lijken nu nog zowat het einde van de wereld aan te duiden dus wat moet dat indertijd geweest zijn? Wel, Synge beschrijft het en ik lees er nu over.
Geïsoleerd, primitief, arm, gehard; het beeld zal niet verrassen. En toch. Amerika blijkt als leverancier van graan en vlees en afnemer van avonturiers dichterbij dan je spontaan zou denken. De oorlog tussen de States en Spanje blijkt er talk of the town. De opmerking van Synge dat ouderen nog gaelic spreken maar jongeren steeds beter Engels is vandaag, ruim een eeuw later, nog evenzeer vast te stellen al zijn het die jongeren van toen die de (over)(groot)ouders werden van de nu nog steeds aan het gaelic vasthoudende Aran-bewoners. Bij gebrek aan taai hout zijn ze daar opgetrokken uit kalksteen en dat blijkt verrassend resistent tegen (taal)erosie.
Op het tweede aangedane eiland ontmoet Synge de verhalenverteller Pat Dirane. Synge verblijft in een cottage waar hij een kamer betrekt naast de keuken, met twee deuren uitgerust. Naargelang de windrichting staat de ene dan wel de andere open.
Aan de stoof - wellicht geen Leuvense maar ze vervult wel dezelfde functie - doet wat van Pat Dirane verwacht wordt, vertellen dus. Zo geeft hij een christelijke draai aan het vaste geloof op het eiland in het fenomeen geesten. Toen God de onder leiding van Lucifer muitende engelen naar de hel uitwees, kwam een aartsengel pleiten voor wat clementie. God liet zich vermurwen en enkele gevallen engelen bleven halfweg tussen hemel en hel zweven. En dat was toch wel pal boven Aran zeker!
(Ik gooi alles wat door elkaar en doe old Morteen oneer aan. Hij, collega van Dirane maar een ander van de drie eilanden bewonend, was degene die de geesten op deze wijze inschakelde in het ware geloof. De kans dat old Morteen ooit in een Nederlandse tekst vernoemd wordt is zo klein dat ik me tot deze rechtzetting verplicht voel.)
Als Pat Dirane zijn verhalen vertelt, loopt de keuken van Synges gastvrouw vol. Uiteraard kennen ze Diranes vertelsels maar mits goed gebracht is een sterk verhaal niet versleten na één keer. Ik verdenk die samenscholers rond de kachel in die hut er echter van ook gewoon de warmte op te zoeken. Ook turf moest aangevoerd worden en was schaars. Die schaarste dreef mensen naar de kachel en zo naar elkaar.
Voorbije week verhaalden enkele collega’s tijdens een middagpauze over de ooit in Vlaanderen alomtegenwoordige Leuvense stoof. Bij sommige versies - of bij alle? Ik ben geen specialist - kon men de voeten onderaan in een daartoe aangebrachte component warmen. De slaapkamers? Die waren onverwarmd en dus meestal alleen verdraagbaar onder dikke kussens. Zo lang men niet ging slapen, bood alleen de kachel in de centrale woonplaats het gewenste temperatuurniveau. En daar zaten ook alle anderen.
Toen kwam de centrale verwarming, werd het in alle kamers lekker warm en verwierven we de luxe om ons uit de groep te kunnen terugtrekken. Die ontwikkeling valt onder de categorie vooruitgang.
Past corona gewoon als fase in die zich al lang ontplooiende individualiseringsontwikkeling? Het is een vraag waar een mens op zondag even bij stilstaat.
Maar niet te lang graag. Doe vandaag nog wat babbeltjes, liefst met andersdenkenden. Zet de deur heel on-Arans ook maar even open langs de loefzijde anders gaat het in het hoofd duf ruiken. Even de trek erdoor kan geen kwaad.
Deze zondagse mijmering verscheen voor het eerst op Facebook op 12 december 2021.
- Login om te reageren