"Wij zijn verdomme élke dag bezig met de Vlaamse zaak"

"Wij zijn verdomme élke dag bezig met de Vlaamse zaak"

N-VA-fractieleider Peter De Roover zet de puntjes op de i na turbulente week

Voor ons is het simpel. Zolang de kiezer ons een mandaat geeft, zullen we de PS in een cordon sanitaire duwen tot die partij bereid is om met ons over confederalisme te praten.” Dat zegt Peter De Roover (54), de Antwerpse fractieleider van de N-VA in de Kamer, die in die functie begin dit jaar Hendrik Vuye opvolgde. Vuye nam deze week samen met Veerle Wouters ontslag uit de N-VA. Het begin van het einde? “Integendeel, het einde van het begin”, weet De Roover uit Volksunie-ervaring.

Hoe kijkt u terug op de voorbije week?

 

Jullie zullen wel begrijpen dat dit niet onze meest prettige week was. Ik ben altijd blij wanneer het weekend er aankomt, deze week meer dan ooit. In feite hebben we afgelopen week de kroniek van een aangekondigde dood meegemaakt. Hendrik Vuye en Veerle Wouters waren aan het wegdrijven uit de fractie. Dat had voor een stuk te maken met hun project, maar ook met hun opstelling. Daar kwamen steeds meer vragen over en het zorgde voor een gevoel dat we niet langer samenwerkten. Ze waren te eigengereid en te weinig collegiaal.

 

Kortom, moeilijke mensen.

 

Hendrik is een moeilijk man. Dat ben ik ook. Ik wil hier niet afrekenen. Hendrik was niet meteen de beste fractieleider, een ploeg coachen was niet zijn ding. Maar met Hendrik verliezen we in de fractie iemand waar ik, inhoudelijk gesproken, heel dicht bij stond. Hij is een uitermate intelligente man, een echte studax, en ik zal hem ook blijven volgen. Een ander probleem was dat hij ook zowat altijd gelijk wilde krijgen. Dat gaat niet. Wanneer je iets voorstelt, dan zijn er drie mogelijke reacties. Je krijgt gelijk. Je krijgt een beetje gelijk. Of je krijgt ongelijk. Het eerste is natuurlijk het fijnste, het laatste moet je ook kunnen aanvaarden wanneer je in een ploeg speelt. Ik heb ook dertig jaar lang mijn mening gezegd. Ik heb dat wel altijd buiten de partij gedaan. Binnen een partij is je persoonlijke ruimte per definitie kleiner.

 

De heisa begon vorige woensdag met het interview van voorzitter Bart De Wever in L'Echo. Heeft hij toen een fout gemaakt?

 

Maar neen, Bart heeft in dat interview herhaald wat hij altijd al heeft gezegd. Alleen heeft hij het deze keer in de omgekeerde volgorde gezegd. Waarna meteen de interpretaties volgden dat hij onze communautaire agenda losliet. We hebben die interpretaties meteen gecounterd met interviews in de media en met blogs. Had Bart onze communautaire agenda inderdaad losgelaten, dan was ik de eerste geweest om dat vorige maandag op het partijbestuur en dinsdag op het dagelijks bestuur aan te kaarten en aan te klagen. Ik heb dat niet gedaan, omdat het voor ons allemaal duidelijk was dat Bart nog altijd even overtuigd is dat we naar confederalisme moeten gaan om onze structurele problemen te kunnen oplossen.

 

En dan was er het interview van Hendrik Vuye en Veerle Wouters met De Morgen. De voorzitter reageerde als door een wesp gestoken.

 

Wat ze in dat interview zeiden, was er ver over. We waren allemaal gechoqueerd door hun uitlatingen. Ze wisten perfect dat het ging om een foute interpretatie. Ze hadden in dat interview net de mogelijkheid om de juiste interpretatie toe te lichten. Dat hebben ze niet gedaan. Integendeel, ze hebben ervan gebruikgemaakt om het misverstand extra in de verf te zetten en dat aan te dikken met het dreigement dat het dan zonder hen zou zijn. Hun uitspraak dat in het begin iedereen slaafs achter het politiek genie van Bart liep maar dat ondertussen ook anderen mondiger zijn geworden, was er helemaal over en kwetsend. Daarmee insinueerden ze dat zij nog de enige twee echte Vlamingen binnen de partij zijn, terwijl wij verdomme allemáál elke dag opnieuw met de Vlaamse zaak bezig zijn. En ze insinueerden dat zij de enigen zijn die nog nadenken en het oneens durven zijn met de voorzitter. Wel, ik zeg u: in het partijbestuur waarin Hendrik en Veerle zaten en in het dagelijks bestuur waar Hendrik ook in zat, kan iedereen vrij zijn mening zeggen en zijn er soms heftige discussies. Het gebeurt vaker dan men denkt dat Bart het bestuur verlaat met een andere mening dan degene die hij voor de vergadering had. Trouwens, Bart is meer en meer vragende partij naar input. Als burgemeester van Antwerpen heeft hij uiteraard weinig tijd om alles nog zelf op de voet te volgen. En dit wil ik ook gezegd hebben: Bart is ook niet iemand die daarna afrekent met wie een andere mening heeft. Maar dit interview heeft ons echt kwaad gemaakt.

 

Zij hebben de zaken wel op scherp gezet. Er is een verschil tussen wat de partij wil en de partij doet.

 

Voor geen enkele N-VA'er is dit de regering die hij of zij het liefst zou hebben. Maar na de verkiezingen van 2014 was er geen meerderheid voor ons confederaal programma. We konden dus kiezen. Of in de oppositie gaan. Of in een centrumrechtse regering zonder de PS stappen om het centrumrechtse beleid te voeren waar de Vlamingen in 2014 massaal naar vroegen. We hebben dit laatste gedaan. We hebben een regeerakkoord gesloten, ook Hendrik en Veerle hebben dat goedgekeurd op ons congres en in de Kamer. En we gaan dit de volle vijf jaar uitvoeren omdat we loyale regeringspartners zijn.

 

Wat gaan jullie in 2019 doen?

 

Eerst is het aan de kiezer om zich uit te spreken. Stelt hij ons in de mogelijkheid om opnieuw te regeren, dan zullen we tijdens de regeringsonderhandelingen net dezelfde tactiek gebruiken als de Franstaligen in 2014. Ook toen wilden wij graag een nieuwe staatshervorming om te komen tot confederalisme. De Franstaligen reageerden met een on n'est demandeur de rien (iemand die niets wil geven omdat hij naar eigen zeggen zelf geen behoeften heeft, red.). Hoe harder wij aandrongen, hoe harder zij onze eisen afwezen. Dat heeft geleid tot de regering-Michel zonder staatshervorming. Na de verkiezingen van 2019 - en voor zover de kiezer ons een mandaat geeft - zullen wij op onze beurt alle opties openhouden en er alles aan doen om de PS op federaal niveau in de oppositie te houden. We trekken een cordon sanitaire op rond de PS zolang de partij niet beweegt in onze richting en mee wil werken aan een confederale uitbouw van dit land. Uiteraard gooien we de communautaire agenda op tafel, maar we laten ons niet chanteren. Het is objectief gezien niet alleen voor Vlaanderen belangrijk dat de Belgische omknelling doorbroken wordt.

 

De PS moet bewegen.

 

Ik verwacht niet dat de PS meteen het geweer van schouder zal veranderen. Haar eerste hoop is dat de N-VA bij de volgende verkiezingen verliest, waarna ze de oude draad weer kan oppikken op federaal niveau. Maar als de N-VA opnieuw een mandaat van de kiezer krijgt en dominant blijft, dan kan het snel veranderen.

 

Anders gezegd, u wilt de PS uitroken. Dat is een risicovolle tactiek. Het zou ook goed kunnen dat de PS in Wallonië en Brussel snel een coalitie sluit met de MR en die twee partijen vervolgens afspreken dat ze samen in de federale regering willen stappen. Dat valt niet uit te sluiten, want de MR is al lang vragende partij voor regionale regeringsdeelname.

 

De kiezer zal beslissen. Mocht dat zo zijn, dan zullen ze andere Vlaamse partijen moeten zoeken om in dit oude Belgische verhaal te stappen. Daar passen we voor.

 

Waarom zegt u niet gewoon: na 2019 moet er een nieuwe staatshervorming komen.

 

Onze belofte aan de kiezer was en blijft dat we onze macht zo lang als noodzakelijk is ook op het Belgische niveau blijven uitspelen om de sociaaleconomische hervormingen door te voeren die Vlaanderen nodig heeft. Gelijktijdig willen we op de structuren wegen en die hervormen. Indien we nu al zouden zeggen dat we niet meedoen in een nieuwe regering zonder communautair programma, dan is dat de beste waarborg dat die nieuwe staatshervorming er zeker niet komt. Want dan zullen alle andere partijen zeggen: stap maar in de oppositie. Dan zijn ze ons kwijt, wat ze het liefst zouden hebben. In dat geval kunnen we net zo goed niet meedoen aan de volgende verkiezingen.

 

Het zou anders een duidelijk signaal zijn voor jullie Vlaams-nationale achterban.

 

We doen niets anders dan dat signaal geven. Met ons beleid, door onze opstelling in de Kamer, via interviews en columns, tijdens spreekbeurten voor onze lokale afdelingen. We moeten steeds opnieuw goed uitleggen waarmee we bezig zijn. Ik weet ook wel dat de meeste mensen niet dagdagelijks bezig zijn met politiek. Toch denk ik te mogen zeggen dat de meesten in de achterban weten wat we doen, waarom we het doen en wat we willen. Ze zijn ook realistisch genoeg om te beseffen dat we niet alleen beslissen in dit land.

 

De Vlaamse Volksbeweging is erg kritisch. U was voorzitter van de VVB en bent nog altijd lid. Nu bent u erg kritisch voor de VVB.

 

Je kan spreken van een botsing van de ene Vlaamse school met een andere Vlaamse school. Maar wel allebei Vlaamse scholen die in feite hetzelfde willen, maar van mening verschillen over hoe dat einddoel te bereiken. Trouwens, ook binnen de VVB zijn er tegengestelde visies over de te bewandelen weg. Ik vind dat het huidige VVB-bestuur te weinig kijkt naar de context waarin partijen moeten werken, ook wij. Het grote verschil tussen een beweging en een partij is dat een beweging zich kan bezighouden met de wat-vraag en een partij zich bezig moet houden met de hoe-vraag.

 

De VVB zegt dat jullie een traditionele partij zijn geworden. Macht primeert.

 

We zijn een regeringspartij die op Belgisch niveau goed wil doen voor de Vlamingen. Het mag ook goed zijn voor de Walen. Ik verplicht mezelf elke dag opnieuw de vraag te stellen hoe we hier verstandig mee kunnen omgaan. Ja, we doen als N-VA aan politiek. Dat kan men ons moeilijk kwalijk nemen. Dat is de essentie van een partij.

 

De VVB streeft naar een onafhankelijk Vlaanderen.

 

Persoonlijk ben ik ook voor een onafhankelijk Vlaanderen. En wanneer de VVB zegt dat we hiervoor de grondwet moeten loslaten, dan volg ik hun redenering dat de klassieke partijen in het verleden die grondwet ook naar goeddunken hebben geïnterpreteerd. Alleen zeg ik dat er uiteindelijk een democratische legitimatie moet zijn. En dan denk ik aan het Vlaams Parlement. Maar ik ben ook realistisch genoeg om te weten dat dit niet voor morgen is. De tussenstap is confederalisme. Daar wil ik meteen mijn handtekening onder zetten.

 

Is het vertrek van Vuye en Wouters het begin van het einde voor N-VA, zoals het vertrek van Jean-Marie Dedecker dat was voor Open Vld en dat van Marie-Rose Morel voor Vlaams Belang?

 

Niet het begin van het einde, maar het einde van het begin. Jullie geven de voorbeelden van Open Vld en Vlaams Belang. Ik kan u een nog beter voorbeeld geven, dat van de Volksunie. Ook in de Volksunie waren er meningsverschillen over de te varen koers. Bert Anciaux wilde het communautaire helemaal laten vallen, iets wat men De Wever nu ten onrechte verwijt. Die discussies zijn blijven aanslepen, met als gevolg dat de Volksunie is geïmplodeerd. Veel N-VA'ers waren er toen ook al bij en hebben daar lessen uit getrokken. Daarom hebben we er nu direct komaf mee gemaakt. Daarom zeg ik dat dit niet het begin van het einde is, maar integendeel het einde van het begin.

 

En toch vragen we ons af of De Wever dit niet anders had kunnen oplossen, door de twee niet te bestraffen maar dichter 'bij zijn gilet te trekken'.

 

Inhoudelijk hebben we Hendrik nooit een strobreed in de weg gelegd. In het partijbestuur en in het dagelijks bestuur hebben we nooit klachten van hem gehoord, heeft hij nooit opmerkingen gemaakt over hoe we ons opstelden. En dan dat interview. Ik heb al gezegd waarom dat ons zo kwaad heeft gemaakt. Het heeft ons niet belet om naar een oplossing te zoeken. We hebben hem een eervol voorstel gedaan.  Hij heeft geweigerd en via een mededeling zijn ontslag uit de partij aangekondigd. In feite is Bart te lang te zacht geweest. Hij heeft de zaken laten pruttelen. Er moest spijtig genoeg ingegrepen worden.

 

U heeft het altijd over Hendrik Vuye en niet over Veerle Wouters. Is er voor haar een weg terug?

 

Haar keuze heeft ons allemaal verrast. Ik had graag gehad dat ze een andere keuze had gemaakt. Maar goed, het is haar beslissing. Een terugkeer is nu niet aan de orde. Maar deuren mag je per definitie nooit helemaal sluiten.

 

Wat heeft de confederale denktank Objectief V tot nu gedaan?

 

Dat is een eerder goed bewaard geheim. Er was het boek over de monarchie, maar dat lijkt me nu niet meteen het eerste knelpunt dat we moeten oplossen. Ik ben lid van het partijbestuur en het dagelijks bestuur en daar heb ik nooit een verslag gekregen over wat ze allemaal aan het doen zijn. We zullen zien wat ze allemaal in hun kasten hebben achtergelaten.

 

Wat moet Objectief V 2.0 doen?

 

Hetgene waarvoor het opgericht is. Het draagvlak verbreden om te komen tot een confederaal België. Daarbij kan er gerust gepraat worden met mensen buiten de N-VA en zonder dat die zich ten overstaan van de N-VA verplicht moeten voelen, maar wel altijd binnen de finaliteit die ons voor ogen staat. En ze moeten concrete voorstellen doen waarmee we de structurele problemen van ons land kunnen aanpakken, voorstellen waarmee we na de verkiezingen van 2019 aan de slag kunnen.

 

Eric Donckier, Indra Dewitte

 


 

De favorieten van Peter De Roover

 

Boeken: “Ik lees altijd twee boeken tegelijk, fictie en non-fictie. De twee laatste boeken waren het debuut Het smelt van Lize Spit en Prisoners of Geography van Tim Marshall, waarin hij uitlegt dat bergen, rivieren, ondergrond en wat nog meer een grote impact hebben op politieke beslissingen. Nu ben ik Head over Heel - Seduced by Southern Italy van Chris Harrison aan het lezen. Een Australiër die beschrijft hoe hij langzaam Italiaan wordt en de vele clichés over Italië uitlegt. Wanneer ik ergens met vakantie ga, dan lees ik graag boeken over dat land, het liefst nog romans uit dat land.”

 

Vakantie: “Met mijn boekenkeuze heb ik daar in feite al op geantwoord. De laatste jaren ga ik vooral naar Italië. Moesten ze mij verbannen naar Sicilië, dan zou ik daarmee kunnen leven. Ik ga ook heel graag naar Schotland. Mijn tweede stad is Istanboel. Ik ben er negen keer geweest met mijn studenten en nu ook al twee keer met mijn zoon. Wat me in de loop van al die jaren wel is opgevallen, is dat meer en meer vrouwen er gesluierd zijn en ook steeds zwaarder gesluierd zijn. Dat vind ik niet zo'n fijne evolutie.”

 

Eten: “Ja, ik kan koken. Ik bak zelf mijn brood <correcter, ik bakte vroeger mijn brood - pdr>  en ben er na heel veel proberen zelfs in geslaagd om holle broden te bakken zoals in Turkije. Ik kan ook heel lekkere pizza's en tajines maken. In het kader van Kom op tegen Kanker mocht men op mij bieden als kok. Ik ben gaan koken in Roeselare. Een visschotel en een handgeklopte sabayon. De mensen waren zo beleefd om het lekker te vinden.”

 

Muziek: “Eerder klassiek. Grieg, Rachmaninov, Bach. En ik luister ook heel graag naar Franse chansons. Daar heb ik veel platen van.”

 


 

Verschenen in Gazet van Antwerpen en het Belang van Limburg in licht verschillende versies op 24 september en hier geplaatst op 26 september 2016. 

 

Foto: © hBvL

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.

 

Labels