Weer naar school… zonder mij

Weer naar school… zonder mij

De vorige keer dat ik na de zomer niet actief mee aan het nieuwe schooljaar begon, stond er bovenaan de kalender ‘1964’. Negenenveertig keer was ik present, dit jaar niet.

 

Donderdag ontmoette ik in een zaaltje in het parlement een Koerdische delegatie net op het uur dat zo’n kleine 50 kilometer verder in de cafetaria van een school in Deurne de eerste personeelsvergadering begon. Zonder mij. Die startvergadering was elk jaar weer zowat het moeilijkste moment van het schooljaar, steevast eindigend bij de gedachte voor dat jaar het ergste gehad te hebben. En nu zorgde de vaststelling dat ik er niet bij was voor een gevoel van gemis. De berichtjes die enkele (ex-)collega’s stuurden, maakten iets los dat ik met de beste wil van de wereld niet anders kan omschrijven dan met het begrip heimwee. Tja, kiezen is verliezen.

 

Vandaag begint het helemaal voor alle echte onderwijsmensen, te weten leerlingen, leraars, ondersteunend personeel en directies. Ze starten onder een nieuwe politieke leiding. Het kersverse Vlaamse regeerakkoord breekt met een aantal waanideeën van de beeldenstormers, al blijft het uiteraard een compromis. Ik had liever een N-VA-collega de stoel van de minister van onderwijs zien bezetten maar in de eerste vraaggesprekken met Hilde Crevits lezen we gelukkig toch andere taal dan bij haar voorganger. (Interviews met andere onderwijsverantwoordelijken maken wel duidelijk dat waakzaamheid geboden blijft.)

 

Er blijven budgettaire en andere wolken boven ons onderwijs hangen. Maar toch mooi dat de leerkrachten weer centraler worden geplaatst en het besef van de gruwel van de zinloze en demotiverende planlast tot het hoogste niveau is doorgedrongen. Voor deze Vlaamse regering is het terugdringen van de regeldrift – niet alleen maar zeker ook – in het onderwijs een prioriteit. Al jaren klaag ik dat probleem aan omdat ik weet dat zowat het hele werkveld daar mee worstelt. Ik had nu in mijn nieuwe functie het voorrecht dat thema mee aan te snijden aan de onderhandelingstafel. Zeker ook wat dat betreft wekt dit Vlaamse regeerakkoord mooie en hoge verwachtingen.

 


…wat ik nog steeds beschouw als de schoonste aller uitdagingen: jonge mensen leiden en begeleiden naar wijsheid.


 

Moge er ook daadwerkelijk aan tegemoetgekomen worden. En moge die hoop mijn (ex-)collega’s in heel Vlaanderen stimuleren om met volle geestdrift te starten aan wat ik nog steeds beschouw als de schoonste aller uitdagingen: jonge mensen leiden en begeleiden naar wijsheid.

 

In een recent verschenen verzamelwerk over onderwijs (klik hier voor een bespreking) sluit ik het mij toebedeelde hoofdstuk af met een anekdote. Lees die niet als een pleidooi voor ‘soft’ onderwijs. Alain Finkielkraut schrijft in zijn boek ‘Ongelukkige identiteit’ (blz. 150) over de recente poging in het Franse onderwijs om leerlingen via het vak zedenleer weer wat zelfbeheersing aan te leren: ‘Een loffelijk initiatief. Maar tot mislukken gedoemd, want in tegenspraak met wat de school wil, en ook trouwens met wat de school doet. Dezelfde jongeren aan wie nu respect moet worden bijgebracht, zijn zoals gezegd, juist de jongeren die de school in een democratische opwelling heeft vrijgesteld van alle aidoos (Uit het Grieks; ontzag, vrees, bescheidenheid, schroom - nvpdr), door hen als jongeren te verwelkomen, dat wil zeggen niet als onaffe wezen maar als soevereine subjecten, voor wier eisen, voorkeuren en ongeduld de school eerbiedshalve steeds meer plaats inruimt. Tegenwoordig vragen scholen niet meer dat leerlingen een toontje lager zingen en aandachtig luisteren, maar dat leerkrachten inbinden.

 

Finkielkraut legt de vinger op een wonde die ook buiten Frankrijk gaapt. Maar dat wil dan weer niet zeggen dat leraars en leerlingen elkaar vijanden zouden (moeten) zijn. In tegendeel. Vandaar mijn afsluitende anekdote: ‘We schrijven “ergens in de jaren ‘90”, ik had er een decennium lesgeven opzitten. Op de personeelsvergadering ontstaat een discussie over ik-weet-niet-meer-wat. Jos zat, zoals gebruikelijk, in een hoek de zaak ogenschijnlijk weinig geïnteresseerd gade te slaan. Toen vroeg hij het woord. Hij beperkte zijn interventie tot één zin: “Je zult allemaal wel gelijk hebben, maar ik stel me soms de vraag: zien jullie die gasten graag?” Die zin blijft sedertdien door mijn hoofd spelen. Vanaf die dag is voor mij elke regel, elke verplichting, elke richtlijn ondergeschikt aan dat allesbepalende criterium. Bedankt Jos.

 

Een beetje melig wellicht, maar sta me toe dat even te zijn op deze schoolstart-zonder-mij.

 

Geplaatst: maandag 1 september 2014

 

FOTO: ‘Uitgeschreven’ - Alaam dat ik niet meer benodigd heb.

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.

 

Labels