Wat is die Moesennorm?

Wat is die Moesennorm?

willen andere partijen het overheidsbeslag niet naar beneden dan?

CD&V kwam met concrete cijfers voor de dag voorbije weekeinde en hekelde N-VA voor het hanteren van de Moesennorm. De watnorm? 

CD&V komt als eerste partij met een becijferd verkiezingsplan voor de dag. In Vlaanderen groeit de vraag naar berekeningen van de effecten van verkiezingsbeloften. In Nederland rekent het Centraal Planbureau (CPB) op verzoek van de politieke partijen de plannen door. Dat CPB besliste evenwel in november 2013 dat in de toekomst minder uitvoerig te zullen doen. Een woordvoerder verklaarde toen dat het risico op fouten te groot was. In Nederland ervaart men trouwens dat er na de verkiezingen nog weinig met die cijfers wordt gedaan.

 

Misschien spuw ik nu in mijn eigen nest, maar we mogen de mogelijkheden van economisten inderdaad niet overschatten. Veel factoren zijn onvoorspelbaar en wijzigen in de loop van de rit. Daarnaast speelt de internationale conjunctuur een bepalende rol en die in de modellen opnemen voor een regeerperiode van vijf jaar lijkt meer op natte vingerwerk dan op wetenschap.

 

Wie betaalt de rekening?

 

Dat wil uiteraard niet zeggen dat er geen toetsing mag gebeuren van de beloften die politieke partijen altijd geneigd zijn te doen. Tenslotte blijft er de al te gemakkelijk vergeten wetmatigheid dat rekeningen moeten betaald worden. In ruil voor het snoepgoed (de uitgaven) volgt er altijd een rekening (de inkomsten). Met het eerste zijn gemakkelijker stemmen te winnen dan met het tweede. Ooit werd bij ons een politicus zelfs populair met het verkopen van de illusie dat er ook dingen gratis kunnen geleverd worden.

 

Aan elke politieke belofte kleeft de vraag waarmee zal betaald worden. Het antwoord is eigenlijk altijd hetzelfde: met één of andere vorm van belastingen (in de brede betekenis van het woord). Mensen betalen niet graag belastingen, dus bieden leningen tijdelijk soelaas. Door schuldfinanciering – uitgaven betalen met geleend geld – wordt de kost vooruit geschoven en eigenlijk verdoezeld.

 

Investeringen financieren met leningen die samen met de rente terugbetaald worden door de extra winst die er uit voortvloeit, is voor ondernemingen uiteraard een gangbare praktijk. Lenen voor directe consumptie is daar uit den boze. Voor gezinnen betekent kopen met geleend geld ‘nu’ meer verbruiken dan verdiend wordt en ‘later’ minder. Het sparen vooraf komt in de plaats van het klassieke sparen nadien. Voor overheden ligt dat allemaal een beetje minder duidelijk.

 


Aan elke politieke belofte kleeft de vraag waarmee zal betaald worden. Het antwoord is eigenlijk altijd hetzelfde: met één of andere vorm van belastingen.


 

Goed dus dat CD&V bekend maakt waar de centen worden gehaald voor het beloofde lekkers. Erg duidelijk is het evenwel nog niet. Wat extra zal worden uitgedeeld blijkt in de partijnota’s heel wat meer in detail uitgewerkt dan de vraag hoe de rekening moet  vereffend worden. Er wordt 9,9 miljard bespaard maar waar en hoe, blijft toch hangen in mist. Zogenaamde terugverdieneffecten helpen natuurlijk altijd om de rekening te doen kloppen. Iedereen die wel eens met een Excel werkt, kent het. Als er onderaan een min blijft staan, vinden we bovenaan wel een soepele cel die we wat kunnen optrekken en, voila, het rode cijfer verdwijnt als sneeuw voor de zon.

 

Het is gebruikelijk dat partijen minder inzoemen op de kant waar het mes zal snijden, dus wil ik dat CD&V niet te zeer ten kwade duiden. Maar doen alsof alles nu open en bloot ligt bij de christendemocraten is meer dan licht overdreven.

 

Kleuterleider Moesen

 

Hoe belangrijk die concrete detailcijfers ook zijn, ze mogen het brede plaatje niet uit het oog doen verliezen. Verkiezingen moeten gaan over fundamentele keuzes, anders verdrinken debatten in welles-nietes-spelletjes over oncontroleerbare getallenregens.

 

Zo komt N-VA op de proppen met de Moesennorm. Ik heb zelf nog les mogen krijgen van Wim Moesen, de vader van het idee. Een schat van een prof, een warme man die een loopbaan als kleuterleider is misgelopen. Maar ik had wel net de les gebrost waarover die ene examenvraag ging en degene die ik toen voor mij zag zitten, had niets meer van een kleuterleider. Gelukkig was het mijn favoriete vak, dus kon ik me er uitlullen. Moesen blijft tot vandaag één van Vlaanderen sterkste publieke economen.

 

De Moesennorm bestaat in meerdere versies. De prof zelf verkiest de mildere, N-VA vreest dat die niet volstaat en stelt voor de uitgaven van de overheid niet te verhogen in nominale termen. Als we dus in 2013 honderd euro uitgeven, dan doen we dat in 2014 ook. Dat betekent niet dat elke uitgave wordt bevroren. Misschien geven we toch meer uit aan het ene maar dan moet geschrapt worden in het andere. Het briefje van honderd euro vormt de grens.

 


Verkiezingen moeten gaan over fundamentele keuzes, anders verdrinken debatten in welles-nietes-spelletjes over oncontroleerbare getallenregens.


 

In 2012 gaf de overheid (alles opgeteld, het totale overheidsbeslag) 206,9 miljard euro uit, wat neerkomt op 54,9% van het bruto binnenlands product (376,87 miljard). Dat betekent dat meer dan de helft van wat de mensen in dit land verdienen via de staat wordt besteed. Internationaal bekeken is dat erg veel. Is dat te veel of juist te weinig? Dat is een politieke keuze, N-VA vindt dat te veel en dat is zo’n kernstandpunt dat niet onder details mag verdwijnen.

 

Volgens de Europese Commissie groeide de Belgische economie in 2013 met 0,3% en zal die toename in 2014 stijgen tot 1,4% en in 2015 wordt dat 1,7%. Als we de Moesennorm hanteren, blijven we dus 206,9 miljard uitgeven bij een bbp dat toeneemt tot 389,81 miljard in 2015. Het totale overheidsbeslag daalt dan naar 53,1% in 2015. Gaan we procentueel toch even veel uitgeven (54,9%) dan eindigt de teller op 214 miljard euro of 7,11 miljard meer dan bij toepassing van de strikte Moesennorm.

 

Door die Moesennorm zien we het overheidsbeslag met andere woorden dalen en dus kan er uiteraard minder worden uitgegeven door de overheid - namelijk 3,3% want 206,9 mld. is 96,7% van 214 miljard – en meer door de niet-overheidssector, bijvoorbeeld de gezinnen.

 

N-VA komt zeer binnenkort ook met detailberekeningen voor de dag maar dat hoeft eigenlijk niet echt meer. Kris Peeters heeft de klus al voor ons geklaard. Het toepassen van de Moesennorm komt volgens hem neer op een brute besparing van 10 miljard euro (citaat in De Morgen). Tegen de achtergrond van o.m. toenemende vergrijzing vindt de CD&V, maar ook andere partijen, die bevriezing onverantwoord. Bruno Tobback (SP.A) noemt het zelfs verwerpelijk. Wil dat zeggen dat die andere partijen het overheidsbeslag, het percentage van alle inkomsten dat door de overheid wordt uitgegeven, niet willen terugdringen of zelfs nog laten stijgen? Dat is een essentiële keuze, waar toch duidelijkheid over mag verschaft worden, ook door CD&V.

 

De details zullen dus wel volgen, daar zijn studiebureaus voor. Maar de grote lijnen mogen niet uit het oog verloren worden.

 

(3 februari 2014)

 

FOTO: de titel van mijn versleten handboek bij de cursus van Wim Moesen, door hem geschreven met Vic Van Rompuy, vader van… jawel.

Labels