Waarom groene politici volgens mij zo graag doordrammen
Bij de start van het nieuwe parlementaire werkjaar mogen we twee nieuwe fractievoorzitters verwelkomen. Dennis Ducarme miste zijn start als minister van landbouw, in opvolging van de nieuwe Waalse minister-president Willy Borsus, allerminst. De MR-fractie moest op zoek naar een nieuwe fractieleider en de sympathieke David Clarinval zal volgende keer voor de Franstalige liberalen mee afschuiven bij de zogenaamde Conferentie van Voorzitters.
Maar ook Ecolo/Groen sloeg weer aan het wisselen. De Vlaamse en Franstalige ecologisten vormen één fractie want zij belijden zo graag de Belgische eenheid. In de praktijk gaat het er echter niet meteen Belgisch aan toe in die groep want als nog ergens de beruchte wafelijzerlogica wordt gehanteerd dan wel bij onze groene confraters. Zo mag elke fractie wekelijks twee actuele vragen stellen in de plenaire vergadering op donderdag en die worden bij hen vrijwel altijd mooi verdeeld tussen een groene vraag en une question verte. Wanneer in debatten één spreker per fractie tussenkomt, zal Ecolo/Groen toch nog een tweede inschrijven met de belofte de tijd te verdelen tussen beide taalgroepvertegenwoordigers (om dan vervolgens toch elk even lang of langer dan de anderen het woord te nemen).
Ook het fractievoorzitterschap ligt bij hen op een weegschaaltje van de Wereldwinkel. Mechelaar Kristof Calvo mocht de rol vervullen van mei ’14 tot juli ’15; daarna kwam de Franstalige Jean-Marc Nollet een jaar aan de leiding; vorige periode kreeg Calvo het stuur weer in handen en vanaf nu dus opnieuw Jean-Marc Nollet. Een behoorlijk confederale aanpak, me dunkt. Bovendien kiest Ecolo/Groen opmerkelijk genoeg voor tweeledigheid op taalbasis en schuiven ze er geen Brusselse fractievoorzitter tussen. Deze actief Belgischgezinde groep staat in haar parlementaire praktijk zowaar voor een tweeledig confederalisme. Belgische eensgezindheid blijkt toch iets beter te werken in de theoretische concepten dan in het echte leven. De Franstaligen mogen daarbij rekenen op een strikte pariteit. Ecolo bezet inderdaad net zoals de noordelijke collega’s 6 zetels maar Groen had daarvoor 358.947 stemmen nodig, Ecolo slechts 222.524 ofwel nagenoeg 40% minder. Dat is dan weer Belgische logica.
Jean-Marc Nollet vervangt Kristof Calvo dus voor een jaar in de groene cockpit. Dat betekent niet dat Calvo zich minder voor de camera’s zal wringen, want de gemaakte afspraak is zelfs zo goed als separatistisch: Vlaamse camera’s exclusief voor Vlaamse Groenen, welk thema ook aan bod komt. Vandaar dat weinig Vlaamse kiezers Jean-Marc Nollet zullen kennen. Zijn collega’s in de Kamer des te meer.
Deze actief Belgischgezinde groep staat in haar parlementaire praktijk zowaar voor een tweeledig confederalisme.
De Henegouwenaar, 47 jaar geleden geboren in de faciliteitengemeente Moeskroen, werd al op 29 jarige leeftijd minister in de Franse Gemeenschapsregering, later vice-minister-president in het Waalse kabinet. Nollet vreet dossiers – bijvoorbeeld op het domein van kernenergie - en houdt van kuitenbijten. Hij wekt wel eens een arrogante indruk, reageert zeer alert, lijkt steeds, echt of gespeeld, verontwaardigd; kortom vormt het archetype van het politiek beest. Dat verdient uiteraard alle bewondering maar hij is ook een schoolvoorbeeld van de doordrammer.
Deze maand kwamen we twee keer samen met kamercommissies voor de zogenaamde fipronil-zaak, het goedje dat ongepast in eieren was ontdekt. Nollet nam er het woord voor Ecolo en wilde per sé bewezen hebben dat er zich een absolute voedselramp had voorgedaan, dat we louter door toeval ontkomen waren aan collectieve vergiftiging en dat er zware fouten waren begaan waarvoor de schuldigen stevig aangepast moeten worden.
Vorige donderdag bleef hij op een bepaald moment doormelken met een gretigheid die de scherpste openbare aanklager verlegen zou maken. Journalisten klapten hun valiezen dicht, andere kamerleden keken verveeld op het horloge of werkten hun mailverkeer verder af, aanwezige experts rolden geregeld met de ogen bij zoveel gespeelde verontwaardiging en selectieve doofheid maar de wouldbe paniekzaaier liet zich niet van zijn elan beroven. Onze landbouwspecialiste Rita Gantois fluisterde me in het oor: “Bij ons hebben ze een spreekwoord. Als je kakelt moet je ook een ei leggen.”
Nollet is niet de enige ecologist die in dat bedje ziek is. Er ligt over die meeste groenen toch een fundamentalistisch laagje en bij sommigen is dat niet eens dun. Zij wekken dikwijls de indruk niet te kunnen leven met minder dan de perfectie. Zo lang niet alle risico’s door regeltjes volkomen worden afgedekt, blijven ze zoeken naar de resterende ‘systeemfouten’. De oplossing ligt altijd in extra regelgeving, meer controle en bijkomende protocollen. Dat er slechte mensen met onfrisse bedoelingen rondlopen in de wereld mag dan al een levensfeit zijn, bij de groenen lijkt dat besef en het wantrouwen dat daaruit voortvloeit toch dikwijls zeer diep te zitten.
Op thema’s die zij belangrijk vinden, gaat het eigenlijk over een harde law-and-order-beweging. Daar zit wel een logica achter. Zij beweren te weten dat de wereld om zeep gaat en hoe dat kan vermeden worden. Vandaar hun sterk ontwikkelde morele vingertje plus het kenmerkend gebrek aan zin voor relativering en humor. Wie niet of anders wil ingrijpen, is eigenlijk, tenminste indirect, mee verantwoordelijk voor niets minder dan het vernietigen van de wereld. Het gaat dan niet over andersdenkenden maar over vijanden van het leven zelf. Binnen die gedachtegang mag het dan ook niet verbazen dat de grote pleitbezorgers van tolerantie en breeddenkendheid snel kunnen verkrampen tot onverdraagzame fundamentalisten.
Ze zijn niet allemaal zo natuurlijk, onze groene jongens en meisjes, en ook andere politieke families, de mijne inbegrepen, kennen hun doordrammende fundi’s. De dichtheid van die mentaliteit ligt bij ecologisten toch dikwijls significant boven de aangename grenswaarde.
Hier geplaatst op 21 augustus 2017.
Foto: © Door Jmh2o - Eigen werk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=44933446
TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.
LEESTIP: Belangstelling voor de selectie van mijn schrijfsels uit 2016? Stort 19,95 euro (verzending inbegrepen) op rekeningnummer BE52 4143 3177 6109 met vermelding van uw volledige adres en binnenkort liggen 226 blz. De Roover in uw bus
- Login om te reageren