Peter De Roover: "Als de staat de veiligheid van haar burgers niet meer kan garanderen lopen we het risico dat deze geprivatiseerd zal worden"

Peter De Roover: "Als de staat de veiligheid van haar burgers niet meer kan garanderen lopen we het risico dat deze geprivatiseerd zal worden"

Le Soir publiceerde op 25 april een interview van Dirk Vanoverbeke met mij over de parlementaire onderzoekscommissie, uitspraken van Jan Jambon en de constructiefout die België heet.

De inleiding: "Peter De Roover, de nieuwe fractieleider van de N-VA, waarschuwt dat als de parlementaire onderzoekscommissie de bevolking niet kan geruststellen en garanderen dat het monopolie op  geweld in handen van de staat  moet blijven, de veiligheid in toenemende mate geprivatiseerd zal worden in ons land."

Wat is uw gevoel na uw bezoek als lid van de parlementaire onderzoekscommissie op de plaatsen waar de aanslagen plaatsvonden, Maalbeek en Zaventem?

 

Ik zag het bezoek op vrijdag van tevoren als een symbolisch moment dat het begin van onze parlementaire werkzaamheden zou markeren. Na ons bezoek twijfel ik géén seconde meer aan het belang en de noodzaak van dit plaatsbezoek. Het waren indrukwekkende en emotionele momenten. We kregen de gelegenheid om te praten met mensen die erbij waren op de dag van de aanslagen. Er werden getuigenissen afgelegd, sommigen konden hun verhaal niet afmaken omdat ze in tranen waren. Geloof me, dat doet iets met een mens. Het deed ons ook begrijpen wat de betekenis van het woord slachtoffer is. Dat zijn niet alleen de doden, gewonden of mensen die de rest van hun leven zullen proberen die horror te vergeten. Maar ook het verplegend personeel, reddingswerkers, iedereen zag die dag beelden die niemand wil te zien krijgen in haar of zijn leven. Dat zijn trauma’s voor het leven.

 

Vreest u niet dat politieke spelletjes de werking van de commissie zullen blokkeren, als elke partij zal proberen de verantwoordelijkheid af te schuiven?

 

Dit is een mogelijke val, maar ik heb niet gezegd dat we daar in zouden vallen. Onder de 17 leden van de commissie moet een soort alchemie plaatsvinden, zoals de oprichting van een groep. Ik droom niet: wij zullen geen eigen politieke partij vormen, maar ik hoop dat er tussen de leden een soort gemeenschap zal ontstaan, een connectie. En de gemeenschappelijke emotionele ervaring van deze twee bezoeken aan de plaats van de aanslagen op vrijdag kan ons daarbij helpen. Dit is alvast een goed begin. Ik hoop echt dat we onszelf bevrijden van de kleuren van onze partijen en ons richten op de doelstellingen van onze commissie.

 

Wat verwacht u van deze commissie?

 

Een belangrijke pijler van onze samenleving en waar iedereen het hier over eens is – veel meer dan in de Verenigde Staten - is dat binnen onze democratie de staat het monopolie op geweld heeft. De overheid kan u in de gevangenis zetten, legt boetes op, draagt wapens. Wij, wij dragen geen wapens. We laten onze veiligheid in de handen van de staat. In ruil voor dit monopolie dat we geven, garandeert de overheid ons veiligheid. Dat is de deal. En dit contract wordt  hier niet betwist, in tegenstelling tot in de VS, waar de discussie over vrije wapendracht blijft woeden.  Maar we beseffen sedert enkele jaren dat we kwetsbaarder zijn geworden dan we ons voorstelden. Als samenleving is dat moeilijk te accepteren. 11 september 2001 in New York was daar een eerste illustratie van. Sinds 22 Maart - en ik weet niet of dat de bedoeling van de terroristen was – is onze samenleving geraakt op twee vlakken. Ten eerste, de metro, de meest anonieme plek denkbaar en in de spits, waar een hele hoop mensen elkaar kruisen die elkaar niet kennen op weg naar hun werk. De pure routine. En dan de luchthaven, het symbool voor momenten van vreugde, op vakantie gaan en elkaar terug zien. De aanslagen gebeurden op twee plaatsen die twee zeer verschillende momenten in ons leven symboliseren. We kunnen onze ogen niet meer sluiten: onze samenleving is kwetsbaar geworden.

 

Wat is de uitdaging van de politiek in het algemeen en deze commissie in het bijzonder? Het publiek verzekeren dat het de meest redelijke keuze blijft om het monopolie van geweld blijvend toe te vertrouwen aan de staat. Als we falen om het publiek gerust te stellen en hen te overtuigen dat dat monopolie best in handen van de staat laten, zal veiligheid in toenemende mate worden geprivatiseerd. 

 

Mensen zullen zich engageren in hun wijken om hun eigen veiligheid te garanderen, rijkere burgers zullen in de verleiding komen om 'gated communities' en hyper-beveiligde getto’s te vormen. Dat is de cruciale vraag van het sociaal contract die deze commissie moet aanpakken: is de staat nog bekwaam om voldoende veiligheid te waarborgen? We zullen in ieder geval de architectuur van onze veiligheid moeten verbeteren en die laten evolueren. Die strijd is niet bij voorbaat gewonnen, vooral omdat we het nadeel hebben ten opzichte van terroristen dat onze democratie en de rechtsstaat ons vragen om een set van regels ter bescherming van de individuele vrijheden te respecteren. Zij die onze democratie uitdagen laten zich niets gelegen aan die rechtsregels. Dit zal dus een zeer ingewikkelde evenwichtsoefening worden. Ik denk dat na de drama's van de afgelopen maanden, het evenwicht tussen deze twee vereisten zal zich verplaatsen naar een cultuur van veiligheid. Veiligheid heeft een prijs.

 

Zal uw partij hiervan gebruik maken om op de spijker van de fusie van de Brusselse politiezones te kloppen?

 

U kent ons standpunt. Dit heeft niets te maken met een verborgen agenda van de N-VA om Brussel te vervlaamsen. Ik hoop gewoon dat deze commissie zal toestaan om mensen vanop het veld te laten getuigen over de realiteit en ik hoop dat dit politieke leiders kan aanmoedigen om een consensus te bereiken.

 


 

Over de uitspraken van Jan Jambon: "Jan is bezorgd over de kloof die ons scheidt van degenen die sympathie hebben voor de terroristen"

 

De minister van Binnenlandse Zaken, Jan Jambon creëerde controverse door te beweren dat een "significant" deel van de moslimgemeenschap de Brusselse aanslagen heeft toegejuicht. Is dat niet onnodig stoken in een samenleving waar het al slecht gaat?

 

Jan Jambon heeft een wetenschappelijke achtergrond. Hij weet wat woorden betekenen. Het woord "significant" in het Nederlands betekent "wat door het toeval niet kan worden verklaard." Wanneer een gezonde man één keer per maand geweldige hoofdpijn ervaart, praten we over een zeldzaam maar significant, betekenisvol fenomeen. De moslims van Molenbeek voelden zich niet gekwetst door de woorden van Jan Jambon, maar door de reacties die ze hebben uitgelokt. Als hij werkelijk had gezegd wat wordt beweerd, dan waren deze woorden stigmatiserend voor de moslimgemeenschap. Wie polariseert er dan? Jan Jambon sprak in hetzelfde interview over de noodzaak om positieve verhalen binnen de allochtone gemeenschap maximaal te promoten. Herlees ook zijn recente uitspraken: ze benadrukken dat er geen kloof bestaat tussen moslims en niet-moslims. Tegenstanders van Jan Jambon, zij die hem beschuldigen, zijn er op uit om gemeenschappen te verdelen, zij dragen meer verantwoordelijkheid bij de totstandkoming van deze giftige atmosfeer dan Jan zelf. Ze beschuldigen Jan van intenties die hij niet heeft. Politici én journalisten moeten het klimaat niet verslechteren door intentieprocessen te voeren. Ja, de verantwoordelijkheid van degenen die zich tegen Jan hebben uitgesproken over deze zaak en hem bedoelingen hebben toegedicht die hij nooit had, is enorm. 

 

Toch doet Jan Jambon regelmatig uitspraken die controverse genereren tot in de schoot van de regering. We hadden “de collaborateurs hadden hun redenen”, verder “we moeten Molenbeek opkuisen”…

 

Jan heeft het hart op de tong, dat is waar. Hij ziet zichzelf niet als een man die ten koste van alles diplomatisch moet zijn.

 

Is dat geen noodzakelijke kwaliteit voor een minister van Binnenlandse Zaken?

 

Als diplomatie betekent dat we bepaalde realiteiten moeten verzwijgen ... Dan is dat niet de keuze van Jan. Voorbij de semantiek van de fameuze term "significant" , is er de man. Ik ken hem goed. Ik kan u verzekeren dat sinds hij wordt geconfronteerd met de uitdaging van het terrorisme en nog meer sinds de aanslagen, Jan zeer veel bezig is met de vraag hoe we de kloof moeten dichten die ons scheidt van de mensen in dit grijze gebied dat dicht komt bij empathie voor terroristen – en hij zei niet dat het er erg “veel” zijn, wel een “betekenisvolle” groep, “te veel” dus - Ik kan u vertellen dat dit hem diep verontrust. En hij pleit ervoor dat we serieus aandacht besteden aan dit probleem dat de opbouw van een gemeenschap en het samenleven bedreigt. Jan is niet de minister van repressie, het is ook de man die probeert te begrijpen wat er leeft achter de feiten en probeert ze uit te leggen. Laten we stoppen met te focussen op semantiek: dat er binnen de moslimgemeenschap mensen zijn die sympathie hebben voor degenen die onze samenleving aanvallen, wie kan dat betwisten? Al zijn tegenstanders vielen hem aan op de formulering van zijn opmerkingen toen hij een fenomeen aankaartte dat nu niemand kan ontkennen, maar die de afgelopen jaren werd verborgen onder het tapijt. En ik kan u verzekeren dat hij door deze tsunami aan kritiek boos en geschokt was door de bedoelingen van sommigen om waarheden te blijven verzwijgen.

 

Sommigen verklaren zijn uitspraken als een manier om een deel van het extreemrechtse electoraat dat tijdens de laatste verkiezingen toetrad tot de gelederen van uw partij te vleien? Anderen, zoals kamervoorzitter Siegfried Bracke, geloven dat sommige waarheden vroeger uitgedragen door het Vlaams Belang, van de macht gehouden door het cordon sanitaire, vandaag wel uitgesproken kunnen worden.  

 

De specificiteit van de N-VA is dat de partij zich richt op een reeks kwesties die in het verleden werden besmet door extreemrechts: wie er over praatte werd meteen op één lijn gezet met het Vlaams Belang. Het verschil tussen deze twee partijen zit in de oplossingen, ons antwoord is anders. Burgers mogen in een democratie niet het gevoel hebben dat politici hun zorgen ontkennen, hen zelfs belachelijk vinden.

 

Ik heb de opkomst van het Vlaams Belang in Deurne, meegemaakt, een Antwerpse gemeente met 77 000 inwoners waar ik jaren les gaf. Dat was een grote gemeente, met absolute socialistische meerderheden, een gemeente voor de arbeidersklasse. In 2006 scheelde het een haar of het Vlaams Belang behaalde hier een absolute meerderheid. 

 

Mijn leerlingen waren allochtonen én autochtonen. Velen in deze tweede groep waren aanhangers van uiterst-rechts. Deze zogenaamde ‘gewone’ mensen die al generaties lang voor de socialisten gestemd hadden werden voor het eerst geconfronteerd met het fenomeen van migratie en de gevolgen daarvan. Natuurlijk was de manier waarop ze hun problemen formuleerden met betrekking tot deze migranten rechttoe en niet subtiel. Maar deze mensen werden door de linkerzijde onmiddellijk uitgemaakt voor de echte verantwoordelijken, de oorzaken van het probleem. Als racisten, de schuldigen die niet in staat waren - in tegenstelling tot de bobos – zich open te stellen voor de wereld, de tegenstanders van het multiculturalisme. Primaire mensen zelfs, terwijl ze gewoon uiting gaven aan hun gevoel van onbehagen en onveiligheid gaven! Primaire zowaar mensen, veracht door de linkerzijde, zijn ze toegetreden tot de gelederen van extreemrechts, dat hen het gevoel gaf naar hun vragen te luisteren. En natuurlijk heeft het Vlaams Belang daarrond een retoriek opgebouwd die het probleem eerder versterkt dan oplost.

 


 

 

“De mogelijkheden van het Belgisch niveau worden overschat"

 

U was voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging en uw partij pleit voor het splitsen van het land. Bent u nu niet aan het proberen te bewijzen dat dit land niet werkt en dat splitsen de enige oplossing is?

 

Wie ons beschouwt als dé vijand zal ons inderdaad bekwaam achten alle middelen te gebruiken om ons doel te bereiken: de onafhankelijkheid van Vlaanderen. Maar denkt u echt dat mijn partij, die de minister van Binnenlandse Zaken, die van Defensie en die van Financiën levert, sterker zal worden als het teleurstellende resultaten levert op deze domeinen? Zelfmoord om de Heilige Graal te vinden? Natuurlijk niet. 

 

De N-VA is ervan overtuigd dat we in de huidige structuren – waartegen wij ons verzetten, uiteraard- van de staat oplossingen slechts tot op een bepaald punt kunnen bereiken. Neem de budgettaire situatie van het land. Natuurlijk kunnen we die binnen de huidige structuur nog verbeteren. Maar we zullen stoten op een structureel probleem dat ons ervan weerhoudt de overheidsfinanciën volledig op te ruimen: de versnippering, gefragmenteerde bevoegdheden, de toename van het aantal niveaus van de macht. De Belgische staatsstructuur is verschrikkelijk duur. 

 

De N-VA werd gedwongen, bij gebrek aan bondgenoten, om te accepteren dat deze structuur vijf jaar niet zal wijzigen. Maar op een dag zullen we aan de burgers van dit land de vraag moeten stellen: bent u bereid om de zware prijs van de structuren van dit land te blijven betalen? Het zou kunnen dat men daar ‘ja’ op antwoordt. Maar dan kent men de consequenties en moeten de mensen bereid zijn die te dragen: inefficiëntie van bestuur en de rekening die moet betaald worden voor het voortbestaan van dit land. Wij hebben in dit land een overbodig niveau: het Belgisch niveau.

 

Politicoloog Carl Devos beschuldigt de politiek van het verspillen van tijd aan ruzies, het demonstreren van onmacht en het misleiden van de publieke opinie en een gebrek aan leiderschap.

 

Dat klinkt als antipolitiek, als populisme. Het is natuurlijk ook een uitspraak die veel mensen, uit  een gevoel van verwarring en bezorgdheid, willen horen. Een zoektocht naar leiderschap. Aan wie denkt hij dan? Een Erdogan? Een Poetin? Een Trump, misschien? Ja, veel mensen zijn teleurgesteld in de politiek. Ik hoor bedrijfsleiders die ons bekritiseren, zeggen: "Als ik mijn bedrijf zou runnen zoals jullie aan politiek doen, ik zou snel failliet gaan." Ja, misschien, maar in een democratie, beslist niet één iemand. En ja het klopt, die trage politieke besluitvorming is frustrerend.

 

Een maand na de aanslagen hebben sommigen het gevoel dat niet echt iets beweegt. Alsof, zo schrijft Carl Devos, men “in de Wetstraat wil overgaan tot het volgende punt van de orde van de dag”.

 

Maar dat is niet waar! Gelooft men echt dat één - of een hele batterij – maatregel(en) zomaar het gevoel van veiligheid kan herstellen in dit land? Wat een simplisme! Sinds de aanslagen hebben velen binnen de politiek en de administraties al bergen verzet. Nee, die veroorzaken geen revolutie, maar deze regering werkt. Ze heeft al een reeks van dertig maatregelen tegen terrorisme genomen. De prioriteit is nu om ze volledig uit te voeren, dat is overigens al gebeurd voor de meeste maatregelen. Deze commissie zal parallel werken met degenen die wetgevend werk blijven uitvoeren. Onbevangen. Zeggen dat we een maand niks gedaan hebben maakt me heel boos.

 

 


 

Verschenen in oorspronkelijke Franse versie in Le Soir van 25 april 2016, hier geplaatst op 4 mei 2016.

 

Foto: © P-Y. Thienpont

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.

 

Labels