Michel vertrok om te blijven

Michel vertrok om te blijven

Even stilstaan bij vriendschap

Vandaag dag op dag twee jaar geleden verliet Michel ons op de tonen van Sjostakovitsj. Resi en ik deelden met hem die laatste ademstoot. Nu, twee jaar later, hebben de feiten het bevestigd: hij vertrok om te blijven. Op de begrafenis mocht ik een groet uitbrengen…

Michel,

 

De nacht heet rijp wanneer ik dit schrijf. Ons uur zowat. Satie speelt op de achtergrond z’n Gnossienes, de Ricard slinkt te snel in het glas naast me. De setting klopt. Ik ben dan ook bij jou… dit keer in gedachten. ‘k Wil er nog enkele delen, Michel, gedachten…

 

Nu jij het niet meer kunt, zal ik de netelige vragen voor de voeten gooien. Wat denk je bijvoorbeeld van: ‘Welk woord of begrip past bij “Michel”’?

 

Neen kerel, jij moet niet antwoorden. Wij lagen veel bij elkaar op de figuurlijke sofa. Wie het minst leed aan geestesnood speelde amateur-psycholoog. De rolverdeling ging mooi over en weer. Maar misschien krijgen derden weet van deze babbel, dus om redenen van discretie nu even niet.

 

Weet je wat? Laten we raden wat anderen zouden antwoorden. Zo’n spel is aan jou wel besteed en ik laat me dan evenmin pramen, dat weet je. (‘Pramen’ Michel, dat is er ééntje voor onze lijst woorden-die-absoluut-van-de-ondergang-dienen-gered. Ik gooi er verder nog enkele tussen, jij vindt ze vast.)

 

‘Sjostakovitsj’ hoort uiteraard bij ‘Michel’;  ‘Duvel’ zal niet ontbreken, evenmin als ‘cigarillo’. ‘Slim’ zit er uiteraard ook bij, wellicht zelfs ‘briljant’ en vermoedelijk ook ‘planmatig’ tot ‘perfectionistisch’, mogelijk ‘ietwat star, stug, stroef’. Ja, dat allitereert ook nog eens lekker.

 

Wat mogen we nog verwachten? ‘Spelletjesman’ en ‘science fictionfan’, ‘aansteker’ en ‘aanstekelijk’, ‘veeleisend’ en ‘veelgevend’, ‘mensen bellen’ en ‘verhalen vertellen’, ‘liefhebber van Brel’ en ‘verzamelaar van brol’, ‘ingenieus’ en ‘ingewikkeld’, ‘moppen’ en ‘mopperen’, ‘didacticus’ en ‘tacticus’, ‘bloemenliefhebber’ en ‘kruidje-roer-me-niet’, ‘sarcast’ en ‘fantast’, ‘niks wegwerpen’ en ‘alles z’n plaats’, ‘Cohen’ en ‘Colruyt’, ‘zee-smaken’ en ‘boeuf bourguignon maken’, ‘leraar’ en ‘woordkunstenaar’, ‘Provence’ en ‘proviand’, ‘Rachmaninov’ en ‘graag-man-in-hof’, ‘filmkijker’ en ‘sterrenkenner’, ‘Dylan’ en ‘dille’, ‘estheet’ en ‘als laatste gereed’, ‘boekenschap’ en ‘wetenschap’, ‘verteller’ en ‘hersteller’, ‘kritisch’ en ‘cryptisch’, ‘giacometti’ en ‘michel-kom-eet-nu’ (akkoord, niet de sterkste, erken ik deemoedig), ‘kunstenaar’ en ‘knutselaar’, ‘partituren’ en ‘late uren’, ‘controlefreak’ en ‘klassieke muziek’, ‘magic box’ en ‘schreeuwerige soks’. Ja, je hebt gelijk, hoog tijd om hiermee op te houden. Het niveau zakt.

 

Het blijft slechts een snelle greep uit de onuitputtelijke lijst mogelijkheden. Mijn antwoord, Michel, staat er niet eens tussen. Wil je het weten? Ja, natuurlijk, jij wil alles weten.

 

Volgens mij past bij ‘Michel’ ‘vriendschap’, onlosmakelijk; onbeteugeld, ongeremd, onbeperkt, ongebreideld, ongegeneerd, onalledaags, ongemeen gulzig. Altijd te laat gekomen, altijd te vroeg vertrokken, altijd te lang weggebleven, vond je. Steevast klonk van boven aan de trap bij wijze van gemeend welkom met zware stem en rollende r: ‘ah, De Roover, hoe gaat het? Blij je te zien.’ Lange avonden, korte nachten. Veel praten, veel drinken, veel zin, veel onzin, veel van alles. Velen mochten van die ‘Michel’ genieten Michel, dus ‘vriendschap’ past, volgens mijn niet zo bescheiden mening in deze, het beste bij ‘Michel’. Jij bracht mensen samen, je hele ziekteperiode lang zelfs. ‘Elke dag bezoek, dat moet je verdienen’, klinkt als een reclameslogan die als gegoten past rond het buurtwinkeltje in de Perckhoevelaan 40.

 


 Lange avonden, korte nachten. Veel praten, veel drinken, veel zin, veel onzin, veel van alles. 


 

Je was zo graag ‘onder ons’. En nu, zo wil het cliché, ben je ‘niet meer onder ons’. ‘Je hebt ons verlaten’, naar verluidt. De vaste formules bij uitvaarten monteren niet echt op. Maar ik zou verraad plegen aan die talloze avonden dat we samen, begerig naar wijsheid, weerbarstig filosofeerden over de dingen des levens, als ik er nu voetstoots vrede mee zou nemen jouw laatste aardse tocht over die platgetreden paden te zien voeren. ‘Niet meer onder ons’, ‘heeft ons verlaten’; daartussen lijkt ogenschijnlijk zelfs voor een speld geen plaats, want straks kiezen kist en kerkgangers definitief een andere koers.

 

Geen speld tussen te krijgen? Hola, dààr waren wij beiden het toch wel helemaal over eens Michel: bij onbetwiste waarheden leggen wij ons niet goedschiks neer. Nooit. Meer heb jij alvast niet nodig om je uitgedaagd te voelen. Ik neem het hier voor het gemak even van je over en probeer er in jouw geest toch een speld tussen te drijven.

 

Jouw lijdensweg, Michel, toonde hoe lang de schaduw kan zijn die de dood soms vooruitwerpt op het leven. Wie jou mocht kennen, zal de volgende weken, maanden en jaren ervaren hoe waar ook het omgekeerde is. Reikt de duisternis van de dood bijwijlen al te ver in deze zijde, dan kan het leven ook helderheid werpen naar de overkant. Het leven dat jij leidde, zal nog felle stroken licht uitstralen over wat nu het jouwnamaals moet heten.

 

Elke keer wuifde je me uit aan de voordeur, omgeven door een mild maar duidelijk waarneembaar parfum van melancholie. Alsof we elk van die vele keren een beetje stierven, afscheid nemend van wat we net samen hadden beleefd, in het volle besef dat wat zich juist daarvoor in z’n uniekheid afspeelde nooit meer zo zou worden herhaald.

 

Die telkens terugkerende gewaarwording vindt een versteende uitdrukking in de toch niet zo gekke gemeenplaats ‘partir, c’est mourir un peu’. Volkomen ten onrechte niet tot cliché geworden maar even waar is het nooit-gezegde ‘mourir, c’est partir, mais seulement un peu’. Wie sterft, vertrekt, maar niet helemaal.

 


 ‘Mourir, c’est partir, mais seulement un peu.’

 


 

Dat is zeker zo voor jou Michel, rijke bron waar we ons veelvuldig aan mochten laven. Onverminderd jouw (klein)menselijke kantjes, heugen die verfrissende besproeiingen al wie van jou mocht genieten nog tot in lengte van jaren. Aan die herinneringen zullen we ons blijven bezatten. Wie Michel heeft gekend, denkt en doet, ook morgen nog, minstens een beetje anders dan wanneer de paden niet hadden gekruist.

 

De stelling dat jij ons hebt verlaten en dientengevolge niet meer onder ons zou zijn, mag hiermee als gefalsificeerd worden beschouwd en dus als volkomen fout afgewezen. Quod Erat Demonstrandum.

 

Michel, jij was zoveel meer dan het lichaam dat de strijd moest opgeven. Vooral jij was zoveel meer dan een lichaam. Het lijden van dat lichaam is voorbij, vandaar dat we het gebeurde over-lijden noemen. Jouw lichaam heeft ons verlaten, niet jij Michel, want…

zoals hierboven afdoende aangetoond, blijf jij onder ons.

 

(De kans dat ik nog ooit een quiz win, is dan weer wel aanzienlijk afgenomen.)

 

Bedankt en blij dat ik in de buurt mocht zijn°,

 

Peter (Mortsel, nacht van 25 op 26 juli 2012)

 

° In juli 2011 schonk Michel me een boek, zomaar. Ik zei hem het slechts te willen aanvaarden mits hij er iets in zou schrijven. Het heeft lang geduurd voor ik het terugzag. Op de witte bladzijde vooraan staat nu:

Peter,

Aangezien anderen het beter kunnen zeggen dan ik, twee citaten:

“Medevreugde, niet medelijden maakt de vriend” (F. NIETZSCHE)

en

“Vriend: iemand die het beter met je meent dan jijzelf” (C. BUDDINGH)

Blij dat jij er bent

Michel, juli 2011

 

Geplaatst: Donderdag, 24 juli 2014