Joepie, vrouwen zijn dan toch vrouwelijk

Joepie, vrouwen zijn dan toch vrouwelijk

Over stoelen en vrouwelijke vrouwen aan de macht

Ik zal er de zondags randjes nog eens proberen aflopen in deze mijmering en doe dat ook maar meteen en brutaal: ik vind dat Charles Michel dik gelijk had. Daarmee sta ik zowat alleen vermoed ik want zelfs Michel staat niet meer achter Michel. Hij heeft er intussen namelijk spijt van. In De Tijd las ik dat hij sedertdien nog amper sliep, wellicht toch vooral omdat hij hier een serieuze perceptienederlaag heeft geleden.

Als last man standing herhaal ik evenwel dat hij gelijk had toen hij zich in Ankara in de enige zetel plofte die naast het zitje van de Turkse president Erdogan stond opgesteld. Ursula von der Leyen moest vrede nemen met de canapé, recht tegenover de Turkse minister van buitenlandse zaken. Ik ken dat soort canapés want heb meermaals zelf in gezeten, wanneer ik als niet-delegatiehoofd bij officiële bezoeken mocht meehuppelen. Ze zitten ongemakkelijk en je krijgt er een stijve nek van de hele tijd naar links te kijken, of naar rechts, als je tot het ontvangende kamp behoort. Alle begrip dus voor Ursula’s ongenoegen maar ik ben dus blij dat zij daar moest gaan zitten.

Het is uiteraard niet zonder grote risico’s om Michels kaart te trekken in deze maar iemand moet het doen hé, dus tsjaka. #Sofagate, zoals het als vrouwonvriendelijk omschreven ‘schandaal’ wereldwijd intussen bekend staat, vond plaats in het amper zes jaar oude mega-paleis dat Erdogan in Ankara liet optrekken ter meerdere eer en glorie van zichzelf. Dat protserige optrekje telt niet minder dan duizend kamers. Dan zou je denken dat ze er ook wel drie stoelen zullen hebben, niet?

Recep Tayyip Erdogan kan hier te lande niet op veel sympathie rekenen, althans niet bij het publiek zonder Turkse voorouders. In de diaspora blijkt hij wel immens populair, zeker ten onzent zoals bij Turkse verkiezingen blijkt. Aangezien Erdogan er van verdacht wordt Michel en von der Leyen bewust in een netelige positie gemaneuvreerd te hebben, loop ik hier dus het risico in het vuige Erdogan-kamp gestoken te worden en aan diens kant van de geschiedenis wil je niet opgemerkt worden.

Aan de foute kant

Waarom dan toch kiezen voor de voorzitter van de Europese Raad en tegen de voorzitster van de Europese Commissie? Charles Michel is toch die opportunistische angsthaas die liever koos voor internationale schouderklopjes – niet zonder succes trouwens want zonder die keuze voor de ‘goede kant van de geschiedenis’ was hij er in Ankara wellicht gewoon niet bij geweest, tenzij om mee stoelen aan te sleuren – dan voor de trouwe regeringspartner waar ik deel van uitmaak. Waarom nu de kans voorbij laten schieten om hem de rekening wat dunnetjes te presenteren en vrolijk rond te bazuinen dat hij nu toch wel zelf aan de foute kant is gaan staan, euh zitten eigenlijk?

Toegegeven, ik kon het persoonlijk wel vinden met premier Michel. Ik vond hem goedlachs en het is een gerief zo iemand in de omgeving te hebben als je, zoals ik, geregeld meent de al dan niet flauwe plezante te moeten uithangen. Ooit maakte ik deel uit van een officiële delegatie op bezoek in Israël en herinner me als gisteren dat ik verwezen werd naar een lange canapé, dwars opgesteld ten opzichte van de twee ere-stoelen waar aan onze zijde premier Michel zich ongegeneerd neervlijde. Eerst vond ik dat wel wat getuigen van weinig respect voor ouderdom aangezien ik liefst 13 jaar ouder ben dan die erestoelwipper maar toen fluisterde men mij het woord ‘protocol’ in het oor en dus liet ik me maar in die ongemakkelijke canapé vallen. Zelfs dat eitje laat ik ongepeld want we hebben het in de bar van het hotel goedgemaakt, al bleek de toenmalige premier zich ook echt te houden aan de toen lopende tournée minérale-maand. Ik doe daar voor de schermen niet aan mee en hoef dat dus daar achter evenmin te doen. Slotsom: in besloten kring mocht in Michel leren kennen als sympathieke knol.

Ik durf die klik met Michel hier amper bekennen maar nu ik toch risico’s aan het nemen ben, dan maar ongebreideld. In tegenstelling tot wat voorgaande paragrafen kunnen doen vermoeden, betreft mijn keuze voor Michel in die #sofagate evenwel geen subjectief gevoel ten opzichte van deze Sjarel.

M/V/P

Maar ik loop een nog groter risico. Als niet meer zo jonge blanke man rust op mij per definitie de verdenking te lijden aan mannelijk superioriteitsgevoel en was het niet mevrouw von der Leyen, een vrouw dus, die daar als een afgewezen muurbloemetje stond te draaien en eigenlijk inwendig te stampvoeten? Zet ik me door de kaart-Michel te trekken aan de kant van de vrouwenhaters; weer eens aan een verkeerde kant?

Noppes, betrof het niet Ursula von der Leyen (V van vrouw) maar Manuel Barosso (M van Man) of Jean-Claude Juncker (P van positief), ook dan had ik voor Michel gekozen. Het gaat me dan ook helemaal niet om Michel maar om de voorzitter van de Europese Raad, de verzameling van lidstaten. Dat die protocollair voor de voorzitter van de Europese Commissie komt, juich ik nadrukkelijk toe. De Europese Unie is tot nader order, lees tot de eurocentristen hun goesting hebben gekregen, een confederatie van lidstaten en de Europese Commissie staat voor mij symbool voor Europees centralisme. Voila, het gaat mij niet over vrouwen of mannen maar over de dominantie van de lidstaten als de wezenlijke bouwstenen van de Europese Unie.

Vandaar trouwens von der Leyens gestampvoet. Zij wil zich laten kennen als tenminste de gelijke van de raadsvoorzitter. Het ging haar vermoedelijk niet over geslacht maar dat thema kwam hier wel mooi van pas want daar ging het Erdogan wellicht wél over en dan loop je communicatief een gewonnen wedstrijd op het thuisfront. Wat zich afspeelde betrof echter vooral, naast een ouderwetse strijd tussen haantjes (M/V) die boven op het hok willen zitten, de vraag welk soort Europa-idee domineert. Dat Michel nu te klamme handjes heeft om daar op te wijzen toont aan dat ook sympathieke mensen ruggengraatloos kunnen zijn. Hij deed het juiste maar schrok er zelf van en begon dan wat zielig te kronkelen.

Ik weet het, dat gedoe tussen Europese Raad en Europese Commissie klinkt erg ingewikkeld en de vrouwenkaart trekt zo veel gemakkelijker. We letten er wel best mee op om van alles een genderkwestie te maken want straks wijten onverlaten het compleet falen van de vaccinatieleveringen door de Europese Unie aan het feit dat een vrouw daar de eindverantwoordelijkheid voor de bestelbonnekes droeg.

Opmerkelijk vond ik trouwens de opmerking her en der dat Michel tenminste de galanterie had mogen opbrengen om die ene zetel af te staan aan von der Leyen, want dat doen mannen met enige savoir vivre natuurlijk. (Die laten ook een oudere man plaatsnemen in de comfortabele zetel en gaan zelf in ongemakkelijke canapés zitten.) Los van het feit dat protocol naleven ook een essentieel onderdeel van etiquette vormt, klinkt het toch wat apart om te hekelen dat een vrouw niet gelijk wordt behandeld met een man en dan als remedie voorstaan dat de man de vrouw een stoel aanbiedt omdat ze vrouw is. Het is niet gemakkelijk om de rechte progressieve weg te bewandelen en nog minder om die te snappen.

XX-chromosoneneconomie

Dat het allemaal zo verwarrend aan het worden is, stelde ik gisteren ook weer vast. Ik nam Zeno ter hand, de weekeindbijlage van De Morgen. Daar stond het uitstekende interview in met Els van Doesburg, tot voorbije maandag mijn rechterhand in de Kamer en nu brengster van het meest besproken interview van het weekeinde. Die sloeg dan ook nagels met koppen, dus wie het nog niet las… lezen maar.

Eens een krant in handen lees je meteen door natuurlijk. Dat papier werd tenslotte niet voor niets bedrukt. Zo belandde ik bij een lang artikel over een nieuwe generatie economen. Niet zo maar economen maar vrouwelijke economen. En die schudden de tent behoorlijk door elkaar. Het mannelijk bastion gaat er aan.

Toen ik veertig jaar, dus akelig lang geleden begon aan mijn studie toegepaste economische wetenschappen vulden de porren al zowat een derde van de stoeltjes. Mogelijk brosten mannelijke studenten meer en komt deze waarneming in de aula niet helemaal overeen met de objectieve cijfers maar je moest ze niet met het vergrootglas zoeken. Dus ging ik er van uit dat het veertig jaar later niet zo’n nieuws is dat vrouwelijke economen hun rol opeisen. Dat het nog een hele tijd geduurd heeft voor de mannelijke dominantie in de hogere posities begon te schuiven, dat is dan weer wel logisch. In ‘mijn tijd’ waren er aardig wat vrouwelijke assistentes (het waren ook aardige vrouwelijke assistentes) maar amper professoren behorend tot wat toen nog het zwakke geslacht heette. Aangezien je al die benoemde hoogleraren ook moeilijk voortijdig kan afschieten, vraagt het wel een tijd vooraleer de evenwichten op dat niveau serieus aan het schuiven gaan. Maar dat proces rolt nu dus als een bulldozer over de economenwereld.

De economische wetenschap werd tot voor kort beschouwd als een mannenbolwerk en dat gaat nu dus voor de bijl, juichen drie journalisten, luisterend naar de eerder mannelijke namen Diederik, Casper en Jaap, in dat artikel met leesbaar genoegen toe. Dat blijft niet zonder gevolgen. “Het zijn in het bijzonder vrouwen die de intellectuele revolutie aanjagen om de economie menselijker, duurzamer en minder abstract te maken. Zo ontstaan langzaam de contouren van een alternatief paradigma dat meer ruimte biedt voor de dragers van twee X-chromosomen.”

Het artikel bulkt van progressieve woordenbrij die bijvoorbeeld moet aantonen hoe subtiel het oude patriarchaat te werk ging met manipulatieve leerboeken in het middelbaar, die getuigen “van een sterke genderbias”. Voor wie niet helemaal mee is in het jargon: genderbias betekent dat er onderhuids een mannenvoordelige omgeving wordt geschapen. Over mannelijke economen valt weinig positiefs te melden. “Het blinde streven naar bbp-groei is een wezenlijk kenmerk van de economie van het patriarchaat”; “het masculiene fort van topeconomen”; “economie jarenlang een vorm van ultieme ‘mansplaining’ was geworden”; “topmannen sloegen haar waarschuwingen in de wind”; ik tik maar wat over. Eén vrouwelijke economiste geeft wat tegengas maar voor de rest worden de mannelijke economen stevig in de beklaagdenbank vastgesnoerd. Mannen zaten aan de top maar ze zaten daar verkeerd. “Als er meer vrouwen aan het roer van banken hadden gestaan, had de crisis misschien vermeden kunnen worden, opperden feministische economen.”

Moederinstinct

Aan al dat geniepige mannengedoe komt nu dus een einde want de vrouwelijke economistes breken door op universiteiten, onderzoekscentra, bedrijven en internationale instellingen. Opmerkelijk vooral dat die progressieve doorbraak aantoont dat vrouwelijke economistes anders tegen de (economische) realiteit aankijken dan hun mannelijke collega’s. “Vrouwen zijn over het algemeen iets terughoudender in het nemen van risico’s, minder geneigd zichzelf te overschatten en weten beter om te gaan met onzekerheid.” Vrouwen redeneren minder abstract, met meer inlevingsvermogen, minder wiskundig, met meer oog voor de impact op mensenlevens, leert het artikel. Een ouderwetse zeur zou zeggen: vrouwelijker, met meer moederinstinct, beschermender, verzorgender, met typische vrouwenlogica.

Het artikel in De Morgen leest heel erg activistisch, kritiek komt er uitsluitend op mannelijke economen terwijl vrouwen unisono betreurd worden in hun slachtofferrol. De drie mannelijke journalisten kweten zich keurig van hun taak om zich te ontdoen van elke vorm van mannelijk chauvinisme. Wie de Sisterhood in de schijnwerpers wil plaatsen mag geen flard indruk wekken tot de Brotherhood te behoren.

Je vraagt je trouwens af waarom die hoofdredactie het in het hoofd kreeg om drie mannen dit artikel te laten schrijven. Waar blijft het genderevenwicht, waar de quota, waarom weigerden die drie kerels niet gewoon om deze klus te klaren? Enfin, ze deden dus wel hun uiterste progressieve best, zo erg zelfs dat ze beginnen te lijken op keurige ouderwetse gentlemen die zich nog liever een sherry als aperitief ontzeggen dan over vrouwen een onvertogen woord over de lippen te laten rollen of een stoel te nemen zo lang er nog één vrouw niet gezeten is. Een beetje feministe-oudestijl moet de rillingen over de behasluitingvrije rug voelen lopen bij zo veel mannelijk geslijm. Het is een kleine stap van dit vrouwenbevrijdingsmanifest in De Morgen naar het oude cliché dat moeder-de-vrouw zo veel beter op het huishoudgeld past.

Wat gevierd hoort te worden als grote progressieve doorbraak, beoordeel ik, belegen conservatief zijnde, als de aangename herontdekking van het typisch vrouwelijke kantje zonder hetwelk de wereld effectief maar half is. Mogen we dan nu opnieuw gewagen van mannelijke en vrouwelijke kenmerken? Zijn jongetjes en meisjes nu weer erkend ‘anders’? Volgt daar uit dat kinderen naargelang hun geslacht met ander speelgoed mogen spelen? Als die vrouwelijke economistes zo’n verrijking blijken te zijn, was die stereotype opvoeding die ze als meisje te ‘verduren’ kregen dus toch wellicht niet zo kwaad. Gelukkig werden ze niet opgevoed als wilde kwajongens want dan groeide daar ook economen uit die alleen oog hebben voor koude getallen of blinde wetmatigheden en dol zijn op het nemen van onvoorzichtige risico’s. Zijn mensen van het ene geslacht dan toch beter geschikt voor de ene taak en die van het andere geschikter uitgerust voor de andere?

Is de wereld dan toch beter af met echte mannen én echte vrouwen? Blijkbaar ondersteunen progressieve doorbraken die conservatieve gedachte. Oestrogeen of testosteron; het doet er dus weer toe.

Een vrouw als vertegenwoordiger van de lidstaten van de Europese Unie, een echte vrouwelijke vrouw, dat zou ik nog eens een goede zaak vinden. Dan zit er iemand op het eerste stoeltje die oog heeft voor echte conservatieve waarden die, dat leert een eeuwenoude ervaring, ook gewoon veiliger zijn in vrouwenhanden. In echte vrouwenhanden, niet de handen van vrouwen die graag mannetje zouden willen spelen.

Deze zondagse mijmering verscheen voor het eerst op de Facebookpagina van Peter De Roover op 11 april 2021.

Labels