Het porselein van Jeruzalem

Het porselein van Jeruzalem

De Amerikaanse president Donald Trump besliste om Jeruzalem te erkennen als hoofdstad van Israël. Zijn aankondiging de ambassade van Tel Aviv naar die stad te verhuizen, lokte wereldwijd, vooral afkeurende, reacties uit. Nochtans waren Palestijnse diplomaten net heel hoopvol over the Donald. Zijn krediet lijkt nu echter zwaar gehavend en niet alleen dat van hem. Peter De Roover en Els van Doesburg berichten.

 

De kwestie Jeruzalem ligt hypergevoelig want het gaat niet zomaar over een verzameling huizen doch over de enige stad ter wereld die door drie wereldgodsdiensten als cruciale bakermat wordt beschouwd. Het is een heilige plaats voor zowel moslims, christenen als joden. Vooral de oostkant telt heel wat vooraanstaande heiligdommen. De Klaagmuur is de belangrijkste heilige plaats voor de Joden, terwijl de moslims de Al-Aqsamoskee beschouwen als het belangrijkste heiligdom na Mekka. Voor de christenen heeft de Heilige Grafkerk, gebouwd op de plaats waar Christus gekruisigd en begraven zou zijn, bijna de status van de Romeinse Sint-Pieter. Oost-Jeruzalem vormt het Palestijnse deel van de stad dat sedert 1967 na de Zesdaagse Oorlog volgens het internationale recht illegaal wordt bezet door de staat Israël. Jawel, de Klaagmuur en Jezus’ graf liggen in Palestijns gebied.

 

De aankondiging van Donald Trump op 6 december om zijn ambassade te verhuizen naar Jeruzalem was zwaar symbolisch geladen en lokte dan ook veel, vooral negatieve reacties uit. Westers georiënteerde Arabische leiders vrezen dat het signaal van Trump kan – en zal – misbruikt worden door extremistische bewegingen als Hamas, Hezbollah of al Qaeda. Hamas-leider Ismail Hamiyeh riep op tot een nieuwe intifada. De eerste rellen leverden al honderden gewonden en enkele doden op. De meer gematigde Palestijnse president Mahmoud Abbas verklaarde dat de VSA geen bemiddelaarsrol meer kan spelen. De secretaris-generaal van het uitvoerend comité van de PLO en dus behorend tot het Abbas-kamp Saed Erekat ging nog verder. Volgens hem is de twee-statenoplossing nu dood en moet de Palestijnse strijd verder gestreden worden voor één staat met gelijke rechten voor alle inwoners.

 

Dat zou geen kleine koerswending inhouden. De twee-statenoplossing staat als doelstelling gebeiteld in internationaal erkende Oslo-akkoorden en dient als leidraad voor die internationale gemeenschap. Als er gekozen wordt voor een eenstaatoplossing zou dat o.m. tot gevolg hebben dat de joden in zo’n eengemaakt Israëlisch/Palestijns land een krimpende minderheid vormen. Het beleid van de gematigde Arabische leiders zoals Abbas en de Jordaanse koning Abdullah II en de westers gezinde regimes in Egypte en Saoedi-Arabië komt door de beslissing van Trump onder nieuwe druk. De anti-westerse krachten zien hierin een illustratie van de onbetrouwbaarheid van de VSA en meteen van hun eigen gelijk.

 

 

Jerusalem Act

 

 

Het was natuurlijk al lang geweten dat Trump deze beslissing kon nemen. Dat was trouwens een verkiezingsbelofte van hem. Maar aan Arabische zijde werd ook erg aanstoot genomen aan het feit dat ze niet tijdig ingelicht werd. Op 30 november vond een ontmoeting op hoog niveau plaats tussen een afvaardiging van de Amerikaanse regering, onder leiding van Trumps schoonzoon Jared Kushner, en de hoogste Palestijnse diplomaten. Hoewel de beslissing van de verhuis genomen werd op 27 november ‘vergat’ de Amerikaanse delegatie de gesprekspartners daarvan in te lichten, hoewel die daar nadrukkelijk naar vroegen. Een pijnlijk ‘detail’ dat kwaad bloed zette bij de Palestijnen.

 


Trump neemt afstand van bijna 70 jaar Amerikaans buitenlands beleid


 

Met de erkenning van en verhuis van de ambassade naar Jeruzalem voert Trump een beslissing uit die genomen werd door het Amerikaanse Congres in 1995 (de Jerusalem-Act) maar nooit uitgevoerd door zijn voorgangers uit vrees het wankele evenwicht in de regio nog verder te verstoren. Hij neemt dus afstand van bijna 70 jaar Amerikaans buitenlands beleid. Trumps maneuvers blijven ook in eigen huis niet zonder gevolgen. Het State Department (ministerie buitenlandse zaken) kent momenteel een exodus van topdiplomaten die zich niet langer kunnen vinden in het Amerikaanse buitenlandse beleid. Dat beleid verzwakt volgens hen de Amerikaanse positie in de wereld en wordt beschouwd als respectloos voor het diplomatieke corps.     

 

De 6 december-beslissing gaat natuurlijk technisch gesproken over niet meer dan de erkenning van een feitelijke toestand die al dateert van 1949. Het Israëlische parlement en regeringsgebouwen staan in Jeruzalem, weliswaar in het westelijke deel dat niet tot het Palestijnse territorium behoort. Het is voor iedereen zonneklaar dat er voor Israël geen andere hoofdstad mogelijk is als Jeruzalem en dat geldt voor de Palestijnen evenzeer. Puur formeel zweeg Trump daarover op 6 december. Hij verklaarde nadrukkelijk geen standpunt in te nemen over de grenzen van de Israëlische soevereiniteit en dat zijn beslissing niet als voorafname mag gezien worden op de definitieve regeling, noch specifieerde hij of hij heel dan wel een deel van Jeruzalem bedoelde. Jeruzalem zou dus bijvoorbeeld de hoofdstad van de twee toekomstige staten kunnen zijn.

 

Maar de communicatie rond en lezing van Trumps beslissing waren natuurlijk heel anders en Amerikaanse regeringskringen leken er ook niet veel energie in te steken om die puntjes op de i te zetten.

 

Paradoxaal genoeg waren het vooral Palestijnse diplomaten die de hoop koesterden dat Trump beweging ten goede zou kunnen brengen. Zo focuste de topontmoeting van 30 november op de zogenaamde ultimate deal waar Trump al langer op zinspeelt. Trump werd gezien als een mogelijke, en onverwachte, bondgenoot, een outsider die out of the box kan denken en niet vast hangt aan de zogenaamde ‘vredesprocesindustrie’, de cenakels die in deze aangelegenheid de plak zwaaien in Washington maar al lang geen centimeter meer weten op te schieten.

 

In maart kondigde Trump in een telefoongesprek met de Palestijnse president Abbas aan dat hij aan een plan werkt. Op 3 mei ontmoetten ze elkaar in Washington en op 23 mei in Bethlehem. Daar vroeg Trump aan Abbas om een delegatie klaar te houden voor de grote onderhandeling. Toen werd het een tijdlang stil tot de Amerikaanse president de Palestijnse leider weer hoop gaf bij een persoonlijke ontmoeting in de marge van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in september. In november berichtte de New York Times dat er een concrete blauwdruk op de tafels van de Trump-administratie zou liggen.

 

Maar de hoop op een doorbraak dankzij een Trump-initiatief lijkt nu vervlogen. “Niet de status van  Jeruzalem, wel die van Washington is aan de orde”, reageerde een Palestijnse diplomaat, omdat de VSA zichzelf nu buitenspel lijkt gezet te hebben. Bij de bespreking van de ambassadeverhuis op de VN-Veiligheidsraad op vrijdag 8 december stond de VSA alleen tegen de 14 andere lidstaten.

 

 

Hoeder van de islamwereld

 

 

Intussen wint Rusland duidelijk aan prestige in het Midden-Oosten door de succesrijke bemoeienissen in Syrië. President Vladimir Poetin kondigde deze week aan zijn troepen uit Syrië terug te trekken omdat hij de klus als geklaard beschouwd. Dat kan niet geïnterpreteerd worden als een signaal dat Rusland zich van het Midden-Oosten afkeert. Poetin was op 11 december nog op bezoek in Egypte en liet de kans niet liggen zich te presenteren als de wél betrouwbare partner. Hij besprak met president Abdel Fattah el-Sissi de plannen om Russische militaire vliegtuigen gebruik te laten maken van Egyptische landingsbanen en er werd een contract afgesloten voor de bouw van de eerste nucleaire krachtcentrale in Egypte. Poetin reisde na zijn bezoek aan Caïro naar Ankara waar hij zich samen met de Turkse president Recep Tayyip Erdogan nog eens nadrukkelijk aan de kant schaarde van degenen die de beslissing van Trump bekritiseerden.

 

Erdogan profileerde zich in zijn ‘jonge’ jaren al nadrukkelijk als hoeder van de Palestijnse belangen toen hij de toenmalige Israëlische president Shimon Perez er in januari 2009 in het Zwitserse Davos publiekelijk van langs gaf voor het toen lopende conflict in Gaza. Maar ook zijn belangstelling voor de Palestijnen bleek meer een zaak van realisme dan van idealisme want later knoopte hij de betrekkingen met Israël weer steviger aan. Erdogan is op dat vlak niet anders dan zijn collega’s staatshoofden uit de moslimwereld. Palestina blijft vooral een handig propagandamiddel wanneer dat goed uitkomt. Nu lijkt weer een uitstekende kans aangeboden voor de Turkse president om het voortouw te nemen als verdediger van de Palestijnen in het bijzonder en de islamwereld in het algemeen.

 


Langs Palestijnse en Turkse zijde wordt er aangedrongen op de erkenning van Oost-Jeruzalem als Palestijnse hoofdstad


 

Het verbaast dan ook niet dat Erdogan woensdag 13 december een spoedzitting samenriep van de Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIS) in Istanbul naar aanleiding van de beslissing van de Amerikaanse president. De Turkse president, die op 10 december al hard uithaalde naar Trump en Israël, wil niet dat de indruk ontstaat dat hij de heilige islamitische plaatsen opgeeft. De Iraanse president Hassan Rouhani woonde deze OIS-zitting zitting bij, net als een twintigtal andere staatshoofden, waaronder de president van Libanon, koning Abdullah van Jordanië en de Palestijnse president Mahmoud Abbas. De Verenigde Arabische Emiraten, Egypte, Marokko en een vijfentwintigtal andere landen waren aanwezig op het niveau van het ministerie van buitenlandse zaken. Voor Saoedi-Arabië tekende de minister van islamitische zaken present.

 

In een gezamenlijke verklaring noteerde de 57 leden tellende organisatie woensdagavond dat zij Oost-Jeruzalem erkent als hoofdstad van Palestina, iets waar vooral langs Turkse (en Palestijnse) zijde op werd aangedrongen. Ze roept de rest van de internationale gemeenschap op om hetzelfde te doen. In de tekst haalden de OIS-leden ook zwaar uit naar de VSA die wat de Arabische landen betreft alle legitimiteit als vredesonderhandelaar verspeelde nu ze 'kleur bekend heeft"'. Ze noemen de beslissing van vorige week een schending van het internationaal recht en een provocatie voor moslims wereldwijd en waarschuwen dat dit enkel meer instabiliteit in de regio zal veroorzaken.

 

Dat de Iraanse president Rouhani graag en prominent aanwezig was, mag niet verbazen. Hij ziet dankzij het Trump-initiatief zijn kans schoon om een drieslag te slaan. Vooreerst wil Iran, in concurrentie met Turkije, de rol als eerste behoeder van de zaak der moslims opeisen en dat hij daarmee, ten tweede, Saoedi-Arabië in diskrediet kan brengen past natuurlijk perfect in dat plaatje. Dat land wordt verweten teveel zoete broodjes te bakken met Israël en Trump. Voor Iran is de kans te mooi om Saoedi-Arabië in de hoek te zetten als verrader van de islamitische zaak. Ten slotte kan Iran de moslimlanden verder opzetten tegen de derde grote vijand, de VSA. Daarom bevordert het weekblad Sobhe Sadeq, het politieke orgaan van de Iraanse Revolutionaire Garde, de Palestijnse zaak als "het nummer één probleem van de islamitische wereld".

 

Volgens sommige bronnen houdt de Amerikaanse president echter nog een troef achter de hand. Hij zou nu een geste doen voor Israël, zodat het land daarna niet neen kan zeggen als het grote vredesplan op tafel komt. Of die redenering opgaat, als ze al gemaakt werd, mag een groot vraagteken genoemd worden.

 

 

Wint Israël?

 

 

Radicale joodse groepen juichten de beslissing van Trump toe en premier Benjamin Netanyahu zal er ook niet rouwig om zijn dat de aandacht wat weg schuift van de corruptiezaken waar hij in verwikkeld zit. Toch mag betwijfeld worden of de beslissing van 6 december Israël veel baat brengt. De positie van het land is dubbel. Enerzijds stond het nooit sterker in de regio. Er groeit een nooit eerder geziene samenwerking met Saoedi-Arabië, Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten op militair vlak, tussen de inlichtingendiensten en diplomatiek waarbij Iran en jihadi-groepen als de gezamenlijke vijand en dus cement dienst doen. Er wordt zelfs gefluisterd dat de coming man in Saoedi-Arabië kroonprins Mohammed bin Salman zou overwegen Israël te bezoeken. Het was ronduit historisch toen de Egyptische president Anwar Sadat dat deed op 19 en 20 november 1977 als eerste Arabische leider. Het kostte Sadat trouwens wel het leven na een aanslag door een islamist in 1981, wat latere Arabische leiders niet meteen motiveerde om in zijn voetsporen te treden.

 

Israël en de genoemde Arabische landen – met sterke nuances voor Egypte - waren decennialang gezworen vijanden maar de religieuze en culturele afkeer, om van haat niet te spreken, is vandaag ondergeschikt aan geopolitieke en veiligheidsbelangen. De Palestijnse kwestie is en blijft daaraan trouwens zwaar ondergeschikt, ook voor de zogenaamde bondgenoten in de Arabische wereld. Vandaar dat niet zozeer de beslissing van de verhuis een probleem vormt voor die Arabische landen, wel de brandstof die het kan geven aan de bondgenoten van Iran.

 

Israël staat politiek dan wel sterker dan ooit maar ziet anderzijds de bedreigingen aan de grens absoluut niet afnemen. In de Gazastrook staat de Palestijnse bevolking voor een humanitaire crisis door tekorten aan elektriciteit en water. Dat is dan weer een voedingsbron voor de extremisten van Hamas. De voorbije weken nog vernietigde het Israëlische leger (IDF) twee door Hamas gegraven tunnels vanuit de Gazastrook, daarmee Hamas een zware klap toebrengend. Op 9 december reageerde de IDF met beschietingen op Hamas-stellingen na een raketaanval vanuit Gaza. In het roerige Midden-Oosten kan elke vonk een uitslaande brand veroorzaken.

 

Aan de Israëlisch-Libanese grens popelen de van zelfvertrouwen blakende Hezbollah-milities, die kunnen beschikken over een enorm raketten-arsenaal. Via de smalle grens met Syrië staan door Iran gesteunde milities aan de deur van Israël.

 

In de Westelijke Jordaanoever zal de Jeruzalem-beslissing de positie van president Abbas verder verzwakken. Die stond al niet zo sterk omwille van corruptieaanklachten en het gebrek aan resultaten van zijn gematigd beleid gericht op dialoog. In de discussies over de vorm van de aangekondigde samenwerking tussen de gematigdere Palestijnse Autoriteit en de radicale Hamas zal Abbas ook pluimen moeten laten ten nadele van de stokebranden. De Palestijnse president zou wel eens het grootste slachtoffer van de 6 december-beslissing kunnen worden, tot grote blijdschap van de radicalere vleugel van het Palestijns politieke toneel.

 

Dat de nieuwe toenadering tussen Israël en enkele belangrijke Arabische spelers, waaronder Saoedi-Arabië en Egypte, weer extra tegenwind krijgt, is niet het kleinste negatieve neveneffect voor Israël van de Jeruzalem-rel die Trump ontketende.  

 

De Palestijnse kwestie blijft in het grote Midden-Oostenspel voor de hoofdrolspelers, behalve de Palestijnen zelf, van belangrijke symbolische maar toch bijkomstige orde. Israël kan oproer vanuit de Gaza militair perfect aan en de buurstaten hebben voor hen belangrijkere problemen aan hun hoofd. Maar Trumps beslissing maakt de extreme hardliners in de Israëlische regering wellicht nog meer overmoedig en aan Palestijnse zijde staat het potje weer te koken. In die omstandigheden kan de olifant vele tere postuurkes in de porseleinenwinkel breken. Alleen grootste optimisten zien achter de gebeurtenissen van de jongste weken een grote pokeraar die een full house in de hand klaar houdt.

 

 

Lees ook ons artikel over de toenemende invloed van Iran in het Midden-Oosten: http://www.peterderoover.be/node/32132

 


 

Hier geplaatst op 13 december 2017, aangepast op 16 december na publicatie met enkele actualiseringen op Knack.be onder de titel 'Erkenning Jeruzalem: enkel grote optimisten zien nu nog een pokeraar die een full house in de hand houdt'

 

 

Foto: De OIS-top in Istanbul

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.