Half werk, meer lukt ons zeker niet in deze staatsstructuur
11 juli 2016. Dat is mijn 55ste Vlaamse nationale feestdag maar ook mijn tweede als Belgisch kamerlid. Dat werd ik op 25 mei 2014 en nogal wat partijgenoten vierden die avond geestdriftig onze verkiezingsoverwinning. Die was ook indrukwekkend maar het doel waarvoor ik in eerst instantie politiek bedrijf, Vlaanderen een volwaardige democratische structuur geven, zat er niet in. Dat bleek al die 25ste mei zelf. Er kon geen democratische meerderheid verzameld worden om daar een beetje zinvol werk van te maken.
Natuurlijk gaat ons programma verder en dus klonk het antwoord op dé vraag redelijk eenvoudig want logisch. Die 'dé vraag' luidde: als er nu hoedanook geen staatsvorming kan komen, niet mét en uiteraard niet zonder ons, gaan we dan mokkend in de hoek staan? Laten we ook de rest van het speelveld aan de concurrentie of gaan we ons wél bemoeien met dat beleid op Belgisch niveau? U weet wat we gekozen hebben.
Het gaat allemaal over dat moeilijke begrip ‘goed beleid’. Als democraat kan ik ‘goed beleid’ voor Vlaanderen alleen maar bepalen als het beleid dat voorgestaan wordt door de partijen waarvoor de Vlaamse kiezer in het stemhokje zijn voorkeur uitdrukt. Zolang we daar niet aan kunnen werken in een volwaardig autonoom Vlaanderen zullen we het voor zo ver mogelijk doen in België. Wij mogen onze kiezers niet in de steek laten omdat de andere partijen de Vlaamse staatsvorming blokkeren. (Dat is de vertaling van de titel boven het interview met mij dat Gazet van Antwerpen op 9 juli publiceerde.) Inderdaad, we laten dat Belgische terrein niet langer in handen van de tegenstanders, want dat is wat zij ons zo graag zien doen. Wij bemoeien ons actief met de Belgische macht, zo lang ze bestaat.
Dat gezegd zijnde, hebben die twee jaren als Belgisch kamerlid van een Belgische regeringspartij mijn standpunt over de staatsstructuur absoluut niet veranderd. Uiteraard kan er veel nuttig werk gedaan worden op dat federale niveau. Veiligheid, asielbeleid, pensioenhervorming, scheppen van nieuwe banen: het zijn alvast vier belangrijke terreinen waar de N-VA mee het verschil maakt.
Veel geld voor weinig kwaliteit; ziehier de consequentie van de versleten slogan ‘een sterk Vlaanderen in een sterk België’.
Maar laat al dat goede werk ons niet verblinden. Verder dan ergens halfweg zullen we met deze staatsstructuur nooit kunnen komen. We hebben teveel overheden, te dicht op elkaar klevend en dat is meer dan een slogan. Elke dag weer kan ik in de praktijk merken dat de Belgische kamer slechts een half parlement is, net zoals het Vlaamse aan de overzijde. Halve parlementen, die voortdurend in het vaarwater van een andere (mede-)bevoegd orgaan komen, kunnen op zijn best half werk leveren. Het is Tour de Francetijd, dus: met een halve fiets kan je niet vooraan eindigen.
Het zal niet verbazen dat die structuur door die inefficiëntie en wederzijdse overlapping handenvol geld kost. Daar ligt één van de grote verklaringen waarom wij met een overheidsbeslag van zowat 54% niet dezelfde kwaliteit aan overheidsdiensten kunnen leveren als Nederland (46,5%) of Duitsland (44%), waar de staat zowat 10% minder middelen opslorpt. Veel geld voor weinig kwaliteit; ziehier de consequentie van de versleten slogan ‘een sterk Vlaanderen in een sterk België’.
Toch wordt die slogan nog graag van stal gehaald, voorbije week nog door Kristof Calvo. Die laat La Libre Belgique weten dat het "binnenkort bizar zal klinken om Vlaams-nationalist te zijn". Dat deuntje is ouder dan Calvo zelf. Het is wellicht de 55ste keer dat het tijdens mijn leven in de 11 juli-periode wordt afgedreund dus veel indruk maakt die voorspelling niet meer. In De Morgen vindt diezelfde gewezen groene fractievoorzitter de keuze tussen Vlaanderen en België onzinnig. "Laat ons offensief Vlaming én Belg zijn", klinkt het erg belegen. Calvo behoort tot Groen en daar kijken ze niet op een overheidje meer of minder, nodig of overbodig. Regelnevers houden van instituten die zijn opgericht om regels te maken. Bij hen roept het Belgische model wellicht dezelfde emoties op als een onbeheerde snoepkraam bij een suikerverslaafde peuter.
De verdedigers van het status quo – naast Groen ook sp.a over Open VLD tot CD&V – mogen dat ingewikkelde kluwen dat België heet uiteraard naar hartenlust verdedigen maar laat hen dan ook aan de burgers uitleggen dat daar zware extra besparingen en/of hoge belastingen aan vasthangen.
Dus ja, wij bemoeien ons uiteraard met het Belgische beleid want vanuit België bemoeit de politiek zich met de Vlaamse burgers. Maar neen, wij zullen de klus om de overheid topfit te maken nooit naar behoren kunnen klaren binnen de ondoeltreffende en dus nodeloos dure Belgische structuur. Laat het gezegd zijn door een ‘bevoorrechte’ getuige van het Belgische model.
Hier geplaatst op 11 juli 2016.
Foto: Lijkt een foto van het Belgische parlement (of het Vlaamse) maar eigenlijk van © www.flickr.com
TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.
- Login om te reageren