"Geen drie, geen 2 maanden, maar nul dagen"
Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, de meerderheidspartijen maken het zichzelf in dit huis en daarbuiten niet makkelijk, maar de ironie staat ook niet aan hun kant. Net op de dag dat wij – deze ochtend – hebben gezien dat het Reglement dat de fatsoenlijke werking in dit huis zou moeten regelen, naar goeddunken kan geïnterpreteerd worden, ligt de stemming voor om het Parlement voor de volgende drie maanden uit te schakelen in het pandemiebeleid. Nog een bijkomende ironische vaststelling is… Mevrouw de voorzitster, komen de betrokken ministers niet? Zijn ze niet geïnteresseerd in het debat? De heer Vandenbroucke, en zelfs de premier waren in de commissie aanwezig, dit debat is dus van het allerhoogste belang.
De voorzitster: Minister Vandenbroucke betreedt net het halfrond.
Peter De Roover (N-VA): De regering is aanwezig, zo is dat…
De voorzitster: Er zijn twee ministers aanwezig. U kunt dus verdergaan.
Peter De Roover (N-VA): Staatssecretaris Dermine wil ik hiermee niet belasten, want hij heeft andere, zeer belangrijke dossiers. Maar hij kan misschien wel lessen trekken over hoe het Parlement uitgeschakeld kan worden bij de beoordeling van het beleid. Het is dus zeker een belangwekkend debat voor een jonge, beloftevolle politicus.
We zullen mevrouw Verlinden meteen wel kunnen verwelkomen. Ik heb begrepen dat we vaart moeten maken. Ik weet niet of de regering, mijnheer de minister, op beide oren kan slapen bij de vraag die vandaag voorligt, namelijk dat we de epidemiologische noodsituatie zouden vaststellen.
Daarstraks hebben we elke fractie ervoor horen pleiten dat er versoepelingen moeten komen. Dat zou natuurlijk totaal onverantwoord zijn in een epidemiologische noodsituatie, daar bent u het wel mee eens. Het is het een of het ander. Ofwel is er een epidemiologische noodsituatie ofwel voert men versoepelingen in. Ik kijk met belangstelling uit hoe de meerderheidsfracties die daarstraks bijna het rijk van de vrijheid uitgeroepen hebben, de koppeling zullen maken met het feit dat we in een noodtoestand verkeren. Collega's, ik denk dat heel Europa het debat volgt dat wij nu voeren. Terwijl tal van landen in diverse tempo's naar de uitgang willen stappen, bespreken wij een toestand die de Risk Assessment Group (RAG) als volgt omschrijft.
Ik citeer: "In vergelijking met de analyse van oktober 2021 is er een ongunstige evolutie van de epidemiologische situatie, ondanks de boostercampagne. Er wordt een verslechtering van de meeste epidemiologische indicatoren waargenomen, waaronder een stijging van het aantal infecties en ziekenhuisopnames in alle regio's en provincies, waardoor de gezondheidszorg groot gevaar loopt." Dat zegt het rapport dat aanleiding geeft tot de discussie van vandaag. Ik beëindig mijn citaat: "De evolutie voor de komende maanden is nog onzeker en een coördinatie van de maatregelen op nationaal niveau blijft belangrijk, tenminste voor de komende drie maanden".
Ik stel de vraag die ik in de commissie heb gesteld opnieuw. Heeft men voor de coördinatie op nationaal niveau, als die al nodig zou zijn en ik denk niet dat dit een punt van betwisting is, een pandemiewet nodig? Het ene hangt niet vast aan het andere. Men kan perfect federaal coördineren zonder de pandemiewet uit te roepen. Toch voel ik iets als van een omgekeerd Asterix en Obelixdorpje. Heel Gallië is bevrijd van corona, maar nog niet helemaal, want het dorpje van de onverzettelijke minister van Volksgezondheid blijft koppig weerstand bieden aan het vertrek van de coronatroepen. Hoe zei u dat ook alweer in de commissie, mijnheer de minister? 'De honden blaffen en de karavaan trekt voorbij'. Heel Europa zit in die karavaan die voorbijtrekt en u vraagt dat wij in de woestijn blijven blaffen, want er is een epidemiologische noodtoestand.
Wie in Europa zou dit debat volgen zonder zich af te vragen wanneer België eindelijk afscheid neemt van zijn surrealistische traditie? Misschien kunnen we bij een volgende Wereldtentoonstelling niet alleen Guust Flater en Marsupilami tentoonstellen om de wereld te tonen hoe surrealistisch België is, maar ook een exemplaar van de pandemiewet, in diverse talen ter beschikking gesteld van de bezoekers van het Belgische paviljoen. Wij gaan vandaag immers een epidemiologische noodsituatie vaststellen die ertoe leidt dat het Parlement wordt uitgeschakeld wanneer de regering bij KB maatregelen neemt die basisvrijheden terugschroeft. Ik beweer niet dat u dat van plan bent. Dat u dat zal doen, hoort u mij niet zeggen, maar u opent die mogelijkheid. Dat wil zeggen dat u die optie wenst te krijgen. Ik heb het citaat van de RAG gegeven. Ik kan u ook verwijzen naar het verslag, dat de collega terecht een goed verslag heeft genoemd, waarin eerste minister De Croo wordt aangehaald: hij heeft geoordeeld dat er ons land nog steeds het hoogste epidemiologische alarmniveau geldt. Dat citaat van de eerste minister moest de stap waarover het hier gaat, bevestigen. Ik meen dus dat wij ons ernstige vragen moeten stellen, niet zozeer bij het advies van de Risk Assessment Group maar wel bij de pandemiewet als zodanig.
Wanneer de pandemiewet vandaag de ruimte biedt, zodat de eerste minister, de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Volksgezondheid in volle ernst in de commissie konden zeggen dat er toch aan de voorwaarden is voldaan en wij vandaag moeten bevestigen dat er aan de voorwaarden is voldaan, zegt dat vandaag eigenlijk niet veel over de toestand maar veel over de voorwaarden die in de pandemiewet gesteld zijn, voorwaarden om de epidemiologische noodtoestand uit te roepen. Die voorwaarden zijn van dusdanige aard dat men zich af en toe de vraag kan stellen, als men dat wil, of er wel ooit niet aan de voorwaarden voldaan is. Er is in de pandemiewet altijd sprake van een bepaalde toestand of het risico dat die toestand zich zou voordoen. Het hoeft dus niet zo te zijn, het risico moet bestaan dat het zo zou kunnen zijn.
In de commissie hoorden we bijvoorbeeld dat men nooit kon uitsluiten dat er na omikron een nieuwe, misschien wel gevaarlijker variant opduikt. Dat klopt. Zullen wij de noodtoestand dan in stand houden tot de dag wanneer wij uitsluiten dat er nog een nieuwe variant van corona kan uitbreken? Is dat de dag waarop wij wachten? Dan vermoed ik dat wij hier het perpetuum mobile hebben uitgevonden en dat wij hier om de drie maanden zullen horen dat, aangezien het risico bestaat dat er een nieuwe virusvariant uitbreekt, men opnieuw de epidemiologische noodtoestand moet uitroepen.
Vandaag zijn wij in de huidige omstandigheden in een fuik geduwd, waarbij dezelfde parlementsleden die tijdens de mondelinge vragen aandringen op zware overigens gerechtvaardigde versoepelingen van het Overlegcomité morgen – we horen dat zelfs uit de mond van experts – eerst de noodtoestand uitroepen. Begrijpe wie kan. Uiteraard moeten we voorzichtig zijn. Dat zal nog wel een tijdje het geval zijn, maar voorzichtig zijn is één zaak. Een andere zaak is beweren dat het Parlement aan de regering bevoegdheden moet afstaan, dus volmachten verlenen. Dat is niet met elkaar te vereenzelvigen.
U hebt bovendien gemeend dat dat voor 3 maanden moet zijn. U hebt gekozen voor de full option: ineens 3 maanden. Waarom geen 6 maanden? Omdat de wet de termijn beperkt tot 3 maanden. U hebt het maximum uit de citroen geperst, in de hoop misschien dat er over 3 maanden wellicht nog een paar druppeltjes extra uit kunnen worden geperst.
Geachte leden van de regering, wie van u kan hier komen vertellen welke maatregel u als regering, al dan niet in samenwerking met het Parlement, niet zou kunnen nemen zonder de activering van de pandemiewet? Wat is niet mogelijk als de pandemiewet niet wordt geactiveerd en is toch voor de volksgezondheid van het allergrootste belang? Dat is de vraag, die moet worden beantwoord. Als u daar geen antwoord op hebt, maar zoals de eerste minister en de minister van Binnenlandse Zaken zegt dat de pandemiewet als het ware automatisch in werking treedt wanneer de experts vinden dat aan de voorwaarden is voldaan, dan staan wij hier voor een automatisme. Dat is dan volledig losgerukt van de toestand in de wereld, in ons land, in steden en gemeenten; dat is dan een mechanisme dat via wet werd ingevoerd en los daarvan schijnbaar met alle radertjes volgens een ander tempo werkt.
U bent – en dit zeiden we al bij de goedkeuring van de pandemiewet - Frankenstein en hebt een monstertje gecreëerd, dat nu een eigen leven zal leiden. Wie spreekt vandaag, met een helder beeld van de situatie, nog over een noodsituatie? Laten we eerlijk zijn. Wie in heel Europa gebruikt vandaag nog het woord noodsituatie, behalve in het halfrond hier? Wij zijn een unieke plaats in heel Europa.
Wanneer u mij straks verwijt te beweren dat alles voorbij is en mij waarschuwt dat er nog wel voorzichtigheid nodig is, dat heb ik niet ontkend. Mijn vraag is waar u vandaag het begrip noodsituatie haalt. Als de wettekst straks wordt goedgekeurd, omdat u niet anders kunt, gezien het feit dat aan de voorwaarden is voldaan, dan is de wet een monstertje van Frankenstein. Dan is de wet, zoals wij daarvoor hebben gewaarschuwd, losgekoppeld van de echte realiteit op het vlak van de gezondheidszorg. Bovendien verlengt u de wet dan meteen nog met drie maanden. U zult repliceren, net zoals in de commissie, dat u de toepassing van de wet sneller kunt stopzetten. Misschien had u dan voor een maand kunnen kiezen, niet dat ik daar voorstander van ben, want ik denk dat de verlenging vandaag niet meer nodig is.
We mogen trouwens nog van geluk spreken dat mogelijke verlengingen beperkt zijn tot drie maanden, want als er zes maanden, een jaar of tien jaar in de tekst had gestaan, dan had u waarschijnlijk een tekst in die zin ingediend. Wat mij opvalt in heel de bespreking en zelfs in de nota die daaraan ten grondslag ligt, is dat aan al degenen die hiermee bezig zijn en die ons vragen om de tekst goed te keuren, blijkbaar een klein detail is ontgaan.
Mijnheer de minister van Volksgezondheid, u hebt gezegd dat de toestand vandaag niet meer is zoals die enkele maanden geleden was en u hebt opgesomd waaraan wij dat te danken hebben. We hebben dat te danken aan mondkapjes, vaccinaties, boosters, anderhalve meters, allerhande sluitingen gedurende bepaalde periodes en aan het feit dat de bevolking braaf is geweest. U houdt van een brave bevolking, want u bent altijd bereid om brave mensen bepaalde vrijheden te verlenen, die zij als het ware kopen met sociale deugdpunten, zoals uw voorzitter dat zo mooi formuleert in de heerlijke brave new world, die Vooruit ons voorschotelt. Wanneer wij braaf zijn, krijgen we puntjes. Wanneer wij dat niet zijn, worden ons rechten ontnomen.
U bent één woordje vergeten en dat is heel vreemd. Gelukkig is de belangrijkste reden waarom wij vandaag inderdaad hopelijk naar de uitgang van deze vreselijke situatie kunnen wandelen het woordje omikron. Het is de evolutie van dit virus, een evolutie die op één of andere manier wel voorspelbaar was, al weet men nooit wanneer en op welk moment. Deze evolutie stelt dat een virus in steeds kleinere golven komt, steeds besmettelijker en steeds minder ziekmakend wordt. Dat is natuurlijk een fundamentele en cruciale nieuwe speler.
Sommige experts zeggen dat het wel eens een gratis vaccin zou kunnen zijn. Ik ben niet degene die daarover een oordeel moet vellen en ik zal dat dan ook niet doen. Het staat echter buiten kijf dat het fenomeen omikron, samen met de vaccinatie en de boostercampagne, maakt dat vandaag alle woorden hun betekenis verliezen als wij spreken over een epidemiologische noodsituatie die het noodzakelijk maakt dat het Parlement bevoegdheden uit handen geeft. Want daarover gaat het.
Ik heb daar een vraag over. Wat kunt u niet doen als wij straks de sprekers zouden volgen en, in de geest van de ontwikkeling zoals we ze kennen, die verlenging niet zouden goedkeuren? Ik ga nu een groot risico nemen, ik ga iets voorlezen in het Engels. Ik laat de vertaling aan u over. Het komt uit The China Challenge van The Economist. België is trouwens gezakt in de ranking van democratische landen. Dat is niet zo fraai. Ik weet niet of de pandemiewet daarvoor een verklaring is, maar dat zou zo gek nog niet zijn. Men heeft het daar over de bedreiging en de uitdaging voor de democratie. Dat is een ernstige aangelegenheid. Het gaat over hoe men de fundamenten van de democratie in overeenstemming brengt met een pandemie en ze rechthoudt tijdens die pandemie.
De titel is The authoritarian pandemic responses are undermining democracy. Autoritaire reacties op de pandemie ondermijnen de democratie. "Two years after the world first heard about Covid-19, the corona virus pandemic has led to a huge extension of state power over people's lives and the erosion of individual freedoms. In the 2020 democracy index report "In sickness and in health?" we pointed to the risk that the unprecedented peacetime adoption of emergency powers and the withdrawal of several liberties in response to the pandemic would persist into 2021. At the end of 2021, it was clear that this state of affairs had become normalised. The creeping of authoritarianism that has accompanied the pandemic raises questions about whether, in what circumstances and for how long governments and citizens are prepared to undermine democratic rights in the cause of public health. There was a convincing case for lockdowns and social distancing measures in the first year of the pandemic, given the high mortality rate and the absence of vaccines. The development of more effective treatments and a dramatic decline in serious illness and death during the most recent pandemic wave in late '21, coincident with the introduction of more intrusive and coercive government measures." Dit is geen blad van antivaxers of wappies, maar The Economist.
Dit blad waarschuwt voor iets waar wij hier veel te weinig aandacht voor hebben gehad, namelijk het ondermijnen van fundamentele democratische waarden en vooral het wennen daaraan. A la guerre comme à la guerre, uiteraard moeten we in crisisomstandigheden de moed hebben om doortastende maatregelen te nemen. Men stelt echter vast dat er een gewenning plaatsvindt. Als wij vandaag in de huidige toestand overgaan tot het uitroepen van een epidemiologische noodsituatie, als wij het normaal vinden dat er in de huidige toestand volmachten moeten worden verleend om ook nu nog doeltreffend te kunnen functioneren, dan zien wij een kruipende degeneratie van onze democratie onder ogen die wij niet mogen tolereren.
Het gaat dus over een fundamentele vraag die vandaag moet worden beantwoord door het Parlement. Kan de volksvertegenwoordiging in deze fase van de pandemie een volwaardige partner zijn in het nemen van de nodige maatregelen die zich eventueel nog zouden kunnen aandienen of in het afschaffen daarvan? U weet dat dit naar mijn mening al veel eerder kon, maar het gaat over vandaag. Vraagt u het Parlement soms om weer voor drie maanden de normale democratische werking buitenspel te zetten, alsof het een bagatel of een niemendalletje is? Dat ligt vandaag ter tafel.
Ik richt mij in dezen eerder tot de minister van Binnenlandse Zaken dan tot de minister van Volksgezondheid, wiens mening hierover wij kennen. Hij vindt dat het niet lang genoeg kan duren, althans vanuit politiek oogpunt, want ik zeg niet dat hij hoopt dat de epidemiologische toestand lang slecht blijft. Dat hoort u mij niet zeggen. Ik heb echter soms toch de indruk dat hij het prettig vindt dat men de bevolking daarin kan sturen.
Daarom richt ik mij liever tot de minister van Binnenlandse Zaken, omdat ik wat dat betreft meer vertrouwen heb in haar partij dan in die van de minister van Volksgezondheid. Ik zal dat niet verhelen. Verder denk ik dat u, als minister van Binnenlandse Zaken, misschien ook een iets breder perspectief hebt dan de minister van Volksgezondheid.
Mevrouw de minister, ik stel u heel nadrukkelijk de vraag waarom wij vandaag het Parlement voor de volgende drie maanden als een minderwaardige deelnemer aan het proces moet beschouwen. Als u beweert dat wij in deze omstandigheden, waarin uit het advies van de experten blijkt dat aan de voorwaarden is voldaan, niet anders kunnen dan de epidemiologische noodsituatie uitroepen, geeft u dan ook toe dat het voorliggend ontwerp een fuik is? Volgens die redenering, puur technisch gesproken, kan het Parlement niet anders dan straks op het groene knopje drukken, los van de realiteit die zich voordoet? U had begrepen dat mijn fractie, ook al begeeft zij zich daarmee misschien in de illegaliteit, tegen de verlenging van de epidemiologische noodsituatie zal stemmen. Zij zal dat ten eerste doen vanuit de bekommernis die terecht in The Economist naar voren wordt geschoven en ten tweede om het heel onnozele feit dat het niet nodig is. Het is niet nodig, het is een overbodige beknotting van ons democratisch bestel.
Leden van de meerderheid, indien één van de vraagstellers van daarstraks één woord meent van de gestelde vragen, kan u straks niet anders dan weigeren de epidemiologische noodtoestand te verlengen, niet met drie maanden, niet met twee maanden, niet met één maand, maar met nul dagen. Het moet straks eindigen met de stemming hier in het halfrond. Neem uw taak van volksvertegenwoordiger waar, zoals de kiezer dat van u verwacht.
Tussenkomst van 10 februari 2022.
- Login om te reageren