Feestmars of requiem voor de democratie?

Feestmars of requiem voor de democratie?

Vieren we weer een verjaardag van de democratie of bereiden we er de begrafenis van voor? Klimaatalarmisten zien andere prioriteiten dan het in stand houden van ons bestuursmodel. Maar er wordt wel zedig over gezwegen.

Het zal u ontgaan zijn maar deze week vierden we de 25e verjaardag van de “Universal Declaration on Democracy”, op 16 september 1997 in Caïro aangenomen door de Raad van de Inter-Parlementaire Unie. Die organisatie verzorgt contacten tussen parlementen wereldwijd maar kan verder niet op brede bekendheid bogen. Het feestje werd dan ook door weinigen opgemerkt en zonder die mail over een video-conferentie ter ere van dat mooie moment, was het mij ook ontgaan.

Volgende passus uit die Verklaring geeft aan waar het in een democratie toch zeker ook om te doen is: “het gezag van de overheid kan alleen steunen op de wil van het volk zoals uitgedrukt in oprechte, vrije en eerlijke (en regelmatige, voegt de Franse versie er aan toe) verkiezingen.”

EU-commissievoorzitter Ursula von der Leyen vond het zelfs in volle energiecrisistijd nodig in haar State of the Union eerder deze week even stil te staan bij het beschermen van de democratie, hoewel ze zelf geen toonbeeld kan genoemd worden van een sterk democratisch gelegitimeerde machthebber. Maar als het over lippendienst gaat, staat de democratie als een huis, wellicht rijp voor wat actualisering maar onbetwist kern van ons samenleven en dus te verdedigen tegen snode autocraten.

Dat schoot me door het hoofd bij het lezen van interviews in binnen- en buitenlandse media met wetenschapsjournaliste Gaia Vince die in haar pas verschenen ‘Nomad Century’ klimaatalarmisme koppelt aan de positieve boodschap dat er wel degelijk nog iets aan te doen is.

Vince heeft het bijvoorbeeld in De Morgen over de “nachtmerrie” die ons te wachten staat door de klimaatveranderingen. Menigeen zal dat alarmisme links noemen en dat geldt zeker voor haar pleidooi om wereldwijd massale migratie te organiseren. Vince wil honderden miljoenen tot zelfs miljarden mensen verplaatsen.

Anderzijds zit kernenergie in haar pakket, net als de GGO-techniek of een vorm van economische groei. Dat klinkt dan weer rechts in andere oren. Vince laat zich niet voor een klassieke democratische politieke stroming vangen. Meer nog, ze laat zich eigenlijk niet eens door de democratie vangen.

Niet dat het woord valt in het interview en ik vermoed dat ze nergens uitdrukkelijk pleit tegen democratie. Maar de zinsneden “Er zit te veel ideologie en moralisme in het klimaatdebat (…). Het is geen ideologie, het is natuurkunde. (…) De tijd voor oeverloze ideologische clashes is echt helemaal voorbij.” laten weinig aan de verbeelding over. Het staat er niet expliciet maar tussen de regels zowat in hoofdletters: TINA, there is no alternative voor haar agenda, geen gezeik met diverse, botsende meningen en standpunten, het is gewoon zaak van natuurkunde en urgentie, beide moeilijk verzoenbaar met het democratische proces. Ze pleit eigenlijk gewoon voor een technocratie.

Logisch want haar oplossingen, die er dus heel snel moeten komen, maken in de huidige wereldorde geen schijn van kans. Vooreerst bestaat er geen wereldwijde instelling die de autoriteit heeft om de volgens haar noodzakelijke maatregelen te treffen. Vince vindt er voor het gemak één uit. Een “VN-migratieorganisatie met echte bevoegdheden om regeringen te dwingen vluchtelingen op te nemen” (mijn eigen vertaling naar het Nederlands) moet redding brengen.

Bovendien kan betwijfeld worden of er voldoende publieke steun zou bestaan voor deze en andere toch wel heel radicale ingrepen die ze voorstaat en de procedures om die vervolgens rechtstatelijk correct door te voeren, botsen al helemaal met de noodzaak aan snel handelen die ze uitdrukkelijk bepleit.

Bij de aanpak van de coronacrisis zagen we trouwens ook al die verschuiving van het open democratische debat, zoals dat, met alle mankementen die de instelling kenmerkt, toch bij uitstek in een parlement moet plaatsvinden, naar het technocratisch geleide beleid. Persconferenties met virologen, biostatistici en zelfs dierenartsen speelden plenaire Kamerdebatten naar de hoek van de irrelevantie. Dat dreigt evenwel klein bier te worden in vergelijking met wat ons te wachten staat om de oplossingen van Vince en co uit te rollen.

Er wordt graag geopperd dat de transitie sociaal moet zijn. De vraag of de transitie ook democratisch kan zijn, lijkt echter in menig klimaatreddingsplan al beantwoord: niet dus. Vince is niet de enige die er geen twijfel over laat bestaan. Het is “moreel onverdedigbaar” om niet elk middel te gebruiken om de aarde af te koelen, luidt het in haar boek. Eventueel democratisch verzet tegen voorgestelde maatregelen als bijvoorbeeld het bouwen van talrijke nieuwe megasteden in het noordelijk halfrond komt dus terecht aan de verkeerde kant van de geschiedenis.    

Laat ik het hier maar gewoon blootweg in de groep gooien: is de enige manier om de wereld te redden onverenigbaar met de democratie? Vieren we de democratie of dragen we haar ten grave? De vraag wordt zelden aangesneden, ook niet in het interview met Vince, terwijl we het daar toch gewoon openlijk over moeten durven hebben. Dat er amper bij wordt stilgestaan, is een vaststelling waar ik als volksvertegenwoordiger toch even stil van word.