Eerste kamerzitting werd meteen nachtzitting

Eerste kamerzitting werd meteen nachtzitting

Na een deugddoende vakantie waarin de politiek echter nooit ver weg bleef, begon het parlementaire commissiewerk op 1 september en stond deze week de officiële heropstart van de plenaire parlementaire bezigheden op de agenda. Het werd meteen een zeer gevulde editie (die pas eindigde toen de kleine wijzer al ver naar de nachtelijke twee was opgeschoven), met zo stilaan onhoudbare spanningen binnen de meerderheid die er alles aan blijft doen om het parlementaire debat te ontlopen. Net als vorig jaar zal ik op Facebook elke zaterdag mijn impressies van de voorbije week met u delen.

Voorbije weekeinde mocht ik het peterschap van Jong N-VA StuAnt op mijn schouders nemen, een mooie inleiding op de parlementaire werkweek. Maandag kwamen we voor het eerst met alle fractiemedewerkers bijeen in Brussel. Na anderhalf jaar konden we dat ook opnieuw fysiek doen en of het aangenaam was al die jonge en frisse gezichten – er zijn een aantal uitzonderingen, althans qua ‘jongheid’– opnieuw in de ogen te kunnen kijken in plaats van ze aan te turen op een schermvakje.

Voor ik verder ga, wil ik graag toch even stilstaan bij mijn ontmoeting vorige week met Delavar Ajgeiy, hoofd van de missie bij de Europese Unie van de Koerdische Regionale Regering in Noord-Irak. Deze sympathieke en intelligente man informeerde me over de toestand in de regio, de aanstaande verkiezingen in Irak en de activiteiten van IS aldaar. De Koerdische zaak gaat me als Vlaams-nationalist zeer ter harte en uit naam van onze fractie sprak ik onze steun uit voor het dappere Koerdische volk, dat het leeuwendeel van de strijd tegen IS voor haar rekening nam. We spraken af dat ik de nodige contacten zal nemen om de parlementaire banden met de autonome regio van de Koerden in Irak in een meer structurele vorm te gieten. Hierover volgt later meer.

Woensdagochtend ontmoette ik samen met Yngvild Ingels de gedelegeerde bestuurder van Rode Kruis Vlaanderen, professor Philippe Vandekerckhove, over de nasleep van de watersnood. Hij schetste een somber beeld van de crisiswerking. Zelf kan ik na vele contacten alleen maar vaststellen hoe groot de kloof tussen Vlaanderen en Wallonië is en dat niet alleen politiek. Hoe zeer het zuiden ook zweert bij de alleszaligmakende overheid, de hoeveelheid geld die zo’n overheid opslorpt staat duidelijk niet per definitie in verhouding tot de kwaliteit.

Dat alles doet niets af aan de intermenselijke solidariteit. De meeste giften en vrijwilligers kwamen uit Vlaanderen, wat de slachtoffers ook bijzonder op prijs stellen. De reeds geleverde spontane Vlaamse hulp is echter onvoldoende voor de Waalse politici, die deze week om een solidariteitsfonds van ruim 1 miljard euro vroegen. Het zal u niet verbazen dat de overgrote meerderheid van dat fonds uit Vlaanderen zou moeten worden bijgedragen. Ik zal me hier beperken tot de tweet van professor Stijn Baert daarover: “Al decennia laat Wallonië na om te hervormen en zo regio te versterken. Om dan vast te stellen dat begroting geen noodsituatie aankan. Vervolgens rekent men op Vlaams geld. Om verder te kunnen aanmodderen.”

Woensdag kwam ook de commissie Grondwet bijeen voor een hoogst interessante hoorzitting. Enkele juridische experts waren opgetrommeld om een modernisering van titel II van de ons aller geliefde Grondwet te bespreken. Dit document werd in 1830 opgesteld, en hoewel toendertijd op een aantal vlakken uitgesproken liberaal, zijn bepaalde passages inmiddels nogal gedateerd. Onder meer Prof Jan Velaers ging in op de noodzaak enkele artikelen aan te passen aan de moderne tijd. Over artikel 25, dat de drukpersvrijheid garandeert, schreef ik eerder al in verband met de pogingen van de regering om “haatspraak” gemakkelijker te vervolgen. Indien men het misdrijf ‘aanzetten tot haat’ zou vernauwen tot het oproepen tot geweld, ga ik graag akkoord met een modernisering van artikel 25. Het grondwetsartikel dat het briefgeheim garandeert kwam ook aan bod. Artikel 29 zegt echter niets over andere vormen van private communicatie, zoals we intussen mail, WhatsApp, Messenger en ga zo maar door kennen. Een update om al deze vormen van conversatie te vrijwaren van de al te inmengende overheid lijkt me dan ook een puik idee. Mijn fractie zal daarvoor alvast altijd bereid zijn te helpen om tot aan de benodigde tweederdemeerderheid te komen.

Op donderdag was er dan de eerste plenaire zitting van het parlementaire jaar. A la Allerheiligen werd deze hoogdag voor de democratie echter een hoogdag in mineur. Ondanks de vaccinatiecampagne en minieme druk op ziekenhuizen worden de beperkingen gehandhaafd: namelijk nog steeds maximaal 39 (van de 150) in het parlementaire halfrond toegelaten. Om meer te lezen over de absurditeit van die beslissing verwijs u graag naar een opinietekst van mijn hand waarin ik al mijn frustratie kon uiten. Weinig verrassend opnieuw dat de media hiervoor geen belangstelling aan de dag legden, terwijl ze anders geen kans onbenut laten om de teloorgang van de wetgevende macht te hekelen.

Bij aanvang vond collega Wouter De Vriendt het in reactie op mijn tussenkomst nodig om de moraalridder te spelen en met zijn vingertje te wijzen naar maskerloze collega’s, iets waar zijn moraalridderpartij nogal goed in is. Niet te veel nadenken over het nut van de regel, maar er zich zonder verpinken naar buigen. Mocht de politieverordening van Brussel dicteren dat men op handen en voeten dient rond te lopen, zie ik de Groen/Ecolo-fractie best in staat op dergelijke manier de Kamer te betreden. Hoewel ik als leerkracht al te vaak mijn leerlingen op de regels moest wijzen, verkoos ik toch de regels die een nut dienden ook op basis van dat nut te verantwoorden. Regels moeten altijd op hun nut beoordeeld worden en zeker in een parlementaire omgeving in vraag gesteld worden wanneer die band met het beoogde doel verdwenen is achter de drift om toch maar op zoek te gaan naar redenen om de vrijheid te beknotten. Ik opende de zitting alvast met het hekelen van de beperkingen op het parlementaire controlerecht.

Net voor het reces schreef Kamervoorzitter Eliane Tilleux (PS), na ons aandringen, een brief naar de premier om hem er op te wijzen dat een minister aanwezig hoort te zijn bij de behandeling van zijn of haar wetsontwerpen. En wat mochten we meemaken bij die eerste zitting? Jawel, minister Meryame Kitir (Vooruit), op bezoek in het buitenland, liet de ‘eer’ aan haar collega Lalieux (PS) om een wetsontwerp van haar over te nemen. De club van De Croo liet de eerste kans die zich aandiende al niet onbenut om de eigen beloftes qua respect voor de Kamer te overtreden. Ook daar protesteerde ik tegen maar de meerderheid sloot de ogen en oren en liet de zaak passeren.

De meeste actuele vragen gingen over het voorstel van minister Pierre-Yves Dermagne (PS) om werknemers bij vrijwillig ontslag onbeperkt werkloosheidsvergoeding te geven. In tijden waarin tal van werkgevers er niet in slagen hun vacatures te vullen met dergelijke ideeën op de proppen komen, het heeft alles van een slechte klucht, maar in België is het bittere ernst. Dat het plan van Dermagne trouwens gelekt werd vanuit de meerderheid, zal de sfeer er niet op vooruit helpen. De Vivaldi-ploeg zult u volgens mij niet snel gezamenlijk op de dansvloer aantreffen wanneer de maatregelen volgende week versoepeld worden. Björn Anseeuw kwam voor onze fractie tussen en dat deed hij op onovertroffen wijze: ‘ceci n’est pas un pays’ was zijn terechte slotconclusie.

Het werd dus een zeer late avond, met de uiteindelijke stemming ruim na middernacht. Dit had alles te maken met het eindverslag van de bijzondere commissie die zich moest buigen over de aanpak van de coronapandemie. Onze partij keurde het eindverslag niet goed nadat de meerderheid eerder in een behoorlijk schandalig manoeuvre ervoor koos om al onze aanbevelingen opzij te schuiven. Collega’s Frieda Gijbels, Yngvild Ingels en Kathleen Depoorter uitten eloquent onze oppositie tegen dit te slappe document, dat naast een reeks terechte aanbevelingen ook open deuren intrapt en koudwatervrees bleek te hebben wanneer het onderzoek een te ‘pikante’ richting dreigde uit te gaan.

Net voor de stemmingen vroeg ik nog de zogenaamde urgentie voor ons voorstel tot oprichting van een Parlementaire Onderzoekscommissie voor de watersnoodramp. Dat onderzoek hoort nu toch wel serieus ondernomen te worden. Onze vraag om dat snel op de agenda te zetten werd door de meerderheidspartijen... weggestemd! Tot zo ver hun lippendienst aan de slachtoffers van die natuurramp.

Lees hieronder als bijlage enkele treffende citaten uit de tussenkomsten van onze fractie die er al meteen de eerste zitting in de volle breedte van de thema’s tegen aan ging.

U heeft het misschien al gemerkt, maar het WK wielrennen is ook in Vlaanderen geland. Morgen zal ik op de ‘koers’ mijn week afsluiten, en veel mooier kan het niet, de hoogmis van het mondiale wielrennen in het mekka van de wielersport. Ik wens u nog een prachtig weekeinde, en geniet van de nakende heropening van het nachtleven!

TOEMAATJE BOENKEROP

Wellicht doorspartelt u de verslagen van de Kamerzittingen niet. Hieronder geef ik graag een kleine bloemlezing uit de tussenkomsten van onze fractiecollega’s:

Björn Anseeuw in zijn vraag aan minister Dermagne over diens falende arbeidsmarktbeleid:

“Vlaanderen staat het verst in de hervorming van het arbeidsmarktbeleid, en dat betekent ook dat Vlamingen daar het meest te verliezen hebben door uw lethargie. Daarom is het bijzonder cynisch dat het opnieuw de Vlamingen zijn die dubbel en dik zullen betalen voor een land dat eigenlijk niet meer werkt. Aan de Vlaamse coalitiepartners wil ik duidelijk maken dat ook zij daar een grote verantwoordelijkheid in hebben.

Voor onze Waalse collega's heb ik de eenvoudige boodschap: ceci n'est pas un pays. Vrienden, laat ons scheiden.

Anneleen Van Bossuyt ondervroeg diezelfde Dermagne over de aanpak van de verzekeraars bij de watersnoodramp:

“Dan komen de verzekeringsexperts langs die de schade vaststellen. Als de mensen geluk hebben, is dat al gebeurd. Bij velen is dat nog niet het geval. Sommige slachtoffers hebben de middelen om een tegenexpertise te vragen. Uit getuigenissen blijkt dat men in de tegenexpertise soms schade vaststelt die driemaal zo veel bedraagt als de eerste expertise. Een tegenexpertise kost al snel 1.000 euro. Niet iedereen heeft daarvoor de middelen. Dat is nog maar een aspect van de werkwijze van verzekeraars, dat de wenkbrauwen doet fronsen.”

Kristien Van Vaerenbergh legde minister van justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) op de rooster over het weer oplaaiende geweld tegen politiemensen en de snelheid waarmee… de agressors weer op straat staan.

“Voor een echt lik-op-stukbeleid is een echt snelrecht nodig. Ik heb het u al vaak gezegd, mijnheer de minister, wij hebben een voorstel ter zake klaarliggen. Ik nodig u uit dat voorstel eens te bekijken, ook al komt het van de oppositie. U moet niet te doen voor de oppositie, maar u moet het wel doen voor de politieagenten, voor wie wij respect hebben, en ook voor de bevolking.

Met het voorliggende voorstel inzake snelrecht zou het niet gebeurd zijn dat die man onder elektronisch toezicht naar huis werd gestuurd. Die man zou vastgehouden gebleven zijn en had ten laatste na 12 dagen berecht kunnen worden.”

Bert Wollants kruiste weer de degens met minister Tinne Van der Straeten (Groen), dit keer over de stijgende energieprijzen. Hij kreeg echter geen antwoord op zijn vragen en repliceerde:

“Dank u wel, mevrouw de minister, ...voor uw aanwezigheid. Ik heb immers geen enkel antwoord gekregen op mijn drie vragen. Ik begrijp natuurlijk ook waarom. Vandaag wil u er zich immers niet voor engageren dat de federale meerkosten niet zullen stijgen. U wil niet zeggen wanneer u er wel iets aan zal doen, na negen maanden stilstand op dat vlak. U weet niet van welk hout pijlen te maken.”

Het rapport van de bijzondere Covid-commissie werd lang besproken, waarbij onze drie commissieleden, die de werkzaamheden zeer intens hebben opgevolgd, het rapport vakkundig fileerden.

Frieda Gijbels: “We hebben heel veel hoorzittingen gehad, meer dan 40, en ongeveer 50 vergaderingen. Het zal dus niet liggen aan de tijd die we in de bijzondere commissie hebben gestoken, maar toch denk ik dat wij als bijzondere commissie eens goed in eigen boezem moeten kijken. Tijdens de laatste bespreking van de aanbevelingen heb ik het ook al gehad over gemiste kansen en over misplaatste voorzichtigheid. Het was niet onze taak om verzachtende omstandigheden te zoeken of om rond de pot te draaien, wanneer er fouten moesten worden geduid.

(…)

Om er zeker van te zijn dat onze aanbevelingen levend blijven, hebben we ze ook in een voorstel van resolutie gegoten dat we zeker opnieuw op de tafel zullen leggen. De grootste fout welke we nu kunnen maken, is immers dat we niet tot op het bot gaan en dat we lessen laten liggen. Het is onze verpletterende verantwoordelijkheid om zaken te veranderen en ik hoop dat iedereen dat heel goed beseft.”

Uiteraard gingen de communisten van PTB/PVDA weer de Belgisch-nationalistische toer op. Sofie Merckx kreeg weerwerk.

“Sofie Merckx (PVDA-PTB): Wanneer heb ik gepleit voor zeven ministers? Waar hebt u dat gehoord? Ik heb het over een minister van Volksgezondheid.

Kathleen Depoorter (N-VA): Ja, dat klopt, maar u hebt het telkens opnieuw over negen ministers van Volksgezondheid, ook in het Vlaamse landsgedeelte. Ik zeg het u voor eens en altijd: er is een Vlaamse minister van Volksgezondheid en dat willen wij zo houden. Als Wallonië en Brussel een minister willen hebben voor de teen, eentje voor de neus en eentje voor de duim, mij goed, maar die rekening willen wij niet betalen.”

Yngvild Ingels besprak het crisisbeheer: “Welnu, ik denk dat de we deze opleiding <in crisisbeheer> ook moeten organiseren voor iedereen die voorzitter wordt van een Federale Overheidsdienst en voor alle ministers die aantreden. Elke minister moet ten minste iemand op zijn kabinet hebben die enig verstand heeft van crisisbeheer. Dat zou heel wat miserie helpen vermijden.

Hoe hebben we dat gezien in deze crisis? Bij een crisis evalueren de experts normaal gezien en komt men tot een beleidscel waarin verschillende disciplines gaan kijken naar de gevolgen van de toepassing van een bepaalde maatregel en de haalbaarheid ervan. Als men bijvoorbeeld bepaalt dat men niet op een bankje mag gaan zitten of als men maskers gaat verplichten, dan moet dat aan een multidisciplinaire groep voorgelegd worden, een beleidscel, waar de politie dan kan zeggen of dit haalbaar en controleerbaar is. Zij kunnen ook zeggen met welke gevolgen we rekening moeten houden bij een bepaalde beslissing of maatregel, en wat we moeten organiseren.

De informatiecel gaat vervolgens kijken naar de manier waarop een maatregel die is getoetst op haalbaarheid, gecommuniceerd kan worden met een bepaalde doelgroep.”

Van Kathleen Depoorter, die ook tussenkwam in twee andere debatten trouwens, citeer ik graag deze alleszeggende vaststelling: “Als ik al die interviews en getuigenissen met mensen die betrokken waren bij de Covid-crisis na elkaar zet, dan weet ik dat de veerkracht van de maatschappij veel groter was dan die van de politiek.”

Wouter Raskin interpelleerde naar aanleiding van de uitspraken van prins Laurent bij de herdenking van overleden mijnwerkers waar hij aanwezig was namens de koning en – onverwacht – het woord nam:

“Niet zo heel lang geleden was er een feestje naar aanleiding van de negentigste verjaardag van het Chinese leger. Daar was die zelfde prins ook aanwezig. Toen heeft hij geen politieke uitspraken gedaan. Alleen zijn aanwezigheid heeft toen geleid tot een rel, met als gevolg dat een deel van zijn dotatie tijdelijk ingehouden werd.

Vorige week maakte hij wel een politiek statement. We kunnen vanavond dan alvast concluderen dat de prins geen ezel is, want hij stoot zich opnieuw aan dezelfde steen. De man heeft de keuze om die meer dan 300.000 euro per jaar van de belastingbetaler te aanvaarden en te zwijgen. Hij heeft echter ook de keuze om te doen wat zijn collega in het Verenigd Koninkrijk gedaan heeft, die is namelijk samen met zijn vrouw uit de monarchie gestapt.

Die man is vrij, hij gaat en staat waar hij wil, hoeft aan niemand verantwoording af te leggen en zegt wat hij wil. Dit zou overigens een zeer eerbare keuze zijn, mocht de prins dit horen.”

Dit weekoverzicht verscheen op Facebook op 25 september 2021.