De Armeense genocide

De Armeense genocide

 

Vraag van de heer Peter De Roover aan de eerste minister over "de Armeense genocide".

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, geachte collega’s, honderd jaar geleden, in 1915, begon de toenmalige regering van het Ottomaanse Rijk met de systematische deportatie en aansluitend de eliminatie van de Armeense bevolking. Er werden in die periode trouwens ook massamoorden gepleegd op de Assyrische, Aramese en Chaldeeuwse christenen en de Pontische Grieken.

In 1918 noemde de Amerikaanse president Theodore Roosevelt de Armeense massamoorden de grootste misdaad van de oorlog en concludeerde hij dat zwijgen over die gebeurtenis zou betekenen dat alle woorden over toekomstige vrede complete nonsens zijn.

In 1987 keurde het Europees Parlement een resolutie goed waarin het erkende dat de tragische gebeurtenissen die plaatsvonden tussen 1915 en 1917 tegen de Armeniërs in het Ottomaanse Rijk een genocide vormen zoals gedefinieerd in de Conventie over de preventie en de bestraffing van de genocide van 1948.

België bleef tot vandaag wat achter in het erkenningsdebat, maar recente en niet mis te verstane uitspraken hierover in de pers door premier Michel waren hoopgevend. Ik wens hem hiervoor te bedanken. Het zou mooi zijn mocht in opvolging daarvan de Belgische regering ook in het Parlement alle klaarheid verschaffen over haar standpunt.

Vandaar mijn vraag, mijnheer de eerste minister.

Kunt u ons hier meedelen wat de formele houding is van de Belgische regering in verband met de kwestie van de Armeense genocide?

-------------------------------------------------------------------------------------

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik wil u en vanzelfsprekend de hele regering van ganser harte danken voor uw zeer duidelijk en onomwonden antwoord.

De regering zet hiermee een immense stap die alle onduidelijkheid ter zake uit de wereld helpt.

In opvolging daarvan dien ik vandaag bij de diensten van de Kamer de tekst in van een voorstel van resolutie, die de Kamer de kans zal geven om zich over deze zaak uit te spreken en de regering zal vragen om deze aangelegenheid actief te blijven volgen.

De tekst die ik zal indienen wil deze belangrijke uitspraken situeren binnen een proces van verzoening tussen Turkije en Armenië, een proces dat vandaag verhinderd wordt door deze thematiek. De erkenning van de genoemde historische feiten moet een zware hinderpaal wegnemen die elke vooruitgang naar onderlinge ontspanning vandaag verhindert. Dat is in de roerige regio waar de feiten zich hebben afgespeeld absoluut geen overbodige luxe.

Mijn fractie dankt u van harte voor uw uitspraken.

 

Plenaire vraag van 18 juni 2015

Foto: Belga