6e Wereldconferentie van Parlementsvoorzitters.

6e Wereldconferentie van Parlementsvoorzitters.

De voorbije dagen was ik met collega Vincent Blondel in Genève op de 6e Wereldconferentie van Parlementsvoorzitters.

Naast mijn twee tussenkomsten over A.I. en de rol die parlementen in een democratisch bestel moeten spelen en vele boeiende informele contacten, hadden we ook drie formele bilaterale ontmoetingen.

We spraken met de voorzitters van de Knesset (Israëlisch parlement), het Arabisch Parlement en de Palestijnse Nationale Raad.

Uiteraard mag de rol die wij in het Midden-Oosten kunnen spelen niet overschat worden en past bescheidenheid maar informatie van meerdere zijden inwinnen, is essentieel om niet in sloganistiek te vervallen.

Onderaan kan u mijn integrale toespraken terugvinden. 

Panel 2: Innovating for a peaceful future, craftingnew solutions for a turbulent world

Geachte collega’s,
Dank dat ik het woord mag nemen in dit uitgelezen gezelschap. 
Het mooie aan ‘innovatie’ is dat de term niet politiek geladen is. Weinig politici zullen beweren dat innovatie een slechte zaak is. Integendeel, innovatie houdt het idee vooruitgang in. Dat is wat de mensheid doorheen de geschiedenis motiveerde om steeds weer te innoveren en daardoor kon de gemiddelde welvaart enorm stijgen. 


De technologie die de mens ontwikkelde heeft ons leven volledig herschapen. Met de opkomst van kunstmatige intelligentie werd het rijk der mogelijkheden zowat eindeloos. De mens lijkt God geworden. 
Het verandert onze wereld razendsnel en biedt ontegensprekelijk veel kansen maar zoals alles in het leven heeft elk voordeel ook zijn nadeel, naar de woorden van de man die onze voetbalharten ooit sneller deed slaan, Johan Cruyff. 


Sta me toe daarbij de Duitse filosoof Rüdiger Safranski te citeren in zijn antwoord op de vraag wat er gebeurt als AI een soort bewustzijn ontwikkelt:


“Dan beleven we de ironische herhaling van een oud verhaal. God schiep de mens en gaf hem de vrijheid als zijn kostbaarste bezit. De mens gebruikte deze vrijheid om God af te schaffen. Dit zou zich nu kunnen herhalen: de mens schiep kunstmatige intelligentie en nu maakt die de mens overbodig. Dan overkomt de mens precies wat God overkwam.”


Hij eindigde geruststellend: “Zo ver zal het waarschijnlijk niet komen” maar voegde er toch waarschuwend aan toe “het is raadzaam om op te passen.”


Dank alvast voor deze gedachtewisseling daarover.

Het zal ongetwijfeld niet de laatste zijn.

 

Algemeen panel: General Debate on A world in turmoil: Parliamentary cooperation andmultilateralism for peace, justice and prosperityfor all

Geachte collega’s,

De titel van dit panelgesprek blinkt niet uit in beknoptheid; ik zal dit zelf wel proberen te zijn hoewel het onderwerp me zeer nauw aan het hart ligt en een ruime behandeling verdient. 

De rol van het parlement – dat zich er toch op mag beroemen het volk te vertegenwoordigen – staat onder druk. We houden onszelf graag voor dat elk parlement autonoom functioneert en dat wij met wetgeving zo goed en kwaad als mogelijk de samenleving in goede banen ‘leiden’.

Het moet ons als parlementsvoorzitters dan ook uitermate bekommeren dat het geloof in de rol van parlementen afneemt. Dat dwingt ons tot introspectie en waakzaamheid.

Met introspectie bedoel ik dat we ons de vraag moeten stellen of wij ons als parlementsleden waardig van onze taak kwijten. Dat vergt inzet voor het algemene goed, onafhankelijkheid en een grote maatschappelijke betrokkenheid. We moeten dat ook durven uitstralen; in woord en daad. In die zin horen we ons allemaal te tonen als uithangborden van de parlementaire democratie. Noblesse oblige. 

Er heerst naar mijn mening zeker voldoende ijver wat het schrijven en goedkeuren van wetten betreft. Meer zelfs: ons wetgevend corpus is vandaag wellicht té ruim. We moeten ons focussen op wetten die echt werken; geen regels produceren omdat we het gevoel hebben dat we naar aanleiding van allerhande gebeurtenissen altijd weer iéts moeten doen. In die Beschränkung zeigt zich der Meister. 

Vervolgens is het onze taak de uitvoerende macht te controleren. In moeilijke tijden zoals we die vandaag beleven wordt graag opgeroepen tot daadkracht. Terecht maar dat vermindert de nood aan checks and balances niet, in tegendeel. 

Deze controlerende rol moeten we ten volle opnemen. Parlementen zijn meer dan formele bevestigers van regeringsbesluiten. Dan verworden onze huizen tot kritiekloze stempelmachines in een te duur decor. 

Het vergt tevens waakzaamheid opdat parlementen ook niet van buitenaf te zeer worden beperkt in hun bewegingsruimte. Supranationale rechtsnormen zijn belangrijk maar mogen een volksvertegenwoordiging niet te zeer aan banden leggen. Rechters – nationaal of internationaal – horen de correcte toepassing van regels te controleren én moeten zich er voor hoeden die te verregaand te gaan herinterpreteren naar de geest van de tijd. Dan verliezen wij als volksvertegenwoordiging onze centrale rol en dreigt democratisch tot stand gekomen beleid gecorrigeerd of zelfs genegeerd te worden wat nefast is voor het democratische gehalte van de staatsstructuur. 

Het past hier van deze plaats gebruik te maken om volgende suggestie te doen: 
laten we dit forum gebruiken om bij een volgende gelegenheid de rol van het parlement in de 21ste eeuw als hoofdthema te kiezen. 

Die gedachtenwisseling zou moeten uitmonden in aanbevelingen over gemeenschappelijke principes over onze instelling. Sta me toe enkele doelen hier scherp te formuleren:

1. Versterking van soeverein-legitieme wetgeving tegenover organen zonder democratisch mandaat.
2. Controlemechanismen die technocratie en bestuur zonder tegenmacht tegengaan.
3. Parlementaire diplomatie als volwaardig complement van regeringsdiplomatie. 

Welk forum is beter geschikt dan deze geachte vergadering die mensen bindt die zich in eerste instantie moeten inzetten voor het parlement als fundamentele bouwsteen van een parlementaire democratie?

Dank voor uw aandacht.