Zijn we nu Vlaming of toch Belg?

Zijn we nu Vlaming of toch Belg?

Zo tussen 11 en 21 juli en na veel tricolore vendelgezwaai om de successen van de Rode Duivels te vieren, kwam de vraag weer prominent op het bord: zijn we nu Vlaming of Belg?

De goede prestaties op de Russische voetbalvelden brachten menig politicus in de verleiding om het politieke surfbord op de golven van de duivelse geestdrift te schuiven. Wie zal het verbazen dat de heren Kristof Calvo en John Crombez de hoofdvogels afschoten in dit staaltje platte politieke recuperatie, waarbij deze voorlui van Vlaanderens linkerzijde er zowaar niet voor terugdeinzen de kaart van het (Belgische) nationalisme te trekken?

Dat gezegd zijnde, kan je er niet onderuit dat het Belgische vaandel, weliswaar meestal ‘verrijkt’ met een bierlogo, populair is geworden, weze het dan wel als voetbalclubsymbool. Wellicht blijft daar ook wel een sfeer van samenhorigheid aan vast kleven en voelen velen zich (weer wat meer) Belg.

België, dat is feesten; Vlaanderen is uitsluiten, toch? Dat zou in het neobelgicistisch discours het Belgische gevoelen kenmerken ten overstaan van het Vlaamse: Belg ben je niet exclusief; het is slechts één van onze identiteiten naast zo veel andere. Vlaming zou je dan helemaal zijn, met uitsluiting van al de rest.

Flauwe kul natuurlijk. Mensen ‘kunnen’ niet meerdere identiteiten hebben, ze ‘hebben’ er gewoon heel veel. Iemand is maar zichzelf op het unieke kruispunt van een ruime bundel identiteiten. Leven in de Vlaamse realiteit vormt er één van maar de Belgische realiteit eveneens. Ik loop nu ruim 56 jaar rond met het officiële etiket, op mijn paspoort geformaliseerd, Belg. Het zou wel al te gek zijn om te ontkennen dat die stempel op geen enkel vlak impact zou hebben op mijn identiteit.

Als politicus stel ik me echter de vraag welke van die identiteiten het best schikt als basis voor staatsvorming. Hoewel ik enerzijds absoluut geloof in het nut van een overheid, wantrouw ik het fenomeen anderzijds meer dan genoeg om het zinvol te vinden het aantal overheden dat probeert ons leven te beïnvloeden zo beperkt mogelijk te houden. Ja, ik ben man en ik geloof weliswaar in de gelijkwaardigheid van man en vrouw maar niet dat ze identiek zijn. Er bestaat wel degelijk zo iets als een identiteit als man, waardoor ik wel één en ander gemeen heb met andere mannen. Maar bespaar me van de staat ‘man’, met verkiezingen voor mannen, een parlement voor mannen en een wetgeving voor mannen. Evenmin wil ik een specifieke overheid – met alles er op en er aan - voor hetero’s, gelovigen of (ex-)leraars. Dat een aspect deel uitmaakt van mijn of iemands identiteit, is natuurlijk geen argument om daar politieke organen voor uit te bouwen.

Maar Vlaanderen en België zijn beide grondgebieden en kunnen dus beide wel passen in het klassieke concept staat. En we zijn zowel het ene als het andere, niet? Inderdaad, of ik dat nu prettig vind of niet. Het komt me wel voor dat die Belgische identiteit het gevolg is van het politieke feit dat er een ooit een Belgische staat is ontstaan en de Vlaamse identiteit omgekeerd de bron van het politieke feit dat we nu ook een Vlaamse overheid hebben.

Uit het feit dat we Vlaming én Belg zijn en ons ook zo voelen en het beide grondgebieden zijn, volgt natuurlijk nog niet het logische besluit dat die best twee volwaardige overheden vormen. Recent mocht ik in debat treden met Meyrem Almaci (voorzitter van Groen) die warmhartig opkwam voor een sterk Vlaanderen in een sterk België (en ook nog een sterk Europa, vermoed ik). Je hoort die slagzin wel meer afvuren door politici van klassieke partijen. Hij klinkt fijn, want wekt de indruk niet te moeten kiezen tussen die twee identiteiten die zo op ons kleven. Maar niet kiezen is in deze zaak wel degelijk verliezen.

Een sterk Vlaanderen in een sterk België betekent twee sterke overheden binnen een bevolkingsvork waar alle andere aardklootbewoners kunnen volstaan met één parlement, één regering en dus één set regeltjes. Haal de portefeuille maar boven, brave burger die zich deze ‘luxe’ wil veroorloven. Dat politici die genieten van het idee ‘méér staat’ dergelijke 
pleidooien afsteken, begrijp ik dan weer wel.

De logica pleit nadrukkelijk tegen het verstikkende politieke kluwen dat we vandaag kennen als ‘het federale België’. De democratische realiteit van en de historische ervaring op dat grondgebied zijn sterke argumenten tegen de keuze van België als hét nationale politieke niveau. Naast die rationele criteria pro Vlaanderen omvat ook het politieke leven uiteraard een emotionele kant. Het is op die flank dat de Vlaamse staatsgedachte nu wordt uitgedaagd.

Politici als Crombez en Calvo hopen dat de emotie die het sportieve succes van de Rode Duivels heeft opgewekt politiek kan ingezet worden om een dam op te werpen tegen de logica, de ervaring en de democratische realiteit. Dat is natuurlijk nooit uit te sluiten. Zij trekken de kaart die de Romeinse dichter Juvenalis in de tweede eeuw na Christus beschreef in Satire X: "Vroeger verkochten we onze stem aan niemand. Al een hele tijd heeft het volk de macht afgestaan. Het volk benoemde vroeger militaire bevelhebbers, hoge ambtenaren, legioenen, alles. Nu beperkt het volk zichzelf en hoopt alleen nog op twee zaken: brood en spelen."

De bewering dat we twee volwaardige beleidsniveaus nodig hebben omdat de meeste burgers zich Vlaming én Belg voelen, kan alleen steunen op sentiment. Alle begrip voor emoties maar wat mij betreft mag politiek toch meer zijn dan dat. En dan eindigt besluitvormingsniveau Vlaanderen toch echt wel als de betere keuze, ook voor wie uit de bol gaat wanneer Lukaku, Chadli of Hazard de bal tegen het net prikken.

Labels