Het nut van een tinderrel

Het nut van een tinderrel

 

Alles wat tot nadenken noopt, is boeiend. Zo’n tinderrel bijvoorbeeld waar een jongeman zich te buiten gaat aan uitermate laakbaar taalgebruik biedt stof tot overpeinzing. Mensen berokkenen veelvuldig kwaad en dat roept de vraag op: wat doen we daar mee?

Die nieuwste twitterrel stemt tot nadenken. Noem het maar het voordeel dat elk nadeel kenmerkt: dergelijke rel zet aan tot reflectie waar je anders, op een doorsnee marktdag, minder toe komt. Die reflectie moet ook wel eens verder gaan dan de snel ingetikte tweet, bedoeld om stoom af te laten of juist om weer wat stoom in het gewoel te pompen.

Hier het geval en de basisfeiten lijken gelukkig redelijk onbetwist dit keer: “Hoe gaat het met jouw huisdiertje?”, vraagt een jongeman op de datingstek Tinder aan een hem tot dat moment onbekend meisje. Zij heeft wel degelijk een huisdier en denkt dat het die betreft. “Goed. Hebt gij een huisdier?”, vraagt ze belangstellend. Het antwoord moet zijn binnengekomen als een natte dweil. “Nee ik heb jammer genoeg niet genoeg kapitaal om een Neger aan te schaffen, tenzij gij een goei adres kent?” Haar verblufte reactie: “Wacht wat?” “Op uw 6de foto sta je toch met jouw huisdier, of is die niet van u?”

Geloof het of niet maar op die zesde foto op haar tinderaccount staat ze naast een vriendin die, jawel, zwart van huidskleur is. De jonge kerel, die duidelijk graag heel erg ver naar rechts swipet, had in dat verband nog pijlen op zijn boog. “Ik ben master student biologie en ik ben tenminste mens omdat ik blank ben en dus van Adam en Eva kom. En geen Neger want die komen uit apen” bijvoorbeeld, of, tegenover iemand van vrouwelijk kunne die hem ter verantwoording riep: “Kijk mij boeit het niet wat jij zegt, want een vrouw is een object en heeft geen mening.” Dat deze niet zo fijnzinnige tinderbezoeker actief is (intussen was) bij het Vlaams Belang gaf een bijkomend cachet aan de zaak die ruime aandacht trok nadat ze op Twitter was gesmeten. Het ongenoegen betrof niet het schabouwelijke Nederlands dat in de conversatie gehanteerd wordt want op dat vlak kenmerkt onze samenleving zich door een haast onevenaarbare verdraagzaamheid.

Wat die kerel daar vanuit zijn mobieltje lanceerde, kan met allerlei termen worden benoemd; laat ik kiezen voor de term ‘kwaad’ als in tegengesteld aan ‘goed’. Mocht u in zijn woordgebruik geen graten zien, dan heeft verder lezen wellicht weinig zin, want dat het hier over goor onfatsoen gaat, staat voor mij buiten kijf en acht ik niet vatbaar voor discussie.

Iets ‘kwaad’ doen, kan meerdere oorzaken hebben. Ontbeert de betrokkene het besef van goed en kwaad, wegens te dom of gebrek aan gewetensvorming? Is hij ronduit kwaadwillig en dus plezier scheppend in dit soort ranzigheid? Hij riep later in stomdronken geweest te zijn toen hij die berichten verstuurde. Een verklaring is het deels, een excuus uiteraard niet. Nu komen we wel op het terrein van vermoedens maar ver zal het volgende er niet naast zitten. Onder de ophitsende druk van andere bezopen jonge kerels om wat stoer te doen onder het motto ‘jawel, ik durf’ de straffe uithangen; het gebeurt dagelijks en is van alle tijden. De vraag rijst wel: welk waardepatroon hanteert iemand die dan net zo’n zaken gaat versturen, nota bene naar een wildvreemde en via geschreven berichten? Diezelfde vraag kan men zich trouwens stellen over zijn omgeving en de kringen waarin hij zich begeeft.

Enfin, geen discussie dat dergelijk gedrag onverdedigbaar is, wat ook de oorzaak. Maar wat doen we daar nu mee? Het er samen over eens zijn dat onwelgevalligheden onwelgevallig zijn, is al iets maar beantwoordt nog niet de vraag hoe daar best mee om te gaan.

REMMEN

Drie remmen kunnen onfatsoenlijk gedrag in toom houden, een innerlijke en twee uiterlijke. De innerlijke rem steunt op opvoeding, gewetensvorming, kortom het besef van goed en kwaad; de angst voor afwijzing door sociale controle van de omgeving en die voor formele bestraffing door wettelijke verbodsbepalingen vormen de externe afgrenzing van wat we tolereren aan gedrag.

Die eerste rem heeft duidelijk niet gewerkt. Als ze bestond, werd ze door de alcohol weggeveegd. Er bestaat onder juristen discussie of het ‘huisdier’-gedeelte al dan niet een strafbaar feit uitmaakt. Aan rechters om desgevallend te oordelen. Los daar van blijft het gore gortigheid. Beweren dat vrouwen objecten zijn zonder mening is, kan ik aannemen, niet strafrechtelijk beteugelbaar. Is het daarom oké?

Er bestaat iets tussen zelfbeheersing en wettelijke bestraffing en dat is dus die sociale controle. Die trad in dit geval alvast wel in werking en hoe. Nadat schermafbeeldingen van de discussie op Twitter gezwierd werden door iemand die zich door de inhoud zwaar gedegouteerd voelde, volgde een lawine van afschuw en morele veroordeling. Het effect daarvan is voor de betrokken jongeman groter dan bij een boete of andere gerechtelijke veroordeling het geval zou zijn geweest. Zijn sociale media-accounts sloot hij af en zijn naam werd breed wereldkundig gemaakt. Geen rechter die zo hard had durven straffen. Het was niet de ‘law’ die hier voor ‘order’ zorgde.

Maar er klonken maaren. Was hier geen sprake van doxxing, volgens Wikipedia “het vergaren en eventueel publiceren van gegevens van een individu, die voorheen als vertrouwelijk beschouwd werden, dan wel moeilijk te verkrijgen waren”? Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken werd daar enkele dagen eerder van beschuldigd toen hij een sociaal mediabericht van een meisje over een in brand gestoken Vlaamse Leeuwenvlag onder brede aandacht bracht, ook middels een twitterbericht. In dat geval speelde natuurlijk het statusverschil tussen een voorzitter van een grote partij (met 16,5 duizend volgers) en een voor de buitenwereld onbekend meisje dat – naar eigen zeggen – met pint te veel op onbezonnen een filmpje plaatste.

Dat onderscheid speelt niet in deze tinderzaak, want zowel jongen als meisje zijn buiten de eigen vrienden- en familiekring niet erg bekend en dus wat dat betreft van gelijke sociale status. Maar haar ‘actieradius’ bleek door de gekozen techniek van aankaarten verrassend groot. Door de stuitende bewoordingen op twitter te verspreiden en de massale hoeveelheid reacties die daar op volgde, ging de privéconversatie Vlaamsbreed. Dat roept het probleem op van de verhouding tussen een bijzonder onsmakelijke maar toch private woordenwissel en een Vlaanderenwijde verspreiding daarvan. Of die verhouding nog in orde is, dat lijkt me vatbaar voor discussie (mijn oordeel daarover onderaan).

LIEVER BREDE ZONE DAN DUNNE STREEP

Het inzetten van sociale controle, die hier sanctionerend heeft gewerkt, als dusdanig veroordelen is begrijpelijk maar de consequenties zijn verregaand. De risico’s van sociale controle zijn bekend: achterklap, overreactie, te snelle veroordeling door mensen die niet alle details kennen, scheeftrekken van de verhoudingen, bemoeizucht. Het doembeeld van de sanseveria – ik zal de volkse naam vrouwentongen maar niet gebruiken – waarachter de bespiedende buur zich opstelt, duikt dan op.

Zo’n sociale controle op onwelvoeglijk gedrag, van het ‘kwade’ dus, dient alleszins zelf voorwerp te zijn van sociale controle of verwordt in het eigen tegendeel. Wie ter veroordeling van iets onoorbaars zelf onfatsoenlijk reageert, hoort dan ook teruggefloten te worden via diezelfde sociale controle. Dat werkt niet altijd naar behoren dus er is wel grond voor de weerstand tegen het spontane weerwerk van de sociale omgeving van degene die kwaad berokkende. Naarmate de interne rem van wat ouderwets het geweten wordt genoemd bij meer mensen aan erosie onderhevig is, zoals wel eens beweerd wordt, verhoogt de kans dat die sociale controle uit het lood schiet. Misschien mildert het verrassend succesvolle fenomeen Wikipedia, gesteund op het principe van de sociale controle, de neiging tot te groot pessimisme in deze?

Evenwel, stel dat we sociale controle zouden uitschakelen – als dat al mogelijk was – dan reduceren we de brede zone tussen zelfcontrole en wettelijke beteugeling tot een dunne streep. Daarna kunnen we nog maar twee richtingen uit: alles wat onfatsoenlijk is wettelijk strafbaar stellen dan wel onfatsoenlijk gedrag tolereren; verregaande repressieve regelgeving of alles-moet-kunnen tenzij de wet het verbiedt. Neem het gemaakte verwijt dat vrouwen objecten zijn die geen mening behoren te hebben: gaan we dat echt strafbaar stellen? Wie daar neen op zegt, vindt die dan ook dat dergelijke praat gewoon moet aanvaard worden?

Als die brede strook teruggebracht wordt tot een dunne streep tussen de twee resterende opties dreigen politici zich wel heel erg te gaan bemoeien met de moraal van anderen en geloof me, daarin past hen bescheidenheid. Het is dus een gelukkige zaak dat er zoiets bestaat als die tussenstrook van de sociale controle zodat niet alleen staatsrepressie overblijft wanneer de zelfcontrole faalt. Laten we die toch maar koesteren, hoe onvolkomen ze ook kan zijn.

Bijkomend: wanneer alleen de staat kan sanctioneren, krijgt zo’n jonge onverlaat misschien nog de indruk één of andere moedige heldendaad gesteld te hebben en slachtoffer te zijn van een repressief overheidsapparaat dat geen dissidentie duldt. Het signaal is nu anders: de samenleving wijst zijn gedrag quasi eensluidend af. In de mate er toch nog vergoelijkende stemmen weerklinken of veroordelingen zelf van laag allooi zijn, bot de kracht van die maatschappelijke veroordeling natuurlijk weer af.

De hogeschool waar die kerel les volgt, gaat hem op het matje roepen. In principe is dat volkomen gepast, want een school moet daarin, als gezagsstructuur, verantwoordelijkheid durven nemen, net zoals de ouders en andere gezagsstructuren die hem, jawel, een geweten moeten schoppen. Ook hier passen nuances: zo’n hogeschool dient consequent te zijn (en dat matje niet alleen voor uitschuivers als deze hanteren), terughoudend en niet te politiek correct.

De aftakeling van de gezagsstructuren of het misbruik ervan zorgt als onbedoeld neveneffect voor nieuwe impulsen pro staatsingrijpen, laten we dat toch maar goed beseffen. De term ‘vadertje staat’ dreigt zo steeds meer letterlijk opgevat te moeten worden. Het mooie principe van de scheiding van kerk en staat wordt dan vervangen door het opslorpen van het idee kerk door de staat. Mij is dat een grotere gruwel dan de risico’s die de sociale controle inhoudt.

Hem van die hogeschool verwijderen is dan weer een brug te ver en doet al te sterk aan Oostbloktechnieken denken. Het zou het louterend effect schaden wanneer hij en anderen die zich aan dergelijk taalgebruik bezondigen de straf aanvoelen als onrechtvaardig want op een niet betrokken terrein betrekking hebbend.

Alles overwogen lijkt het dus toch niet gek goed na te denken vooraleer we de sociale controle botweg veroordelen. Voor we het beseffen, blijft slechts de staat als enige verweer tegen anarchie.

(En wat die aangehaalde verhouding betreft tussen privéconversatie en publiek geuite verontwaardiging: de gevolgen voor de betrokkene zijn nu heel verregaand, wat de afweging voor degene die besluit een zaak publiek te maken zeer bemoeilijkt. Betrof het een individuele uitschuiver dan was een reactie uit de categorie ‘ik zeg het aan je moeder’ passender geweest. Vanuit maatschappelijk oogpunt verheug ik me toch dat deze zaak expliciet aan de kaak werd gesteld <ja ik weet het, een kaak is een schandpaal>, want de publieke ruimte voor deze categorie onwelvoeglijkheid is de jongste tijd vergroot, wat ons moet bekommeren. Deze fatsoenlijn trekken mag zelfs meer gebeuren maar toch liever door de samenleving dan door de wetgever.

Ja, er bestaat vrijheid van meningsuiting en wat mij betreft moet die heel verregaand zijn en dienen wetgevers daar in hun aan hun ambt intrinsiek verbonden neiging tot regelgeving heel omzichtig mee om te springen. Maar er bestaat een verschil tussen de vrijheid om alles te zeggen en ook daadwerkelijk alles zeggen. Dat verschil heet ‘goede opvoeding’ en in bredere zin ‘beschaving’. Gooi de sociale controle niet te snel weg als medecontroleur van dat verschil.)

(En het politieke aspect dat de betrokkene actieve Vlaams Belanger was? Elke partij moet aandacht besteden aan de interne hygiëne. De indruk dat het Vlaams Belang op dat vlak toch wat meer werk heeft dan andere politieke partijen werd gisteren niet kleiner.)

 

Tekst verschenen op mijn FB-pagina op 28 augustus 2019.

 

Labels