Op de spijker kloppen aan de boorden van de Nijl

Op de spijker kloppen aan de boorden van de Nijl

Op internationale bijeenkomsten bestaat de gewoonte dezelfde platitudes te gebruiken en te herhalen. Als je dan toch eens zelf op zo’n toneel optreedt, dan probeer je als N-VA’er net iets minder diplomatisch tussen te komen dan gebruikelijk, uiteraard steeds als de welopgevoede jongen die mijn moeder van mij heeft gemaakt. Maar de Turkse delegatie bekeek me achteraf toch met een erg scheef oog.

 

Ik vertoef momenteel aan de boorden van de Nijl in de Egyptische hoofdstad Caïro voor de, hou je vast, 14e plenaire sessie van de Parlementaire Assemblee van de Unie voor de Middellandse Zee. U had er nooit van gehoord? Ik evenmin maar daar komt dit weekeinde radicaal verandering in want ik word in de club ingewijd. Het mag hier buiten behoorlijk heet zijn, veel heb ik daar nog niet van kunnen genieten. In de plenaire zaal van het Egyptische parlement draaien doeltreffende airco’s op volle toeren, dus die zonnemelk dient vooral om te verhinderen dat het kwartiertje wandelen van hotel naar vergaderzaal voor branderige souvenirs zorgt.

 

Vanmorgen kroop ik wel heel vroeg de veren uit om in de ochtendkoelte toch dat Tahrirplein eens te gaan bekijken. Het is uitermate uitgestrekt dus helemaal zeker kan ik niet zijn, maar Koert Debeuf heb ik er niet meer kunnen ontwaren.

 

Terug naar die plenumzaal waar ik dus de kans greep om me, onder het waakzame oog van de Egyptische parlementsvoorzitter dr. Ali Abdel Aal, in de annalen van de Assemblee te wringen middels een betoog. Zoals dat hoort vatte ik aan met een dankzegging aan het adres van de organisatoren ter huldiging van hun gastvrijheid, waarna de opmerking volgde dat het Middellandse Zeegebied de bakermat van de Europese beschaving vormt. Mensen stroop aan de baard smeren is geen zware opdracht als wat je daartoe vertelt ook nog waar is. Maar actueel loopt er dus aan die Middellandse Zeekusten en tot ver daar achter van alles mis. Ook op die vaststelling sprak niemand me tegen.

 

Ik refereerde naar de aanslagen in Brussel want het thema van de conferentie – had ik u nog niet verteld – betreft terrorisme in de Middellandse Zeeregio. De aanslagen van IS hebben ons wakker geschud, ging ik erg voorspelbaar voort op mijn elan, en dat we het ons niet kunnen veroorloven die strijd te verliezen. Geknik alom.

 

Toen leek me de tijd gekomen om het voorspelbare discours een beetje te verlaten door op te merken dat er op dit soort conferenties veel gesproken wordt over samenwerking, coördinatie en dialoog maar dat we moeten opletten dat die woorden niet tot inhoudsloze platitudes verworden.

 

Iedereen was het dus roerend eens dat we het terrorisme moeten bestrijden. Dat IS, Al Qaida en consoorten aan de verkeerde kant staan, daarover bestaat nog een consensus maar veel verder draagt die oppervlakkige eensgezindheid niet. Ik citeer mezelf nu letterlijk uit mijn redevoering – weliswaar in vertaling naar ons moerstaal – die uitgesproken werd niet lang na de interventie van een Turkse afgevaardigde: “Woorden hebben een verschillende betekenis in de verschillende oren die ze bereiken. Slechts enkele minuten geleden, kregen we daarvan een goede illustratie. We hoorden de woorden ‘terrorisme’ en ‘Afrin’ in één zin gebruiken in een betekenis waarmee vele deelnemers het niet eens zijn. De strijd tegen terrorisme kan een dekmantel zijn voor andere doelstellingen” en ik vervolledigde voor het geval de Turkse delegatie het nog niet zou begrepen hebben “zoals het geval was in Afrin en de zogenaamde operatie Olijftak.”

 

Nu ik toch aan het citeren ben, de daaropvolgende paragraaf ging als volgt: “We moeten vermijden platitudes en algemene waarheden uit te wisselen, want die altijd herhalen zal niemand helpen. Verschillen ontkennen, of problemen, ook al is het duidelijk dat ze bestaan, zal ons evenmin helpen. Als we eerlijk zijn, moeten we erkennen dat dit te dikwijls gebeurde in het verleden.” De hint naar de vroeger zo dominante politieke correctheid werd duidelijk begrepen.

 

Ik gaf één voorbeeld en dat was niet toevallig gekozen: “De controle van de zee voor de Libische kust is van immens belang voor de veiligheid, niet alleen van de Europese Unie maar uiteraard ook voor de zuidelijke en oostelijke Middellandse Zee en tegelijkertijd, laat ons dat niet vergeten, voor de veiligheid van zo vele mensen die op dagelijkse basis het slachtoffer zijn van niets ontziende mensensmokkelaars. Het kan niet ontkend worden dat we tot nu gefaald hebben om deze grenzen te verzekeren, met de dramatische gevolgen die we zien en die altijd zullen opdoemen als grenzen niet goed verzekerd en beschermd worden op de wijze die de burgers verwachten.” Daarmee schoof ik via dat typische Middellandse Zeeprobleem van de Libische route het belang van goed gecontroleerde grenzen op tafel.

 

Neen, geschiedenis heb ik absoluut niet geschreven. Ieder zijn rol en de mijne op dat internationale toneel is uitermate bescheiden. Maar het applaus op vele banken, en de positieve reacties achteraf, gaven toch aan dat er de jongste jaren iets is veranderd, ook op het internationale toneel. Het idee van vrijheid/blijheid met open grenzen kent onmiskenbaar een retour. Wir schaffen das dus nicht zomaar. Het is aan ons politici van de N-VA om op die spijker te slaan bij elke gelegenheid die zich aandient.

 

En dat Belgische vlaggetje dat geplaatst stond voor mijn bij deze gelegenheid officiële neus heb ik handig van de foto weggesneden.

 


 

Verschenen op mijn Facebookpagina op 29 april 2018 en hier geplaatst op 14 mei 2018.

 

Foto: Tijdens mijn tussenkomst in Egypte

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.