Het functioneren van de regering in lopende zaken

Het functioneren van de regering in lopende zaken

 

Vraag van de heer Peter De Roover aan de eerste minister over "het functioneren van de regering in lopende zaken".

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, aanwezige regeringsleden, collega's, mag ik u allen mijn beste wensen voor het nieuwe jaar overbrengen? Het is tenslotte de eerste vergadering van 2019.

Het jaar 2018 lijkt een eeuwigheid geleden. Herinnert u de commotie die hier tijdens de meest recente zittingen heeft plaatsgevonden. Sedertdien is er een reces geweest. Ik heb de indruk dat iedereen er, gelukkig maar, ook van heeft genoten en met volle energie aan het nieuwe jaar is begonnen.

Bij sommigen heb ik zelfs de indruk dat zij van mening zijn dat er niks is gebeurd en dat zij tot de orde van de dag moeten overgaan. Er is echter wel iets gebeurd.

Mijnheer de eerste minister, u hebt op 18 december 2018 het ontslag van de regering aan de Koning aangeboden. Op 21 december 2018 werd – bovendien op uw verjaardag – het ontslag aanvaard. Dat betekent dat uw regering niet een ontslagnemende regering is. U hebt immers uw ontslag gekregen.

Dat betekent wel iets, namelijk dat u en uw regering zich met de lopende zaken moeten bezighouden. U moet op de winkel letten en ingrijpen wanneer – hopelijk gebeurt dit niet te veel – heel ernstige formele feiten gebeuren die meteen ingrijpen vereisen. Ik denk aan een ramp of aan aanslagen. Wij mogen aannemen en hopen dat u daardoor niet wordt gevat.

Voor het overige ligt de bal in het kamp van de instelling die nog wel de volle bevoegdheid heeft, zijnde de Kamer. Het is dan ook de Kamer die de verantwoordelijkheid zal moeten nemen om de komende maanden nog maatregelen te treffen. Het idee van vervroegde verkiezingen werd immers afgewezen. Voor dat idee waren er zeker argumenten. Een en ander verplicht de Kamer immers om tot actie over te gaan en ervoor te zorgen dat de komende maanden bijvoorbeeld nog een deel van de erfenis van Michel I kan worden uitgevoerd.

Ik heb echter een aantal excellenties – een aantal ontslagnemende ministers – gehoord. Zij willen banken verkopen, jobdeals uitvoeren en politietekorten oplossen. Die ministers hebben tijdens de kerstperiode dus heel wat inspiratie gekregen, wat op zich een goede zaak is. Het ware natuurlijk goed geweest, mochten zij die inspiratie hebben gehad op het ogenblik waarop zij de volheid van bevoegdheid hadden.

Mijnheer de voorzitter, collega, ik nodig u uit het probleem op te lossen. Ik heb niet aangegeven dat wij werkloos moeten toekijken. Dat is echter het werk van de huidige regering.

Mijnheer de eerste minister, mijn vraag is de volgende.

Hoe meent de huidige regering de komende weken en maanden haar taak van regering in lopende zaken te moeten invullen? Welke bevoegdheden meent zij nog te kunnen uitoefenen? Waar kunnen de grenzen van die bevoegdheden worden gelegd?

Ik kijk uit naar uw antwoord.

----------------------------------------------------------------------------------------------------

Mijnheer de eerste minister, lopende zaken betreft het garanderen van de continuïteit, zegt u. Dat spreekt voor zich. Zoals ik zeg, er kunnen dingen gebeuren waar dralen geen optie is. Daarnaast is er ook de budgettaire discipline, waar wij trouwens op hebben aangedrongen. Daarvoor zult u in ons een bondgenoot vinden.

Mijnheer Calvo, u verwijst naar de KB's, maar u loopt een beetje achter, want wij hebben een wetsvoorstel ingediend om de regeling van de degressiviteit in te voeren omdat wij inderdaad menen dat KB's vandaag geen beleidsinstrument meer kunnen zijn. De regering heeft geen meerderheid en zelfs geen programma dat het akkoord van het Parlement heeft gekregen, dus zijn beleidsvormende koninklijke besluiten in dezen uit den boze.

Mijnheer de eerste minister, u verwijst naar oude wetsontwerpen, en ik durf aannemen dat u daarmee impliciet zegt dat de regering – heel terecht – geen nieuwe wetsontwerpen zal indienen en dat in samenspraak met het Parlement zal worden gewerkt zodat wij de continuïteit in de besluitvorming kunnen waarborgen. Daarvoor zullen wij een constructieve partner zijn.

 

Plenaire vraag van 10 januari 2019

Foto: Belga