Ecorealisme: het groene hart koppelen aan de logische kop

Ecorealisme: het groene hart koppelen aan de logische kop

 

Bent u bereid een duit in de zak te steken voor het klimaat? Ik alleszins wel, zoals voor milieu. Waardevolle dingen mogen geld kosten, heel waardevolle zelfs veel geld. Een leefbaar Vlaanderen lijkt mij onbetwistbaar zo’n heel waardevolle zaak, waar best een prijskaart aan mag hangen. Dan mag je er uiteraard ook echte resultaten voor terugverwachten.

 

Van nature (jawel) ben ik een erg groene jongen. In de zomermaanden leef ik op de slaapuren na zowat permanent buiten; ik geniet van druiven of vijgen van eigen kweek; ben het soort mens dat zelfs boterhammenzakjes of lege confituurpotten hergebruikt en mijn broodzakken doen tienvoudig dienst; snippers op straat smijten is me een gruwel; drie tot vier keer per week trein ik Brusselwaarts (tot mijn veertigste had ik niet eens een rijbewijs); reizen doe ik liefst binnen Europa, meerdere jaren diende zelfs pleisterplek Jardin en omgeving tot vakantiebestemming; de Atlantische Oceaan stak ik nog nooit over en de ambitie om dat ooit te doen is klein; 19 graden met trui vind ik in huis al oké. Seizoengroenten, korte keten, voedselbakjes voor vogeltjes in de winter, spinnen koesteren – het zit er allemaal bij. Trouwens, voor een Vlaams-nationalist hoort leefmilieubesef tot het DNA. We hebben maar één Vlaanderen en dat unieke juweel verdient koestering.

Er zit trouwens nog heel wat rek op. Mijn ‘inspanningen’ voor het leefmilieu blijven bijzonder matig en maken het leven echt niet minder aangenaam. Ook qua levensstijl kan nog veel meer zonder te vervallen in vreugdeloze kommer en kwel.

Mooi dus dat het thema al jaren hoog op de politieke agenda staat. De beweringen dat ‘de politiek’ altijd wegkijkt als het over milieu gaat, is van een ondraaglijke stompzinnigheid. Het is al decennia één van de politieke kernpunten. De resultaten zijn er ook: Vlaanderen werd groener, het rivierwater properder, de lucht gezonder, de ruimte beter besteed en dat allemaal niettegenstaande bevolkings- en welvaartsgroei. Wie het Vlaanderen van de jaren ’70 kende, weet dat het milieubeleid zo veel prominenter op de agenda staat. Maar het mag altijd meer zijn.

De overgrote meerderheid van de mensen is zeker bereid méér te doen, weliswaar op één voorwaarde: het moet ook resultaat opleveren. Na betaling hoort de levering te volgen. Het heeft niets te maken met klimaatontkenning om te verwachten dat inspanningen meer opleveren dan een valselijk verkregen goed geweten. Wie opkomt voor milieu en klimaat, daarvoor plannen uitrolt - “omdat er iets moet gedaan worden” - die niet tot zinvolle resultaten leiden, pleegt populistisch boerenbedrog. Punt aan de lijn.

In een recent vraaggesprek met Humo gooide ik het provocatief op tafel: “Als we morgen de bedrijfswagens afschaffen om ons geweten te sussen, zal de zeespiegel daar geen millimeter minder door stijgen.” Eenzelfde opwerping van mij in een radiodebat met Kristof Calvo van Groen lokte bij hem de opmerking uit dat ik cynisch zou zijn. Met hoeveel we de stijging van de zeespiegel dan effectief reduceren bij de afschaffing van alle bedrijfswagens, daar kwam intussen echter geen antwoord op (tenzij van mij: geen millimeter). Wanneer geeft Groen concrete antwoorden in plaats van te vluchten in goedkope verdachtmakingen?

Klimaatwetenschapper Richard Tol liet enkele dagen later in Het Laatste Nieuws optekenen: “Het idee dat België iets aan de klimaatopwarming kan doen door ambitieuze doelen te stellen of snel om te schakelen naar CO2-neutrale energie is gewoon belachelijk.” Dat is natuurlijk gewoon zo en heeft niets met cynisme te maken, alles met realisme en eenvoudige rekenkunde. België staat in voor 0,3% van de toewijsbare CO2-uitstoot wereldwijd. Zelfs als onze bijdrage morgen totaal wegvalt, is de opwarming van de aarde daar geen franje mee gestuit. Onze welvaart krijgt dan wel een mokerslag.

Mijn opmerking over bedrijfswagens jutte wel wat twittervolgers op. “Aha, dan betaal ik ook geen belastingen meer, want die dragen in het geheel ook amper bij” en “Wel, dan werp ik mijn papiertjes ook maar op de grond, want dat maakt in het totaal tot zo goed als geen verschil.” Blijkbaar vonden een aantal mensen dat zelfs correcte tegenwerpingen.

Het voorbeeld van de belastingen is in elk geval zeer geschikt want toont net aan wat ik bedoel. Mensen vrijwillig uitnodigen om belastingen te betalen, leidt nergens toe en zeker niet naar een gevulde staatskas. Wie wel eens hoorde van het ‘prisonners dilemma’ uit de speltheorie kan dat ook logisch verklaren maar een portie boerenverstand volstaat ruimschoots. Belastingen betalen, dat legt de wetgever gewoon dwingend op, op straffe van boetes. Mocht die verplichting niet bestaan, zou het ook al te gek zijn mensen aan te zetten een vrijwillige bijdrage te leveren aan de staatskas. Vandaar diezelfde logica: die CO2-inspanningen van België dragen niets bij, tenzij er een wereldwijd én afdwingbaar reductiepad voor alle landen kan worden opgelegd. Daar naar streven is heilzaam maar de discussies over de verdeling van de inspanningen en het ontbreken van een wereldwijde autoriteit die eventueel kan sanctioneren, maakt het zeer waarschijnlijk dat we daar op moeten wachten tot het 100° warm is.

Dus zijn we veroordeeld om niets te doen? Neen, we moeten de inspanningen blijven afmeten aan de resultaten. Onze economie nekslagen toebrengen om geen tastbare bijdrage te leveren aan het gestelde probleem – de wereldwijde opwarming – is heilloos. Hoe kunnen we wel resultaat boeken? Dat is de vraag die ecorealisten drijft.

Ons verkeer aanpakken? Om het CO2-probleem op te lossen, is dat slechts een losse flodder. Maar aan fijnstofbeperking kunnen we wel werken of aan het fileprobleem. Maatregelen die de CO2-uitstoot terugdringen én ook andere voordelen bieden, horen bovenaan de maatregelenlijst staan. Zo kan kernenergie die uitstoot verminderen maar ook veel energie leveren op een kleine oppervlakte en de overgang naar andere zuivere energiebronnen financieel dragelijker maken bijvoorbeeld. Het wereldwijde overgebruik van plastiek, dat natuurlijk ook geproduceerd moet worden, zal niet beïnvloed worden door een tas mee te nemen naar de winkel maar we verminderen zo wel het risico op zwerfvuil, een voordeel waar we allemaal direct van genieten. Bossen kunnen de levenskwaliteit bevorderen en zijn alleen daarom al zinvol. Bovendien: de inspanning van zo’n gedragswijzigingen is klein en dus is de breuk met het geringe CO2-resultaat ook veel minder. Verantwoord leven is nog iets anders dan platgedrukt worden door overheidsbetutteling.

Milieuwetenschap stimuleren blijft natuurlijk zinvoller dan onze auto’s naar de schroothoop – of de cargo richting Afrika - rijden. Batterijenontwikkeling, opslag van CO2 en hergebruik als grondstof, voedseltechnologie, thoriumcentrales,… doorbraken op die terreinen gaan veel verder dan de uitstoot in het kleine Vlaanderen want kunnen Europa- of zelfs wereldwijd de fundamentele ommekeer versnellen. Daar ligt nuttig werk te wachten.

Aangezien de zeespiegel hoe-dan-ook zal stijgen, zijn middelen uitgegeven aan adaptatie, aanpassing, ook zeer wel besteed. Het oude gezegde ‘God schiep de aarde, behalve Nederland, dat deden de Hollanders zelf’ wijst de weg. Nederland ligt voor ruim een kwart onder de zeespiegel en dat al vanaf het begin der tijden. Door de eeuwen heen wonnen de Nederlanders land op de zee door bedijking en inpoldering. Er is geen enkele reden waarom land zou moeten worden afgeven wanneer de zeespiegel stijgt, wanneer daar tijdig maatregelen bij worden genomen.

En dan is er natuurlijk ook nog het niet-klimaatgebonden leefmilieu dat we op vele vlakken concreet kunnen verbeteren.

Uiteraard zijn klimaat en milieu grote inspanningen waard maar laten we het zinvol doen, op een manier die ook echt doel treft en het evenwicht bewaart tussen inzet van middelen en resultaat. Gewoon milieu- en klimaatbeleid voeren met een diepgroen hart maar ook met een logische kop; kortom realistisch.

 

Verschenen op mijn Facebookpagina op 10 februari 2019 en hier geplaatst op 13 maart 2019. 

Foto: Babszem

Labels