Corona en Vlaamse (on)macht

Corona en Vlaamse (on)macht

 

Elke paar dagen worden de corona-maatregelen aangescherpt. De vorige set werkte niet en daarop wordt een nieuw blik opengetrokken.

 

Donderdag merkte ik in de Kamer toch even op dat nieuwe maatregelen nooit een alternatief kunnen vormen voor het niet naleven van de vorige maatregelen. Handhaving van wat moet, blijft echter dikwijls de zwakke schakel. Die wordt niet minder zwak door een nieuwe schakel aan de ketting te hechten.

Daarmee is niet gezegd dat er geen nieuwe maatregelen nodig zijn. De cijfers van de ziekenhuisopnames mogen niet genegeerd worden. Onze zorgsector moet door drijfzand ploeteren en dus is er geen alternatief voor ingrijpen.

Dat doorduwen aan de ene kant ook weer pijn bezorgt aan de andere zijde, konden we de voorbije dagen opnieuw vaststellen. Luid hun ongenoegen uitend manifesteren zich degenen die betreuren dat er niet drastischer wordt ingegrepen; fel van leer trekkend reageren anderen dat normaal leven onmogelijk wordt gemaakt door te felle ingrepen. Dat de persoonlijke situatie daarbij het standpunt in belangrijke mate bepaalt en niet één of ander belangeloze objectieve opstelling is ook wel klaar.

Naargelang de ziekenhuiscijfers meer de voorpagina’s domineren, neemt de eerste groep in aantal toe maar beide gezelschappen hebben wel gemeen dat hun toon als maar grimmiger wordt. De ene wordt banger voor corona, de andere wordt banger voor de maatregelen en dus lijkt iedereen banger te worden, minder verdraagzaam ook want er staan cruciale zaken op het spel; gezondheid en vrijheid bijvoorbeeld.

Iedereen is het er over eens dat het corona-beest zo snel mogelijk de kop moet worden ingedrukt maar niet over de maatregelen die daarbij helpen. Logisch ook want laten we eerlijk zijn: niemand weet het echt goed. Geen expert die zekerheid kan bieden binnen een realistisch kader. Bescheidenheid lijkt dus gepast terwijl de indruk groeit dat steeds méér mensen menen te weten wat absoluut wel/niet moet gedaan worden.

Het volgende schrijf ik dus met de nodige terughoudendheid. Ik vrees dat het langer sluiten van scholen en verder oprekken van het afstandsonderwijs niet de beste keuze is. Ik reageer daarbij natuurlijk ook vooral na 30 jaar onderwijservaring en grote bekommernis voor de ontwikkeling van onze scholieren. Of corona door die onderwijsverscherping verder wordt teruggedrongen, weet ik niet. Experts wisselen daarover wel eens van standpunt.

Dat vele jonge mensen, ook en vooral uit sociaal zwakkere milieus, hier een onoverbrugbare leerachterstand zullen oplopen waar ze een leven lang de gevolgen van dreigen te dragen, daar ben ik wel zeker van. We zwijgen nog over de druk op werkende ouders, de risico’s van sociaal isolement, het toenemende intrafamiliaal geweld. Kortom, ik heb mijn twijfels over de jongste onderwijsmaatregelen. Wie daar anders over denkt, kon me (nog?) niet overtuigen maar dat wil niet zeggen dat die respectloze hoon of beschimping verdienen.

Waarom ging de Vlaamse regering akkoord met die koerswijziging? Waarom verzette Jan Jambon zich niet?

Dat de bijzonder ingewikkelde Belgische staatsstructuur weinig bekendheid geniet, kan niet anders dan begrip oproepen. Het gebrek aan inzicht in dat labyrint heeft wel tot gevolg dat bijvoorbeeld hét beslissende basisfeit vergeten wordt: Vlaanderen is gewoon niet bevoegd in deze materie. De federale overheid kan zelfs tussenbeide komen in een uitgesproken Vlaamse aangelegenheid als onderwijs om gezondheids- of veiligheidsredenen. We kunnen dat betreuren maar daarmee is het feit niet weg.

Aangezien de Vlaamse regering aanwezig is op de vergaderingen van het Overlegcomité kan Jan Jambon daar de visie van de Vlaamse regering op tafel leggen en proberen zo invloed uit te oefenen op de beslissingen. Dat lukt ten dele maar meer ligt niet in de Vlaamse macht. De federale regering schrijft de MB’s (ministeriële besluiten) en heeft qua verboden en handhaving dus finaal het stuur in handen. Ook gouverneurs hebben op dat terrein meer macht dan de Vlaamse regering en blijven daarbij bovendien in eerste instantie ambtenaren van de federale overheid.

Vlaanderen staat wettelijk machteloos en kan alleen van op de achterbank suggesties doen over de richting die het uit moet.

Wellicht is de verkeerde indruk ontstaan dat de Vlaamse regering de eigen beslissingen hierover ook op het terrein kan uitvoeren. En dan is de teleurstelling in de Vlaamse regering begrijpelijk wanneer die haar zin niet (helemaal) kan doordrukken. Maar zo ver gingen de vroegere staatshervormingen niet en dus ligt de bal van sluitingen, verboden en handhaving nu eenmaal bijna helemaal in het federale, Belgische kamp. Vlaanderen wordt meer macht aangerekend dan het wettelijk heeft en vandaar vele onterechte maar begrijpelijke verwijten.

(In dat verband moet het mij toch van het hart dat de federale overheid cynische spelletjes speelt. Het is toch volkomen surrealistisch wat de federale ministers gisteren presteerden.

Frank Vandenbroucke beslist vrijdag dat de maatregelen pas maandag ingaan en betreurt zaterdag dat ze zondag nog niet ingaan, terwijl zijn regering alle beslissingsbevoegdheid heeft.

Als hij winkelen deze zondag gevaarlijk vindt, waarom verbiedt zijn regering het dan niet?

Minister van binnenlandse zaken (!) Annelies Verlinden komt op het Journaal zeggen: “Als ik een oproep zou mogen doen, zou hem willen bijtreden en zeggen: ga niet in lange rijen staan, ga niet aanschuiven, ga niet massaal winkelen.” Ze voegt er zelfs hypocriet aan toe over de koopzondag: “De burgemeester van Antwerpen heeft dat toegelaten.” Jawel dat zegt ze letterlijk, terwijl zij het heeft toegelaten en de verantwoordelijkheid laf wegschuift.

Waarom ‘oproepen’ als ze zelf de macht heeft om de zaak op te lossen? Zij had in plaats van op televisie op te roepen een MB kunnen schrijven dat de zaak voor het hele land regelt. Onbegrijpelijk dat die daar mee wegkomen.)

 

Tekst verschenen op mijn Facebookpagina op 1 november 2020.

Labels