Les uit kamerdebat: SP.a en Groen tegen uitwijzing haatimam van Dison

Les uit kamerdebat: SP.a en Groen tegen uitwijzing haatimam van Dison

Op donderdag, 9 februari 2017 debatteerde de Kamer over het wetsontwerp van staatssecretaris Theo Francken waardoor gevaarlijke vreemdelingen die een gevaar vormen voor de nationale veiligheid gemakkelijker het land kunnen worden uitgezet. Een korte tussenkomst van mij maakte duidelijk wat de consequentie is van de houding van SP.a en Groen.

14:50 u.

Monika De Coninck (sp.a):

(…)

 

Mijnheer de staatssecretaris, wij hebben er inderdaad een zeer groot probleem mee dat op termijn mensen uit het land kunnen worden verwijderd die niet veroordeeld zijn. Voor alle duidelijkheid, ik zeg niet dat u die intentie hebt, maar wetten worden gemaakt voor lange periodes en kunnen ook geïnterpreteerd en misbruikt worden. Als u dan toch vindt dat het alleen over ernstige gevallen gaat, meen ik dat u het er ook mee eens moet zijn dat zulks alleen gebeurt met mensen die veroordeeld zijn.

(…)

 

Benoit Hellings (Ecolo-Groen):

 

Met die tekst opent men de doos van Pandora. Een ruime interpretatie door de Dienst Vreemdelingenzaken van wat er onder aantasting van de openbare orde moet worden begrepen kan ertoe leiden dat niet veroordeelde personen worden uitgewezen, wat onaanvaardbaar is. Als u criminelen wil uitwijzen, moet u wachten tot ze door het gerecht, het enige orgaan dat dit mag doen, als crimineel veroordeeld werden! (Applaus)

 

Peter De Roover (N-VA):

 

Het kan zijn dat ik zowel mevrouw De Coninck als de heer Hellings verkeerd begrijp, maar zij vinden dus dat de haatprediker van Dison <die nooit veroordeeld werd door een rechtbank> ten onrechte weggestuurd is? Ik hoor graag die verduidelijking. (Rumoer)

 

Benoit Hellings (Ecolo-Groen):

 

Neen, uiteraard. We willen dat de imam van Dison en alle haatpredikers in ons land door onze inlichtingendiensten worden gecontroleerd en eventueel veroordeeld op grond van het bestaande Strafwetboek. In tegenstelling tot wat de heer Francken in de commissie heeft beweerd, heb ik niet om de terugkeer van de imam van Dison uit Nederland gevraagd.

 

We hebben in juli 2015 een debat over het intrekken van de nationaliteit gevoerd. Mijnheer Geens gaf aan dat de terroristische strafbaarstellingen in 2013 waren uitgebreid en dat de imam van Dison daaronder had kunnen vallen. Ik antwoordde de minister dat de imam minder gevaarlijk zou zijn als hij door onze politie zou aangehouden en ondervraagd zijn dan wanneer hij in Nederland verder haat kon blijven zaaien. Ik sloot toen af met: "Houdt hem aan!". En ik ben niet van mening veranderd…

 

Peter De Roover (N-VA):

 

Mijnheer de voorzitter, de heer Hellings vindt dat wij hier een laks vervolgingsbeleid hebben. Dat is natuurlijk een interessante discussie, die ook passende aandacht verdient.

 

Mijnheer Hellings, het blijft echter een feit – afgezien van de verdere afhandeling die u zou wensen – dat de betrokkene niet veroordeeld is geweest. Het gaat dus om een niet-veroordeelde haatprediker uit Dison. Volgens wat ik uit uw woorden heb begrepen, zou die persoon, in uw overtuiging en interpretatie, niet uitgewezen mogen worden. Dat stel ik met belangstelling vast. Overigens had ik ook graag het antwoord van mevrouw De Coninck in dat verband vernomen.

(…)

 

Tussenkomst Hans Bonte (sp.a) (die niet op mijn vraag ingaat maar verklaart dat het debat zinvol doch relatief is.)

 

Peter De Roover (N-VA):

 

Mijnheer de voorzitter, mijnheer Bonte, het is omwille van die relativiteit der dingen dat de regering meerdere maatregelen neemt dan alleen de voorliggende maatregel. In het andere geval zou die maatregel volstaan. U hebt dus volkomen gelijk dat nog andere maatregelen moeten worden genomen en al zijn genomen.

 

U roept bij het begin op niet op één concreet geval te focussen. Ik heb mijn vraag echter niet omwille van dat concreet geval gesteld, maar wel om de juiste draagkracht van de uiteenzettingen van de oppositie te kennen. Dat is mijn bedoeling.

 

Mijnheer de voorzitter, mevrouw De Coninck wil daarop duidelijk een antwoord geven. Ik wil even haar antwoord afwachten, vooraleer ik mijn repliek voortzet.

 

Monica De Coninck (sp.a):

 

Mijnheer de voorzitter, mijnheer De Roover, ik ben, voor alle duidelijkheid, niet het type dat hysterisch oppositie wil voeren en altijd tegen alles is, ook niet in de commissie Migratie.

 

Wij hebben, in het verlengde van de uiteenzetting van de heer Bonte, voorgesteld een aantal hoorzittingen rond de uitvoering te organiseren met een aantal mensen die van dat thema iets afweten.

 

We hebben gevraagd om de link te leggen met de werkzaamheden van de onderzoekscommissie en de aanbevelingen die zij zal formuleren, maar men wilde dat niet doen. Vandaar dat onderhavige tekst niet volstaat als men echt grondig werk wil leveren; het blijft bij windowdressing.

 

Om op uw concrete vraag te antwoorden, mijnheer De Roover, ik ken het dossier van de betreffende imam niet en ben ook geen juriste. Ik ben wel begonnen met de stelling dat er hier een aantal rechten en plichten zijn en wetten, die moeten worden gerespecteerd. Als men bepaalde wetten niet respecteert, moet men worden veroordeeld. Als men wordt veroordeeld, kan men worden uitgezet. Men mag, mijns inziens, één administratie niet het recht geven om dat te beoordelen. Daarvoor hebben we Justitie. We steken daar veel geld in. Als dat niet goed werkt, moet men daar iets aan doen en niet een administratie dat recht geven.

 

Peter De Roover (N-VA):

 

Mevrouw De Coninck, ik dank u voor uw zeer kalme en niet hysterische verklaringen. Dat siert u trouwens. Het feit dat u het kalm hebt gezegd, geeft ook aan dat u niet emotioneel gedreven bent, maar dat u meent wat u zegt. Wat u zegt, komt er immers eigenlijk op neer dat u betreurt, naar uw mening en interpretatie, dat de haatimam van Dison – dit is toch heel interessant voor de verslaggeving – is uitgezet. (Tumult)

 

Mevrouw De Coninck, dat is natuurlijk de enig mogelijke interpretatie van de woorden die u enkele seconden geleden hebt uitgesproken. Ik zal het nog eens herhalen, dan kunt u uw zeer kalme betoog misschien nog kalmer herhalen en vooral verduidelijken wat dat betreft. U weet dat de haatprediker van Dison niet is veroordeeld. Gelukkig verbleef hij niet voor zijn 12 jaar in ons land, want in dat geval had hij onder de huidige wetgeving niet uitgewezen kunnen worden. Omdat hij na zijn 12 jaar ons grondgebied heeft betreden, is kunnen gebeuren wat er is gebeurd. Hij is echter voor alle duidelijkheid, mevrouw De Coninck, niet veroordeeld. In uw betoog van zopas zei u dat er eerst een veroordeling moet plaatsvinden. U zegt dan gewoon dat de haatprediker van Dison niet uitgewezen had mogen worden. Ik vind dat een duidelijk standpunt. Het is niet het onze.

 

(14:57 u., mevrouw De Coninck acht het wijs niet meer te reageren en het debat wordt voortgezet)

 


 

Kamerdebat op 9 februari en hier geplaatst op 11 februari 2017. 

 

Foto: Collega Monica De Coninck in het parlement

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.