Achtervolgingskoers in Syrië

Achtervolgingskoers in Syrië

Prettig of niet, de feiten op Syrische grond zijn wat ze zijn. Getuigen van een sterk westers optreden de jongste jaren doen ze niet bepaald.

Syrië vult weer prominent de buitenlandverslaggeving in de media. Volgens meerdere bronnen zou het regime van de Syrische president Bashar al-Assad op zaterdag 7 april een chemische aanval hebben uitgevoerd op de stad Douma in de regio Oost-Ghouta. Getuigenissen maar ook opgenomen beelden tonen slachtoffers met symptomen die volgens kenners wijzen op het gebruik van chemische wapens. De aanval eiste een vijftigtal burgerlevens en overlevende slachtoffers van chemische aanvallen lijden nog extra in vergelijking met de al verschrikkelijk effecten die conventionele wapens veroorzaken.

 

Het Syrië-verhaal even samenvatten in de essentiële hoofdlijnen komt neer op het volgende. In 2011 start een burgeroorlog; in 2012 wordt president Assad wereldwijd beschouwd als dead man walking; het westen treedt halfhartig op zonder gebruikmaking van enig kompas; in de nazomer van 2015 vult Rusland het gapende gat en gaat actief aan de kant van Assad opereren; Iran stuurt militaire hulp via zogenaamde proxies, door Teheran gesteunde groepen waaronder de altijd paraat staande Hezbollah-milities; in 2016/’17 keren de kansen radicaal en in 2018 zit Assad weer zo goed als onwankelbaar op zijn presidentiële troon te blinken. Intussen groeide de Syrische burgeroorlog wel uit tot een internationaal conflict met smeulende botsingen tussen wereldmachten die kunnen leiden tot de ultieme nachtmerrie. Miljoenen mensen sloegen voor al die ellende op de vlucht, wat Europa in de zomer van 2015 deed ontdekken hoe dichtbij het Midden-Oosten eigenlijk ligt. Dat beseften ook geradicaliseerde figuren uit onze landen die de gemakkelijke overtocht naar ginder waagden om er op de chaotische puinen van een failed state een extreem brutaal-fundamentalistisch kalifaat te helpen stichten.

 

President George W. Bush’ inval in Irak in 2003 kon na de aanvankelijk snelle militaire zege niet meteen een groot geopolitiek succes genoemd worden. Bush jr. werd meteen hét voorbeeld voor opvolger Barack Obama hoe het niet moest. Spijtig genoeg vond die blijkbaar niet meteen een model hoe het dan beter kon worden aangepakt. Obama gaf wel een nieuwe inhoud aan het begrip ‘rode lijn’. Tot dan betekende dat een lijn die niet mocht overschreden worden, na Obama moeten we het begrijpen als het punt waar we leren dat diplomacy by bluff een lachertje is. Ingrijpen zoals Bush in Irak leidde tot een flop en verminderde de Amerikaanse impact; niet ingrijpen zoals Obama in Syrië leidde ook tot een flop en verlaagde het Amerikaans prestige nog verder. Internationale politiek; het is best behoorlijk ingewikkeld allemaal. Waarheen het kompas van president Donald Trump wijst, als hij er al een heeft, blijft bron van drukke speculaties in brede kringen, van experts internationale politiek in strategic rooms tot waarzeggers op feestmarkten.

 

Europese idylle

 

En Europa? Hoe bekijken wij – als er zich al zo iets als een Europese ‘wij’ zou af te tekenen zijn - de zaak? Europa staat uiteraard naar eigen overtuiging aan ‘de juiste kant van moraal en ethiek’ en koestert verder graag idylles, bijvoorbeeld dat van een Syrië als democratische samenleving waar mensenrechten en minderheden worden gerespecteerd. Mooi toch, ware het niet dat weinigen in de wereld zelfs maar het bestaan van zoiets als Europa hebben waargenomen in dit conflict.

 

Hoe dan ook is die idylle niet echt het punt waar we vandaag zijn aanbeland. Want op het moment waarop we deze regels intikken, lijkt de vermaledijde Assad de enige – ja, het knarst nu in aller oren – die een realistische kans biedt om de burgeroorlog te beëindigen of toch een toestand te scheppen die daar het dichtst bij aanleunt. De VSA en Europa kunnen er in de situatie die ze daar hebben laten ontstaan wellicht alleen nog acties ondernemen die de strijd verlengen en daarmee erger maken.

 


De Europese idylle is niet waar Syrië vandaag is aanbeland.


 

Sven Biscop, hoogleraar in Gent en verbonden aan de denktank Egmontinstituut, publiceerde deze dagen het boek Make Europe Great AgainDe Standaard interviewde hem deze week. Volgens Biscop maakt Europa zichzelf wijs dat het de wereld kan verbeteren en het koppel democratie/mensenrechten van buitenaf kan opleggen. Gevolg: valse verwachtingen scheppen en de eigen geloofwaardigheid zien wegsmelten. Stop er mee, raadt Biscop aan, democratisering als officieel doel te blijven huldigen. De ontwikkelingen in Syrië spreken zijn stelling niet tegen.

 

Boeiende en welkome stem die van Biscop, die scherp vaststelt dat Europeanen verleerd zijn wat macht is en hoe die moet gebruikt worden. Macht, het wordt in onze contreien door velen zelfs als iets vies, te mijden en afkeurenswaard gezien. Allemaal mooi maar wegblijven van het internationale toneel is dan het enige verstandige dat dan kan gesuggereerd worden. De softe versie van het denken dat Biscop viseert – de groene wereldverbeteraars die morele verontwaardiging en resoluties zien als massaverbeteringswapens – en de harde versie – de neoconservatieven die gewapenderhand overal het heil van democratie en vrijhandel goed- of kwaadschiks in de plaatselijke percelen gaan heien – leken lang de twee mogelijke visies op buitenlands beleid, hoewel ze eigenlijk twee zijden van dezelfde medaille vormen.

 

“Wat is haalbaar en nuttig en wat doen we om daar te geraken?”, is een vraag die in Europa blijkbaar nooit is gesteld. De weigering om te zoeken naar een goede mix tussen nationaal/regionaal eigenbelang en realistische lokale opties, en daar ook naar te handelen, hebben Assad op de de facto onaantastbare positie gebracht waar hij zich nu bevindt.

 

Gasaanvallen

 

Maar die gasaanvallen dan? Kunnen we zo’n inbreuk op het internationaal oorlogsrecht ongestraft laten? (Laten we ons trouwens eerst objectief vergewissen van wat er echt gebeurd is, want naast bommen valt er vooral ook veel propaganda’nieuws’ als het over Syrië gaat.)

 

Ook in 2017 werden meldingen gemaakt van aanvallen met sarin-zenuwgas in Khan Sheikhoun in Noord-Syrië, naar verluidt door Assad-troepen. Trump wilde aantonen vooral geen Obama te zijn. Hij liet één en ander niet onbeantwoord en vuurde als represaille naast een reeks tweets 59 Amerikaanse Tomahawk-kruisraketten af op een militaire luchtmachtbasis. Daarmee werd er, zoals met opgestroopte mouwen beloofd, bestraft. Effect? Wat doden extra en een rein geweten, althans voor de eigen propagandamachine. De aangerichte schade was aanzienlijk maar enkele dagen na de aanval meldde de lokale gouverneur dat het puin geruimd was en de vluchten hervat konden worden. De militaire balans helde na die actie niet echt overtuigend over naar ‘onze’ kant.

 


Wie Assad echt een les wil leren, zal wekenlang moeten bombarderen. 


 

 

Trump rolt alvast weer nadrukkelijk met gespierde en zelfs expliciete tweets, naar verluidt zonder ruggenspraak met de eigen veiligheidsmensen (voor zo ver hij nog weet wie dat zijn). De Franse president Emmanuel Macron reageert verrassend Atlantisch en dus on-Frans door snel een eind mee te gaan met de Amerikaanse aankondigingen en daarbij geen ruim Europees overleg af te wachten. Of ruikt Macron de kans om zich op defensievlak gewoon resoluut als dé doortastende Europese leider op de kaart te zetten, iets wat een Franse president zich in tegenstelling tot bijvoorbeeld een Duitse kanselier wel meent te kunnen veroorloven? Hij wekt alleszins de indruk de notie ‘rode lijn’ weer in ere te willen herstellen.   

 

Wie Assad dit keer echt een les wil leren die verder gaat dan symboliek-met-scherp, zal echter moeten starten met wekenlange en aanhoudende bombardementen met uitschakeling van lucht- en communicatiecapaciteit van het Syrische regeringsleger. De vraag of dat een geweldig idee is als Poetin arm-in-arm met Assad vooraf al aankondigt geen acties te zullen tolereren op basis van ‘fake’ nieuws over chemische aanvallen die volgens de sterke man in Moskou nooit hebben plaatsgevonden, zal niet iedereen geestdriftig met ‘ja’ beantwoorden. De Russen hebben doeltreffende kustverdedigingssystemen opgesteld langs de kust en luchtafweersystemen om gevechtsvliegtuigen accuraat van antwoord te dienen. Het risico op een rechtstreekse clash tussen de grote jongens wordt dan erg groot en, geen detail voor sommige hoofdrolspelers, Israël ligt erg dichtbij. (Assad op de knieën krijgen vraagt zelfs boots on the ground, die eerder zouden neerkomen op blote voeten in een wespennest.)

 

Volgens de Poetin-lezing zouden die geruchten over gasaanvallen in Douma verspreid zijn door islamitische milities die willen vermijden dat hun bondgenoot VSA de Syrische bodem zou verlaten. Vorige week had Trump er stevig allusie op gemaakt dat hij de weinige Amerikaanse troepen daar zou willen wegtrekken wat zeker een schokgolf heeft veroorzaakt bij de islamitische groepen die door Washington worden gesteund en hoe dan ook al stevig in het defensief gedrukt zijn. Ook de Koerdische krachten in het noorden zitten tegen de achtergrond van het Turkse offensief tegen hen zeker niet op zo’n terugtrekking te wachten.   

 

Internationale rechtsorde

 

Is het een boude stelling te beweren dat op internationaal- en oorlogsrecht vooral kan gerekend worden als het gaat tussen gelijkgestemde bondgenoten, als geen der partijen een serieus nationaal belang in het gedrang ziet en/of wanneer één der partijen uitgeteld en alternatiefloos in de touwen hangt en de echte dobbelstenen op het terrein al gesmeten zijn?

 

Ja, Iran, Syrië, Noord-Korea en Rusland zijn natuurlijk voorbeelden van notoire minachters van dat internationaal recht wanneer hen dat goed uitkomt. Alleen wie de ogen heel fijn knijpt, kan ontkennen dat onze bondgenoten VSA, Israël of Saoedi-Arabië in dat bedje ook wel eens ziek zijn. Europa, dat lijkt nog eens een oord van internationaalrechtelijk fatsoen, niet? Ja, vooral op de momenten dat we ons bij gebrek aan inspiratie, durf of inzicht gewoon afkeren van conflicten passen we perfect in de woorden die mijn grootmoeder altijd klaar had voor morsende of potjes brekende kleinkinderen: “wie niks doet, doet niks verkeerd”.

 

Nationale en strategische belangen zijn bij echte wereldspelers nooit ondergeschikt aan zwaar bestempelde, sierlijke beletterde documenten afgedrukt op geschept papier en ondertekend met ronkende namen die indruk maakten toen de verdragen werden afgesloten. Als die internationale regels niet zinnen, worden ze genegeerd en na de overwinning herschreven.

 

Hoe zeer het tere harten ook mag schokken, wie die waarheid negeert, wordt op het wereldtoneel achteloos opzijgeschoven, daarbij uitglijdend over de eigen geplengde tranen. Wie die waarheid ontkent maar toch meespeelt op dat wereldtoneel, botst op het terechte verwijt hypocriet te zijn.

 

Het blijft beter analyses te steunen op harde feiten dan op zachte dromen.

 


 

Hier geplaatst op 12 april 2018. 

 

Foto: Assad aan de frontlijn in Oost-Ghouta, foto van zijn eigen Syrian Arab News Agency 

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.